Gastbijdrage van Hans Rube, journalist, schrijver en burgerraadslid voor PvdA Tilburg.
Het is de tijd van bier.
Veel bier.
Oktoberfeesten, bokbierfestivals, introductiepartijtjes, biertrucks, biertrapkarren, kortom: bier.
Laatst zaten we weer eens op een terras. Gezellig, biertje erbij, mensen kijken. De waard had het zwaar die dag. Hij zit krap in het personeel, eigenlijk niet te doen als het druk is.
En zo zijn er meer in de stad.
Horecagelegenheden met een tekort aan personeel.
Toch vreemd in een studentenstad als Tilburg denk je dan.
Slobberend aan een lekker stevig glas bier peinzen we over de reden van dit nijpende en schrijnende tekort. Een klasse restaurant dat sluit, omdat er onvoldoende goede koks zijn, een kroeg die moet stoppen omdat er niet genoeg terraslopers zijn.‘Doen we er nog een?’, is de vraag na al dat dorstigmakende denkwerk, waar vooralsnog geen bevredigend antwoord uit voortvloeit.
‘Zouden we dat nu wel doen?’, is de reactie.
Bij sommigen komt het verstand wel met de jaren.
Na het afrekenen snap ik waarom de Tilburgse horeca het zo moeilijk heeft met het vinden personeel. Twee drankjes kosten namelijk meer dan wat die jongens en meisjes netto per uur verdienen.
Heel gluiperig is ons gerstenat en de andere drank in de kroegen de afgelopen jaren duurder geworden. Eerst werden de flesjes kleiner, en kleiner en kleiner. Daarna gebeurde hetzelfde met de glazen.
Maar waarom Tilburg landelijk zo ongeveer de kroon spant in kosten is me steeds vaker een raadsel.
Als journalist frequenteerde ik in het verleden vaak de lokale kroegen. Het nieuws lag immers op straat, en het terras maakt daar deel van uit. Je hoorde onder het genot van een biertje eerder wat er in de stad speelde dan achter het bureau op een redactie was de stelregel van wijlen mijn collega Rob Oostelbos en mij.
Nu tegenwoordig een goed glas bier zoals wij dat nuttigden – hij een Duvel ik een Trappist – samen zo ongeveer een tientje kosten, zien ze mij veel minder in de kroeg.
Recent waren we voor een multicultureel kunstproject in Rotterdam. Prachtige optredens en presentaties, voorzien van hapjes.
In de kroegen kostte het bier daar per flesje 2 euro.
Daar kunnen we het hier niet voor doen, hoor ik van de Tilburgse ondernemers. Hier moet de koffie tienmaal ‘over de kop’, terwijl die in Breda 1,40 kost. Ons lokaal gebrouwen speciaalbier gaat hier en daar in Tilburg over de toog voor meer dan 5 euro. Hetzelfde glas kost net over de grens 3,10.
Schuld van de brouwerijen en ten dele is dat enorme prijsverschil ook toe te schijven aan onze overheden. Dure alcohol moet er voor zorgen dat jongeren minder gaan drinken.
Hoe wereldvreemd kun je zijn. Volgens mij zijn al die lui op enig moment student geweest, maar veel geleerd van het leven hebben ze volgens mij nog steeds niet. Van donderdagavond tot zondagmiddag geurt de Tilburgse binnenstad naar bier. En die walmen komen voornamelijk neergedaald uit de studentenhuizen met eigen bar, die in het begin van de nieuwe week weer door dezelfde brouwers worden bevoorraad die door een gedaalde omzet de dure kroegbazen opnieuw de pin op de neus zetten.
Onze binnenstad is er een van steeds meer goedkope ketens, die mooie modehuizen verdrijven uit de winkelstraat met laag geprijsde kleding.
Ik ben een complotdenker.
Zouden die kledingdumpers inmiddels een deal hebben met de kroegen waar ze hun advertenties in de toiletten aanplakken?
Een goedkoop shirt kopen, iedereen laten denken dat ze daarmee voordelig uit zijn zodat ze vervolgens voor 8 euro best ergens een pint Guinness kunnen gaan drinken.
Immers we hebben geld bespaard met die aanschaf van een shirtje voor 2 euro. Samen een tientje!
2 reacties
Voeg die van jou toe →Het is heel eenvoudig.
De prijs komt tot stand door vraag en aanbod.
Zolang konsumenten bereid zijn absurde prijzen te betalen, zolang komt
er geen eind aan de woekerprijzen.
Dat gaat dan thuis drinken worden! Net als zovelen! Maar eigenlijk is het van de gekke!