Afvalverwerker Attero heeft opnieuw een naheffing geëist aan de gemeenten in Brabant vanwege het feit dat er minder restafval is aangeleverd dan in 1997 was afgesproken. Dit keer heeft Attero over 2015 een factuur gestuurd ten bedrage van ruim €5,2 miljoen.
De Vereniging van Contractanten Afvalsturing Brabant (VvC) waarin de Brabantse overheden samen optrekken, heeft een langlopend contract van 1997 tot 1 februari 2017) met Attero voor de verwerking van huishoudelijk restafval. De VvC laat aan de gemeenteraad weten dat zij niet van plan is om deze factuur te betalen. 
In januari 2016, na een langdurende rechtsgang, oordeelde de rechter dat de gemeenten en regio’s in Brabant – waaronder Tilburg – geen naheffing hoeven te betalen aan Attero voor de jaren 2011 tot en met 2014. Attero claimde deze naheffing omdat de gemeenten en gewesten minder restafval hadden aangeleverd dan was afgesproken gedurende de jaren 2011 tot en met 2014. De afspraak was dat er jaarlijks 510.000 ton huishoudelijk restafval zou worden aangeleverd. Maar doordat mensen steeds beter afval zijn gaan scheiden, werd de afgesproken hoeveelheid niet gehaald. De totale boete die Attero in rekening wilde brengen, bedroeg in maart 2015 ongeveer 12,7 miljoen euro.
De rechter stelde in januari de gemeenten in het gelijk. Hierop heeft Attero aangekondigd om het proces voort te zetten bij het Hof van Justitie in Den Haag. De VvC verwacht dat aan het eind 2016 of begin 2017 de kwestie ter zitting behandeld zal worden door het Hof en ziet dit vol vertrouwen tegemoet.
Wethouder Berend de Vries is voorzitter van de Vereniging van Contractanten Afvalsturing Brabant (VvC).
