Site pictogram Tilburgers.nl

De avondklokrellen. Wat zit er achter?

De persconferentie in het Paleis Foto: Paula Anguita

Diepgeworteld anti-institutionalisme vraagt om verbindend collectief verhaal.

Nederland beleefde eind januari 2021  na het instellen van de avondklok de ergste rellen sinds 40 jaar, zoals de politie het omschreef, die gepaard gingen met gericht geweld tegen agenten en met vernielingen en plunderingen. Wat is de achtergrond van het geweld, wie zijn die raddraaiers?

En wat kan de overheid en de politiek eraan doen om de onvrede te stuiten? Hierover gaat de brede analyse van de Tilburgse Universiteit.

Het is een interdisciplinaire analyse met socioloog Peter Achterberg, bestuurskundige Pieter Tops, Juliette Schaafsma, geesteswetenschappen, sociaalpsycholoog Florian van Leeuwen en jurist Niels Karsten.

De relschoppers bestaan volgens de wetenschappers uit een zeer gemêleerd gezelschap, al zijn het voornamelijk jongemannen die ageren tegen wat zij een inperking op hun vrijheid vinden, repressie en daarom uit zijn op wraak.

Sociaalpsychoog Florian van Leeuwen  omschrijft dat als volgt: “Het uitzonderlijke bij de huidige rellen is natuurlijk dat het instellen van de avondklok niet gericht is op het verzwakken dan wel onderdrukken van de politieke oppositie maar op het inperken van de pandemie. Een klein aantal personen ervaart het instellen van de avondklok als repressie, een onterechte inperking van hun vrijheid, hetgeen hun wraakmotivatie activeert, wat hen naar agressie stuurt.”

Verharde straatcultuur

Foto: John Geerts

Pieter Tops, bijzonder hoogleraar bij de Jheronimus Academy of Data Science, waarschuwt dat de onvrede tot een risicovol mengsel kan leiden, zeker als grotere groepen bij elkaar komen. “Met name de soms grenzeloze agressie tegen de politie en soms ook tegen ondernemers is opmerkelijk. Die lijkt eerder het gevolg van een verharde straat- of tegencultuur dan van frustratie over corona of overheid.”

“Deze verharde straatcultuur vloeit deels samen met delen van de wereld van (kleine) criminelen, hooligans, doorgeslagen complotdenkers en rechtsextremisten. In steeds weer wisselende combinaties. Natuurlijk zijn er ook meelopers. Verheerlijking van geweld en radicale ontkenning van gezag komen in hun gedrag bij elkaar. Zij gebruiken daarbij het coronaverzet als vehikel.”

Ontworteling

Peter Achterberg, hoogleraar Sociologie (Tilburg School of Social and Behavioral Sciences). “Wat ze delen is een diepgeworteld anti-institutionalisme. Dat gaat niet alleen over de kritiek op de overheid, politiek en bestuur, maar ook over andere instituties: de wetenschap (RIVM/OMT), de media (de NOS die geen logo’s meer kan voeren, zwarte lijsten met journalisten) en de politie.”
“Een breder gedragen ongenoegen komt voort uit ‘ontworteling’, een fenomeen waarover al langer in de sociologie wordt geschreven. Pim Fortuyn schreef er feitelijk al over in zijn De verweesde samenleving, maar ook in de (inter)nationale literatuur wordt gewezen op grootschalige processen als detraditionalisering, globalisering en individualisering die spanning zetten op de relatie tussen (sommige) burgers en de eens zo gezaghebbende instituties.”

Geen perspectief

Ook Juliette Schaafsma zet de rellen in een bredere context. Zij is hoogleraar aan de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences. “Er is geen antwoord op de groeiende ongelijkheid, en geen perspectief van een oplossing voor de problemen van nu. Grote wereldvisies als het communisme en liberalisme hebben gefaald, religies zijn weggevallen. Gemeenschappen die mensen traditioneel beschermden of waar ze zich thuis of gehoord voelden zijn er niet meer of hebben aan betekenis verloren. De overheid heeft zich teruggetrokken en burgers zijn zelf verantwoordelijk geworden voor hun eigen leven. Tegelijkertijd is de overheid burgers steeds meer gaan wantrouwen, zie bijvoorbeeld de Toeslagenaffaire. Dan moet het niet verbazen als die burger zijn vertrouwen in de overheid verliest.”
“Bovenop dit alles komt dan een crisis, die uitvergroot wordt in de media en die offers vraagt van mensen van diezelfde overheid. Groepen die ontevreden zijn of normaal elders hun ontlading zouden vinden, zoals bij het voetbal, zoeken een uitlaatklep of een manier om aandacht te krijgen.”

Vertrouwen overheid geschaad

Cartoon van LuSa, gepubliceerd in 2012

Daarvoor is op de korte termijn uiteraard nodig dat het geweld wordt aangepakt vinden zij. Pieter Tops: “Een gouden wet uit de crisisbeheersing is om een scherp onderscheid te maken tussen degenen die op rottigheid uit zijn en de anderen. Voorkomen moet worden dat zij met elkaar gaan solidariseren. Meer inzicht in de verharde straatcultuur is een andere vereiste; we weten er domweg nog te weinig van. Hoe uit die verharding zich op straat, op school, in het uitgaansleven, in het gezin? Erkenning van sociale ongelijkheid als voedingsbodem hoort er ook bij. En versterking van ouderlijk en ander gezag. Het zijn allemaal geen kleine opgaven.”
“Voor het overige geldt: kritiek op de overheid, hoe onbeholpen of irrationeel soms ook geformuleerd, is niet alleen een grondrecht maar ook een voorwaarde voor een gezonde democratie. Laten we niet vergeten dat voor die kritiek ook wel reden is: niet alleen de avondklok, maar vooral het gestuntel met het vaccinatieprogramma komen het vertrouwen in de overheid niet erg ten goede: ‘als ze dat niet eens kunnen regelen.’ En terughoudendheid in woordkeuze zou politici sieren, zeker die van gevestigde partijen; spreken over een ‘burgeroorlog’ of – in een andere context – over een ‘bananenmonarchie’ gooit olie op het vuur.”

Geen oorlogsretoriek

Juliette Schaafsma: “Het is niet verstandig met oorlogsretoriek dat te lijf te gaan. Dat bevestigt de raddraaiers in hun gelijk met hun kijk op de overheid die hun vijand is. Het is ook belangrijk om te achterhalen wat de verschillende groepen in de oproer drijft.”
Ook Peter Achterberg pleit voor de-escalatie. “Mensen simpelweg beter informeren over nut en noodzaak van coronabeleid zal niet werken. Een oud adagium in de communicatiewetenschap luidt immers: meer informatie, meer polarisatie. Het zal eerder moeten komen van samenwerking en compromissen tussen (politieke) leiders van links tot rechts die hun achterbannen duidelijk maken dat centrale instituties als de overheid, de rechtsstaat, de wetenschap, et cetera wel bekritiseerd maar niet kapotgemaakt moeten worden.”

Burgervaders

Niels Karsten, gespecialiseerd in politiek leiderschap, illustreert dat met de reacties van de burgemeesters. “De wens is groot om het geweld hard te veroordelen, maar de burgervaders vertegenwoordigen wel iedereen. Aanduidingen als ‘het schuim der aarde’ en het opwerpen van de vraag of zij ‘de titel mens wel zouden mogen krijgen’ gaan ver.”
“Aan dat buitengewoon ingewikkelde aspect van het ambt gaf burgemeester van Rotterdam Aboutaleb veel nadrukkelijker invulling door zich in een filmpje op social media vermanend tot de relschoppers uit zijn stad te richten en hen direct aan te spreken op hun geweten. Sommigen zullen daarin misschien de felheid hebben gemist of te veel distantie hebben ervaren, maar het is een type leiderschap dat hem later beter in staat zal stellen in gesprek te gaan met de betreffende jongeren over wat hen uiteindelijk tot deze onacceptabele geweldsuitbarstingen heeft gebracht en de maatschappelijke achtergronden daarvan de begrijpen.”

Een nieuw narratief

Toch is geweld terugdringen en het gesprek voeren niet voldoende. Op de lange termijn heeft de samenleving ‘een nieuw narratief nodig, een verhaal waarin iedereen zich kan vinden’, stelt Juliette Schaafsma. “De overheid heeft momenteel geen visie op grote vraagstukken als de groeiende ongelijkheid en de klimaatveranderingen die nog eens juist de minder welvarenden het hardste zullen treffen. Noch een antwoord op de vraag hoe we weer solidair kunnen zijn met elkaar. Toen het economisch goed ging, hoefde Nederland geen keuzes te maken en was een visie minder relevant. Nieuwe overheidsmaatregelen zijn nu hard nodig om weer eenheid te creëren om te voorkomen dat verschillende groepen tegenover elkaar komen te staan in de samenleving. Dat doet een beroep op het collectief.”

Mobiele versie afsluiten