Een anarchistische, melancholische levensgenieter die moeilijk kan delegeren. Zo wordt Albert Siebelink omschreven door bekenden van hem. Zijn inspanningen op cultureel gebied werden in Tilburg zodanig gewaardeerd, dat de gemeente hiervoor bijna twee jaar geleden een onderscheiding aan hem uitreikte. Momenteel is Siebelink ernstig ziek. Aan de hand van gesprekken met Jace van de Ven en Hans van Bakel, die hem allebei goed kennen, schetst Aldert van der Burg namens Tilburgers.nl een beeld van deze man.
Albert Siebelink stond onder meer aan de wieg van het bekende café D’n Egelantier aan de Boomstraat, hij acteerde in de Tilburgse Revue, is medeorganisator van het International Folk Festival in 013, richtte de Stichting Kultoer op, was betrokken bij festival De Accordeonslag en bemiddelde om artiesten te regelen voor bedrijfsfeesten. Verder werd hij bekend als drijvende kracht achter het International Gipsy Festival Tilburg. Ook was hij intensief betrokken bij de totstandkoming van de compositie en het concert Requiem for Auschwitz. Dat werd uitgevoerd door het Roma- en Sinti Philharmoniker uit Frankfurt am Main en ging in mei 2012 in Amsterdam in première. “In 2013 werd het stuk op verschillende plekken in Europa gespeeld en dat ging gepaard met tentoonstellingen”, weet oud-journalist Jace van de Ven. “Dat is toch het grootste wat hij voor elkaar heeft gekregen.”
Legpenning
Voor zijn grote inzet om cultuur en wereldmuziek onder de aandacht van een groot publiek te brengen, ontving Siebelink in oktober 2013 de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg.
Eerder deze maand werd hij 65. “Dat was waarschijnlijk zijn laatste verjaardag”, verzucht Van de Ven, die Siebelink al jaren kent. “In het begin alleen van gezicht. Hij kwam in 1968 naar Tilburg, ik in 1969. Volgens mij studeerde hij toen nog sociologie. Rond 1970 stond hij ook achter de bar bij Posjet, een broeinest van links tegen de gevestigde orde.” Het was me het tijdperk wel, zo lijkt Van de Ven met zijn verhaal over die periode te willen zeggen. “De actievoerders liepen met rode vlaggen door de Heuvelstraat de revolutie aan te kondigen. Albert was daar zelf niet bij, maar hij ging wel met deze mensen om. Hij was toch een soort anarchist.”
Biologische pannekoeken

Van de Ven zelf werkte begin jaren ’70 één dag in de week als vrijwilliger bij De Paardebloem aan de Bredaseweg, een winkel met biologisch-dynamische producten. “Albert was inmiddels sociaal werker of jongerenwerker in de Kruidenbuurt”, herinnert hij zich nog. “Hij nodigde mij uit om biologische pannenkoeken van boekweitmeel te bakken voor de jongeren met wie hij werkte. Nou, dat was geen succes. Die jongeren begonnen elkaar met deeg te bekogelen; het meel droop van de muur af.” Van de Ven kan er achteraf wel om lachen, temeer daar het incident min of meer de start van zijn vriendschap met Siebelink vormde. Twee jonge mannen die in leeftijd maar een halfjaar van elkaar schelen, met dezelfde katholieke opvoeding, dat schept een band. Terzijde: ze hebben ook hetzelfde uiterlijk (dikke bos haar en een grote baard), waardoor een aantal mensen zelfs dacht dat ze broers van elkaar waren.
Hun vriendschap voerde hen in 1985 ook samen naar Praag. “We gingen daar met een camper heen om er goedkope muziekinstrumenten te kopen voor de Fanfare van de Eeuwigdurende Bijstand, waarin Albert aanvankelijk tuba speelde, later trombone. We beleefden er een hilarische week, met heel veel drank. We kochten daar allebei ook een melodica, zo’n eenvoudig blaasinstrumentje met toetsen. Daarmee traden we nog een paar keer op als The Melodica Brothers. Dat gebeurde in Café De Plaats of Café D’n Egelantier, waar ze toen vaak open podia hadden waarop de vaste klanten hun gein en ongein kwijt konden.”
‘Volksopera Willem II’
In 1992 schreef Van de Ven het toneelstuk ‘Volksopera Willem II’, zoals Van de Ven het noemt ‘een groot spektakelstuk’ over het leven van koning Willem II naar aanleiding van diens tweehonderdste geboortedag. Ook Siebelink was bij deze productie betrokken en verzorgde onder meer de publiciteit. “Het werken aan dit stuk was zeer intensief”, zegt Van de Ven. “Echt een hele onderneming, vergelijkbaar met de Tilburgse Revue. Sindsdien hebben Albert en ik elkaar steeds beter leren kennen en zien we elkaar minimaal één keer per week. We komen regelmatig bij elkaar over de vloer.”
Uit hetgeen Van de Ven over zijn maat vertelt, komt toch ook wel het beeld van een loner naar voren. “Hij is nooit getrouwd geweest, hij woonde alleen met zijn grote honden. Hij had wel vaste relaties met vrouwen. Wel wrang dat de laatste twee aan kanker zijn overleden en dat hij nu zelf ook kanker heeft. Daar is hij trouwens zeer emotioneel onder. Door z’n naderende overlijden is hij ook meer gaan drinken. En hij werd vóór zijn ziekte soms al zo somber en melancholisch als hij had gedronken.” Toch wil Van de Ven benadrukken dat hij gedurende zijn vriendschap met Siebelink vooral heeft gelachen.
Festival Mundial
Wie zich liever niet over Siebelinks ziekte en diens op handen zijnde overlijden uitlaat, is Hans van Bakel. Wel praat hij graag uitgebreid over veel dingen die Siebelink in zijn leven heeft gedaan. Van Bakel leerde hem ongeveer twintig jaar geleden kennen. “Ik was destijds bezig met fair trade en de productie van het Plein van de Eerlijke Handel op het evenement. Albert bracht als programmeur van Festival Mundial artiesten uit verre landen op het podium. Voor de mooie, bijzondere dingen – de juweeltjes van het evenement – was hij verantwoordelijk.”
Volgens Van Bakel heeft Siebelink moeite met delegeren, maar hij roemt wel onder meer Siebelinks kwaliteiten als programmeur. “Albert is iemand die zich met hart en ziel inzet voor mooie dingen, mooie muziek vooral, of het nou voor Mundial was, voor het Folkfestival of voor het Bosvreugd Variété Festival. Hij was een jaar of vijftien geleden ook de bedenker en organisator van het Cimbalom Festival, dat plaatsvond in Utrecht, Gent en Turnhout. Daar traden cimbalomspelers op van over de hele wereld.
Albert kent al die muzieksoorten en zoekt naar mogelijkheden om die onder de aandacht te brengen. Hij heeft een fijne neus voor mooie, bijzondere producties. Ik heb gemerkt dat mensen in het hele land en in België hem als programmeur kennen. Niet alleen zijn kennis van zaken, maar ook zijn bekendheid wordt hier in Tilburg nogal eens onderschat.” Zelf ging Van Bakel een keer met Siebelink en enkele anderen naar Boedapest om onder meer naar het zigeunerjeugdorkest Rajko te luisteren, waar weer een theatertournee van een andere groep uit voortkwam.
“Soms regelde hij concerttournees naar Nederland voor wel acht of negen groepen per jaar. Het financiële plaatje daarbij was voor artiesten en bureaus altijd transparant. Zo is Albert. Hij vindt ook dat beroepsmuzikanten gewoon correct moeten worden betaald en wilde voor werkgelegenheid zorgen in de culturele sector. Er zijn dan ook ongelooflijk veel hartstikke goede artiesten die veel meer zouden moeten verdienen dan nu het geval is. Daarnaast doet hij zijn best om variétéartiesten aan het werk te krijgen. Hij is zelf een keiharde werker en maakt geen onderscheid tussen doordeweekse dagen en dagen in het weekend: die zijn voor hem hetzelfde. Hij werkt dus zeven dagen per week.”
Een interview met Albert Siebelink uit november 2009 is te lezen via deze link.
2 reacties
Voeg die van jou toe →Dank je, Toine! 🙂
Een warm portret van een kundige lieve man met een groot hart en een klein hartje tegelijk. Mooi Aldert.