Dagboek van een patiënt

Antroposofische methode tegen energie-schommelingen   –   A-Ritmische ervaringen

De column3 Augustus 2013. God schiep de wereld niet in zeven dagen, denk ik nu, maar in zeven behandelingen.

Ik heb gisterenmiddag om 14.00 uur besproken met mijn antroposofische fysiotherapeut of we nog door zouden gaan met de ritmische massage-therapie. Ze liet het volledig aan mij over. Ik vroeg haar bovendien of zij, in het licht van de afgelopen weken, waarin ik dacht dat de behandeling zijn maximale effect al had bereikt, een interview wilde geven over haar methode en de gedachte erachter. Ik bracht haar, dacht ik te zien, een beetje van haar stuk. Ze was voorzichtig enthousiast, denk ik, maar ook een beetje bang. Na de massage kwam ze nog met een boekje over de antroposofische gedachte en zei me dat ze mij zou mailen.

Ik had recht op twaalf sessies. Had er nu, met deze keer, zeven gehad, We hadden net besloten dat we de laatste vijf zouden bewaren voor de toekomst, mogelijk november, als de dagen weer donkerder werden en het ritme weer de neiging kon hebben om om te slaan.

Ditmaal gaf ik me vrijwel volledig over aan de massage. Ik voelde haar zachte handen over mijn rug en buik gaan en kon niet anders denken dan aan koppen als ‘Dokter, wat heeft u zachte handen’ en ‘De soft touch’, ‘De zachte aanpak’. Ik vormde in mijn hoofd al voorzichtig het stuk, anticiperend op wat zij zou antwoorden op mijn vragen. Tegelijk probeerde ik me volledig te concentreren op de massage. Op de ervaring.

Het is 2.11. ’s Nachts. Ik heb net vanaf een uur of 19.30 uur liggen slapen en ben net begonnen dit te schrijven. Denkend: dit is een atypisch stuk, hoe verwoord ik dit? Een dagboek van een behandeling begint per slot van rekening vanaf behandeling 1, met een beschrijving van de voorliggende periode, waarin de klachten zijn ontstaan. En anticiperend op de komende behandeling die de reporter dan per sessie bijhoudt. Ik heb destijds natuurlijk wel gespeeld met dat idee, maar dat weer verworpen en opnieuw teruggehaald. En opnieuw verworpen.

Ik haal het weer tevoorschijn door de ervaring van vandaag. Nu ik, na het eind van de sessie net bibberig opstond en al met een zwak gevoel in mijn lijf terug fietste naar huis. Moet ik dit stuk wel schrijven? Zal de redactie dat op prijs stellen? Zal de fysiotherapeut dat wel zo leuk vinden? Heeft dat invloed op haar behandeling? Ik denk eigenlijk al van wel.

De afgelopen weken van behandeling, onderbroken door twee weken vakantie van de therapeut, hebben progressie laten zien. Vooraf aan de eerste behandeling sliep ik hoogstens vijf uur per nacht. Gaandeweg zat er ook een schommeling in mijn ervaring van de energie die ik op de momenten van de dag had. Om een voorbeeld te noemen: als ik me ’s ochtends, zoals gewoonlijk, fantastisch voelde, was de kans groot dat ik ’s middags vanaf een uur of 13.00, 14.00 volledig in kakte. Of dat de vermoeidheid al aan het begin van de avond te veel werd en ik naar bed mòest. En de volgende dag was dan de ochtend een ramp, of weer de middag, of de avond weer. Er zat totaal geen logica, regelmaat in mijn bioritme, leek het. Daar kwam ik pas achter toen de praktijk-assistente van mijn nieuwe huisarts constateerde dat het om energie-schommelingen ging. Te behandelen met uit het blote hoofd gesuggereerde antidepressiva (‘of andere medicatie’).

Ik schrok: antidepressiva? Daar had ik slechte ervaringen mee vanuit het verleden. Die pillen hielden mij tien jaar lang ergens in het midden van mijn welzijn: niet somber, geen zwaarte, maar ook geen blijheid, geen enthousiasmes, geen geluksbelevingen. Daar was ik zo blij om geweest, dat ik daar eindelijk vanaf was geraakt. En daar zou ik nu weer aan moeten, omdat mijn lichaam zich zo vreemd gedroeg. Nee, lijkt me niet, dacht ik en zei ik vervolgens ook tegen huisarts en psychiater. Gelukkig drongen zij niet aan. Ze waren zelfs niet afkerig van het door een vriend geopperd plan om een antroposofisch therapeut te bezoeken. Dat moest ik dan maar proberen, zeiden ze. Wij kunnen niets voor je betekenen, zoals de zaken er voor staan.

Ritmische massage, wat moest ik me daar bij voorstellen? Ik dacht eraan dat de masseur mij zou bespelen als was ik een setje conga-drums. Niets was minder waar. Het leek zelfs sterk op de ontspanningsmassage die een vriendin/massage-therapeut me een paar dagen voor de eerste sessie gaf; een zachte serie strelingen. Niks van het beeld van de masseuse die mijn huid kneedde als was ik een stuk deeg, om te vormen tot een brood en dan de oven in geschoven. Nee, strelingen, als een artiest die zijn penseel over het canvas laat glijden. Een kind kan de was doen, zo simpel.

Ja, dat zeg ik wel, dat het zo makkelijk lijkt, zo weinig lijkt voor te stellen. Maar niets lijkt me, nu, minder waar. Het effect was namelijk, bij mij, groot. Elke keer van de zeven behandelingen tot die van vandaag, leidde tot een steeds grotere ontspanning in de dagen en nachten erna. En ook het ritme leek zich te herstellen tot normale etmalen van slapen en waken. Tot het moment dat ik vanmiddag het eind van de behandeling besprak sliep ik, de meeste nachten, weer normaal: zeven, acht uur per nacht.

Het effect, zo zei de therapeut al aan het begin, is meestal pas na een behandeling of twaalf te merken. Mijn lichaam echter, zo is mijn persoonlijke ervaring tot nu toe, reageert extreem sensitief op zelfs maar de kleinste veranderingen en behandelingen. Zo heb ik het bewust zijn van mijn angsten te danken aan de zeldzaamste bijwerking van het anti-depressivum Seroxat en reageerde ik met zelfmoord-gedachten op het anti-psychoticum Risperdal.

En vandaag opnieuw weer muizenissen. Had ik niet moeten aansturen op het beëindigen van de behandeling? Had ik eerder moeten denken aan het feit dat mijn slaap wel beter en langer werd, maar dat er nog steeds een verstoord ritme zat in de tijdstippen waarop mijn oogleden zwaar werden? Had ik niet moeten vragen of ze een interview wilde geven? Is dit een gevolg van het gesprek voorafgaand aan de sessie?

Het klinkt bijgelovig, maar ik kan niet anders dan vermoeden dat een en ander wel een punt raakt. Want in tegenstelling tot de afgelopen weken, waarin dat ritme weliswaar nog niet perfect was, maar dat wel steeds beter begon te worden, heb ik nu weer een a-ritme in mijn dag. Een a-ritmische ervaring.

Moet ik dit wel publiceren? Moet ik toch maar doorgaan met de behandeling? Wat als mijn therapeut (ik zal de naam niet noemen) dit leest? Zal dat dan (positieve, negatieve?) invloed hebben op de behandeling en de na effecten? Wat als mensen wegblijven bij de therapeut op basis van dit stuk of juist blind geënthousiasmeerd zijn. Aangetrokken door het al dan niet onvolledig lezen van dit dagboek van een patiënt die twijfelt of dit het eind is van de behandeling of juist een nieuw begin? Als u dit leest, weet ik het waarschijnlijk nog niet. Maar denk ik: wat maakt het uit, dood ga ik er niet van (of wel?).

Oh, ja, wat die zeven scheppingsbehandelingen betreft: God maakte er, mijns inzien, opgejaagd door de mens, de consument, een haastklus van. Waardoor de schepping niet voltooid werd en nooit volmaakt zal zijn. Net als, nog niet, deze behandeling. (Of moet ik maken dat ik wegkom?)

Geef een reactie