Gastbijdrage van Hans Rube, journalist en burgerraadslid voor PvdA Tilburg.
Een paar dagen hebben we geen Radio Coronica geluisterd.
Toen kwam op een andere zender plots een mooie tekst voorbij in een liedje van de Belgische band Yevgueni.
‘Alles wat ons bang maakt, houdt ons klein’, zingt Klaas Delrue in hun nummer ‘Alles waar ik nu wil zijn’.
Natuurlijk ben je dan direct weer terug bij COVID 19.
De strofe zou gisteren geschreven kunnen zijn, maar het nummer is al een stuk ouder dan dat.
Inderdaad zien we nog steeds heel veel bange mensen op straat. Die zich letterlijk klein maken als een onbekende uit tegengestelde richting aan komt lopen.
Nu is de angstcultuur in onze samenleving al veel langer een vast gegeven, helaas.
Bang voor inbrekers, voor buitenlanders, voor onderverzekerd zijn, we zijn bang dat onze kinderen vieze vingers krijgen, dat ze vallen tijdens de gymles.
De overheid is bang dat wellicht kleine potentiële fraudeurs misbruik zullen maken van uitkeringen (terwijl ze de multinationale oplichters massaal binnenhalen en van miljarden voordeeltjes voorzien.)
Diezelfde overheid is ons nu 24 uur per dag bang aan het maken voor ziekte.
‘Wat heeft u liever, privacy of gezondheid?’, is de misselijkmakende slogan op Radio Coronica, als stimulans om alle miljoenen Nederlanders traceerbaar te maken op straat.
Ik word al ziek van de gedachte dat ik nog meer van mijn privacy zou moeten opgeven omdat de staat mij klein wil houden en wil weten of ik met buurvrouw De Vries heb staan praten van wie de man wellicht geïnfecteerd is met een virus.
De beelden van de beklemmende speelfilm ‘Das Leben der Anderen’ staan vers op mijn netvlies.
In Vlaanderen controleren ze burgers met drones, in het Verenigd Koninkrijk krijgen burgers een beloning als ze samenscholende landgenoten erbij lappen.
Aan de Vlaamse kust was de burgemeester van Middelkerke zo dapper om tegen verklikkers in zijn gemeente te zeggen dat hij aan dat soort meldingen geen prioriteit geeft, omdat hij ‘zich realiseert wat dat met een samenleving doet.’
Burgemeester Jean-Marie Dedecker: ‘Ik heb absoluut heel wat bezwaren tegen een kliklijn. Ik ben vroeger meer dan 20 keer naar het Oostblok geweest, ik weet wat een communistisch regime is, ik weet wat de Stasi is. Onze politie is geen Stasi.’
Gelukkig zien we in Tilburg vooral heel vriendelijke en betrokken handhavers op straat. Waar nodig spreken ze mensen aan op hun gedrag.
Deze mensen verdienen respect.
Wat de Coronacrisis in Tilburg duidelijk aan het licht brengt zijn de tekortkomingen op de openbare weg.
Al enige tijd voeren we in de gemeenteraad een kansloze strijd tegen de vervuiling van onze straten, ook het BD signaleert het met regelmaat.
Zo vies als het momenteel is, was het zelden.
Overal bakjes van Bakker Bart, burgerverkopers, blik, plastic.
De duivenpoep is nadrukkelijk aanwezig, op trottoirs, pleinen, op autodaken, tegen gevels en op ramen. De stront regeert.
Geen wonder dat virussen zo gemakkelijk om zich heen grijpen, vuiligheid genereert vuiligheid.
Een andere grote tekortkoming: het openbare toilet.
Blijf thuis, is het actuele adagium, maar als je dan toch met je partner een wandeling of fietstochtje maakt, wil je onderweg wel eens aandrang voelen.
En dan zijn dus alle horecazaken dicht, en zelfs de Hema heeft de toiletten gesloten.
Een man gaat (te) makkelijk achter een boom of elektrahuisje staan.
Dames met hoge nood hebben echter al jaren een fors probleem in onze gemeente.
En nu helemaal.