In het eerste kwartaal van 2013 interviewden we 13 mensen uit Tilburg over hun visie. In deze ‘13 Visies op de Stad 013’ kwamen bekende en onbekende Tilburgers aan het woord over hun werk en leven en waar zij zoal in de stad tegenaan lopen.
In deze tweede serie van 13 interviews vroegen we 13 Tilburgse politici om op deze visies te reageren.
Dit is de laatste aflevering van de reeks ‘Visies uit de Tilburgse politiek’.
Als we bij burgemeester Peter Noordanus binnenkomen, liggen alle 13 ‘Visies uit de Stad 013’ uitgeprint op tafel; hij heeft zich zeer grondig voorbereid om te reageren op “de bonte verzameling visies van 13 zeer verschillende Tilburgers”.
We hebben precies een uur de tijd gekregen en Peter Noordanus steekt direct van wal: “Sinds ruim drie jaar ben ik nu burgemeester van Tilburg en inmiddels heb ik de stad leren kennen als mijn broekzak. Daarom kan ik wel een beeld geven van waar Tilburg staat en waar we naartoe moeten. Tilburg is een stad met veel kansen, maar ook een stad met veel problemen. En een stad waar mensen van problemen een kans proberen te maken.”
”Eén van de kansen van de stad is het ondernemerschap in Tilburg. Natuurlijk hebben we belangrijke, grote bedrijven zoals Versteijnen, dat nu een eigen haven aanlegt, maar ook ruim 14.000 MKB-bedrijven. Tilburg is een stad van ‘de mouwen oprollen’.”
“Het ondernemerschap is in Tilburg op alle fronten te vinden, ook in de cultuursector bijvoorbeeld. Ik ben pas met Tom America op cultuursafari geweest en ik heb toen verschillende ateliers bezocht. Er zitten top-kunstenaars in de stad en ook bij hen zie je datzelfde ondernemerschap.
Maar denk ook aan maatschappelijke initiatieven, zoals wat jullie met Social Energy doen, het Inloophuis voor kankerpatiënten en allerhande vrijwilligersinitiatieven. Tilburg is een ‘blue-collar city’, een arbeidersstad en een egalitaire stad, er zijn niet veel bovenbazen, althans: niet meer. Een groot verschil met Den Haag, waar ik vandaan kom. Den Haag is en deftige kakstad en zeer gesegregeerd; het verschil is daar extreem in duur en deftig tegenover de armoede in bijvoorbeeld de Schilderswijk. In Tilburg is dat onderscheid veel minder.”
“Tilburg ligt net tussen de economisch sterke corridors, met de corridor Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen aan de ene kant en de corridor Amsterdam, Eindhoven, Maastricht aan de andere kant. Die corridors hoeven maar een klein beetje de wind mee te hebben en de economie trekt aan. Tilburg ligt er net tussen en moet altijd extra op de pedalen. Het is daarom belangrijk dat we de plek van Tilburg op de kaart van Nederland goed in de gaten houden. Aan de andere kant hebben we ook voordeel bij het feit dat we inzetten op Tilburg als logistieke hotspot, ideaal gelegen tussen de Rotterdamse haven en andere belangrijke plekken, zoals Antwerpen, Maastricht en steden in Duitsland.”
“Tilburg heeft als werkstad een grote groep arbeiders en daarom ben ik heel blij met Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsbeleid aan de Universiteit van Tilburg, die ons adviseert over hoe we die arbeidsmarkt goed in vorm houden. Bedrijven hebben goed geschoolde mensen nodig die de mouwen kunnen oprollen. Daar proberen we met het bedrijfsleven en het onderwijs aan te werken. Dat is een kans, maar we moeten er wel voor zorgen dat we die bedrijven binnenhalen.”
“Het inspiratiepark ‘Mijn Toekomst Werkt!’, waar Ton Wilthagen mede-initiatiefnemer van is, is een voorbeeld van wat we bedoelen met Social Innovation’: arbeidszekerheid, een leven lang leren, begeleiding van werk naar werk. Samen met de universiteit en de regio en dat is veel meer dan alleen de Startersbeurs. Ook de logistieke arbeiderspool is één van de instrumenten. Logistiek wordt steeds specialistischer en door mensen een baan te geven en tegelijkertijd op te leiden kun je werkgevers ontzorgen. Het doel is, om voor werkzoekenden de stap naar werk makkelijker te maken en voor bedrijven om de juiste persoon op de juiste plek te krijgen. Tesla zit niet voor niks hier in Tilburg, terwijl Brainport Eindhoven ook in beeld was.
Tilburg heeft het beste vervoerssysteem, zowel voor vrachtverkeer, binnenvaart als spoorwegen en daarom heeft dit bedrijf voor Tilburg gekozen. En binnenkort komt ook een onderdeel van Nokia naar Tilburg. De conclusie moet zijn, dat we vaak van problemen een kans kunnen maken.”
“Tilburg is ook een stad van initiatieven en als gemeentebestuur brengt je dat soms in onverwachte situaties. Wij als bestuur moeten leren om daar snel op te reageren. Het is goed als mensen in een buurtcentrum het zelf willen regelen, zoals In De Boomtak en De Back. Maar je merkt hoe lastig het is voor het stadsbestuur om daar goed mee om te gaan. De gemeente is niet meer het centrum van de wereld. Het bestuur van Tilburg is het aan de stad verplicht om snel te reageren, zodat mensen enthousiast blijven en zonder het dood te willen regelen. Er is een wereld te winnen, nu gas geven, zodat mensen met hun idee verder kunnen. In een stad waar zoveel mensen iets willen, moet het tempo van het bestuur omhoog. René Scherpenisse laat met Tiwos echt een sterk voorbeeld zien van hoe het kan, met de bewonersbetrokkenheid bij de nieuwbouw in Jeruzalem en in de Vogeltjesbuurt. Hoe je samen met mensen iets voor elkaar kunt krijgen.”
“Een probleem in Tilburg is nog altijd de armoede; ruim 10% van de bevolking leeft onder de armoedegrens en één derde van de Tilburgers heeft een inkomen op het minimum. We hebben dus een hele grote groep mensen met een hele kleine portemonnee. Je zal maar van een bijstandsuitkering moeten rondkomen, ik geef het je te doen! En raadsleden die vinden dat het wel meevalt, moeten het zelf maar eens een paar maanden proberen. Dit armoedevraagstuk is in Tilburg groter dan elders.”
“Vanuit de traditie is Tilburg een zeer solidaire stad, waar mensen elkaar niet laten stikken. Ik kom regelmatig bij de Voedselbank, en voor de lezers thuis: niet omdat ik er zelf boodschappen moet doen! De Voedselbank in Tilburg loopt als een zonnetje. Maar ook bijvoorbeeld de Smeets-kring, waar mensen door studenten worden geholpen met hun belastingaangifte en aanvragen voor toeslagen. Er zijn heel veel initiatieven waarin mensen elkaar helpen. Dit is typisch Tilburgs en zit in het DNA van de stad. Waarschijnlijk heeft dat ook te maken met het Roomse verleden van Tilburg, hoewel de kerken hier net zo leeg zijn als elders. De solidariteit van Tilburgers is één van de kroonjuwelen van de stad, ik heb daar veel bewondering voor. Als gemeentebestuur moet je daar zuinig op zijn en het bevorderen waar het kan. Dit is een wezenlijk verschil met Den Haag.
Er zit meer sociaal cement in deze stad dan je denkt, zeker ook vergeleken met de andere grote steden in de Randstad. Waar ik wel bang voor ben, is een over-claim op vrijwilligers. Vrijwilligerswerk moet voortkomen uit enthousiasme en gedrevenheid, en nooit voortkomen uit bezuinigingsmotieven van het stadsbestuur.”
“Of Tilburg een mooie stad is? Je hoeft niet met miss world getrouwd te zijn om van iemand te houden. Ik ben blij met mensen die trots zijn op de stad, zoals Gerard Otten. Maar een aantal plekken kunnen mooier. Met extra aandacht voor onze binnenstad wat mij betreft. Tilburg mag geen boodschappenstad worden met veel leegstand. De detailhandel is veranderd, mede door de komst van internetwinkels en het is nu of nooit om ervoor te zorgen dat die binnenstad gezelliger wordt. Wethouder Erik de Ridder maakt hier slagen, daar ben ik blij mee. Ik ga niet uit Tilburg weg voor dat het voor elkaar is.”
“Dan is er de ‘verborgen’, of ‘verboden’ stad: de Spoorzone. Ik ben van begin af aan een fan geweest van de Spoorzone en de ontwikkelingen daar. En het begint nu echt wat te worden. Tijdens Festival Mundial heb ik er rondgelopen en dan zie ik hoe de Tilburgers de Spoorzone ontdekken. We hebben de kans om een stuk bijzondere stad toe te voegen. De Spoorzone is een schatkist met mooie dingen en nu moeten we voortgang maken. Als je de Hall of Fame nu in de Spoorzone ziet, ik vind dat heel leuk. Ik hoop soms dat tijdelijk eeuwig zal duren… Ook in de Koepelhal kun je fantastische dingen doen als evenementenhal, al lukt dat sommigen beter dan anderen.”
“Begin jaren ‘70 zat ik in de Willem II-kazerne. En voor de goede orde: dat was toen nog geen gevangenis, ik mocht ‘s avonds gewoon naar buiten! Het waren de hoogtijdagen van burgemeester Becht. Het was het einde van de textielindustrie en de ene helft van de stad stond leeg en de andere helft werd gesloopt. Iets wat tegenwoordig niet meer zou snel zou gebeuren. En verder was het een saaie stad, met weinig gelegenheden om uit te gaan. En als je dan vandaag naar de stad kijkt, dan staat de stad er echt een stuk beter voor. Maar, hoed u voor chauvinisme! De littekens zijn nu hier en daar nog wel aanwezig. Het resultaat van Cees Becht, daarover kun je van mening verschillen, maar we moeten naar vermogen proberen om de stad te repareren en op een aantal plekken kan het drastisch mooier. Ik hoop straks vanuit de burgemeesters-kamer uit te kunnen kijken op een groen stadshart.”
Als ons uur om is, staat de burgemeester resoluut op: “Hebben jullie hier genoeg aan? Ik ga me nu weer bezig houden met de veiligheid van de stad, daar heb ik mijn handen vol aan.”
Noot van de redactie: Dit interview is op 11 september 2013 opgetekend.