Oorsprong van Tilburg
Tilburg is één van de oudste bewoonde gebieden van Nederland, en dankt die vroege bewoning aan zijn hogere, droge ligging ten opzichte van de rest van de omgeving, die moerassig en nat was. Die ouderdom van het grondgebied van Tilburg en omstreken blijkt uit verschillende bodemvondsten, grafheuvels, tienduizenden speerpunten in Kraaiven, bronsmallen in de Katsbogte die wijzen op productie van metaal en er zijn diverse aanwijzingen dat er al permanente bewoning was in het jaar 9.000 voor Christus.
Er is maar weinig beschreven. De eerste naam die op Tilburg lijkt, ‘Tilliburgis’ duikt voor het eerst op in een overdrachtsakte van 21 mei 709 die in de archieven van Echternach tevoorschijn kwam. Deze akte gaat over een schenking van een domein van grootgrondbezitter Engelbert aan een aantal hoeven in Alphen en is opgemaakt in Tilburg: ‘actum publice Tilliburgis’, globaal vertaald als ‘gedaan in het openbaar in den Tilburgen’.
Even naar naar de herkomst van de naam Tilburg. Dat is een lange discussie, zie hier een uiteenzetting over de mogelijke oorsprong, en een uitleg van Henk Kuiper. De eerste uitleg verwijst naar de Germaanse taal. Tilli (oud Germaans) staat voor ‘nieuw verworvene land’ en heeft ook raakvlakken met het woord ’tilian’, wat ploegen betekend. Het woord ‘burgus’ duidt op een versterkte nederzetting, waarschijnlijk met een bepaalde juridische status. De tweede verklaring over de herkomst van Tilburg verwijst naar het gangbare latijn, dat voor onze streken altijd genomen is voor naamgeving. Dan komt de naam van Tilia in beeld, het Latijns voor Lindeboom, een boom die van oorsprong in de gebieden rondom Tilburg veel voorkomt en door bodemgesteldheid en klimaat goed kan gedijen. In allebei de gevallen duidt het op meerdere nederzettingen, al dan niet gegroepeerd rondom een linde.
Die versterkte nederzettingen, die we later kunnen aanduiden als de herdgangen van Tilburg, komen steeds terug in de verdere geschiedenis van de stad. Er is dus nooit één Tilburg geweest, maar het was een verzameling vrij zelfstandige nederzettingen, vaak gegroepeerd rondom een driehoek waar een aantal wegen samenkomen die een paar kilometer van elkaar af lagen.
In de periode van de vroege middeleeuwen ontstonden grotere, strookvormige akkercomplexen, omwald met hakhout, en door bevolkingstoename, nam het aantal woningen toe bij de herdgangen. Door erfopvolgingen van boerenfamilies met veel kinderen raakten de gronden bovendien versnipperd.
De herdgangen waren verbonden door zandpaden en doorkruisten elkaar in een groot, onbewoond stuk, ‘De Schijve’ waarbij de Heikant (Heijdsijde) een aparte noordelijke herdgang vormde en een verbinding stond met het Goirke en Groeseind.
Oerle, Broekhoven en de Goirlese herdgangen maakte deel uit van een grotere zuidelijke gebied, zonder directe verbinding met ‘De Schijve’. Hasselt, Veldhoven, Loven, Heuvel, Markt, Korvel, Berkdijk, De Rijt, De Hoevens, Bokhamer lagen om De Schijve heen. Pas na 1860 wordt De Schijve langzaam bebouwd, allereerst met de aanleg van de spoorweg en het station.
Bestuur en Politiek
De gebieden rondom Tilburg zijn ergens tussen de 11e en 12e eeuw in handen gekomen van het hertogdom Brabant. In 1387 duikt een document op dat Johanna van Brabant, als eigenares van de gronden, een lening krijgt van 4.000 ‘schilden’ waarvoor als onderpand, onder andere de gebieden rondom Tilburg dienen. Ze krijgt de lening van Pauwel I van Haestrecht (1340-1401) die samen met het vruchtgebruik ook de opbrengsten, cijnzen (belastingen) en renten mag opstrijken naast het houden van strafzaken en innen van boetes (een zogenaamde hoge en lage heerlijkheid). Het betreft een zeer langlopend contract dat door erfrecht en verkoop doorgezet kan worden. Hij is de eerste ‘heer’ van de heerlijkheid Tilburg-Goirle.
Na diens dood gaat het vruchtgebruik over naar zijn zonen, totdat Jan van Haestrecht (1473-1530) alleen een dochter heeft. Deze trouwt met Robert van Malsen, die dan de heer wordt. Nadat een van diens kleinzonen, Adriaan, in 1621 kinderloos sterft gaat de heerlijkheid over via zijn zuster Maria naar haar man Anthonie Schets, baron van Grobbendonck. Zijn kleinkind verkoopt de heerlijkheid in 1710 aan Wilhelm, Prins van Hessen Kassel. Hij laat onder meer de Oude Warande aanleggen en geeft opdracht om een hele grote landkaart te maken, die later bekend wordt als ‘De Kaart van Zijnen’. Tenslotte gaat in 1754 de heerlijkheid over naar Gijsbertus Steenbergenis, heer van Hogendorp. In 1795 vielen de Franse troepen Nederland binnen en werd Tilburg onderdeel van de Bataafse republiek. Dat kwam de stad niet slecht uit, er was meer sympathie met de Fransen dan met de Hollanders. Doordat Lodewijk Napoleon in 1809 Tilburg stadsrechten gaf, kon de wol-industrie zich ontwikkelen zonder afhankelijk te zijn van het monopolie dat Leiden had. De exportgrenzen naar Frankrijk lagen nu open voor de textielstad en de fabrieken schoten daarna als paddenstoelen uit de grond. Na 1813 werd Tilburg onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden en werd het stadsbestuur aangevoerd door een burgemeester.
Bestuur en Rechtspraak
Van belang is het document van 12 juli 1342 waaruit blijkt dat Tilburg een eigen vorm van rechtspraak kreeg, en bijzonder, rechtspraak op alle niveaus. Het gaat in feite om een formalisering van een bestaande toestand, maar geeft ook aan dat het hertogdom Brabant belang hechtte aan de heer die de Tilburgse gemeenschap diende. Een andere belangrijke oorkonde dateert van 23 maart 1453, die is uitgevaardigd door Philips van Bourgondië, als hertog van Brabant en gericht aan Pauwels van Haestrecht, de eerste ‘heer’ van Tilburg. Deze kreeg de bevoegdheid om een raad van zeven schepenen (medebestuurders en rechters) aan te stellen, en ze naar eigen goeddunken te ontslaan. Bovendien moest men bij de schepenbank in Den Bosch ’te hoofde gaan’ (raad vragen) bij processen en beroep.
Schout (of drossaard)
Met het document uit 1453 werd ook het beroep van ‘schout’ officieel bevestigd. De schout was de vertegenwoordiger van de heer bij regelgeving, bestuur en rechtspraak. Hij zat ook de rechtbank voor, en wees vonnissen tezamen met de schepenen. Bovendien trad hij bij processen op als officier van justitie. De schout was ook nauw betrokken bij het bestuur. Hij moest de schepenen en andere bestuurders en ambtenaren installeren. Daarnaast was hij ook aanwezig bij het ‘afhoren’ van allerlei rekeningen, bij taxaties en controles. Regelmatig moest hij voor de heerlijkheid of voor de afzonderlijke dorpen op reis.
Tot de ambtenaren die de schout dienden hoorden de secretaris, een functie die een voorloper is van de gemeentesecretaris. Een vorster, een gerechtsdeurwaarder, veldwachter of politieagent. Een ijkmeester en een keurmeester waren ook actief voor de schout, die waren altijd aanwezig op de week- en jaar-markten. Het betrof voor alle bestuurlijke functies die hierboven zijn genoemd veelal nevenfuncties.
De Herdgangen
In de eerste helft van de zestiende eeuw zijn de volgende herdgangen bekend uit de diverse archiefstukken:
- Corvel en het Laer
- Oerle met Broeckhoven, Eselven en Stappegoer
- de Berckdijck
- de Rijt
- de Hasselt met het Creijenven en Cleijn Hasselt
- de Stockhasselt
- die Heijdsijde (Heikant, waaronder De Schans)
- die Hoeven met de Herstal en de Bockhamer
- die Veldhoven met het Goerke en de Horevoert
- Loven met Eijndthoven
- de Hoevel met de Kerck
De Herdgangen hadden een grote autonomie, met een ‘kapitein’ die als wijk en brandmeester optrad en ook politiefuncties op zich nam bij het afzetten van een terrein bij executies en het verjagen van niet toegelaten bedelaars. Daarnaast had elke herdgang twee vertegenwoordigers in het adviesorgaan van de schout. In latere eeuwen is de macht van de herdgangen steeds verder teruggedrongen, alhoewel het groepsgevoel binnen de Herdgang uniek bleef. De spoorlijn gaf destijds een rivaliteitslijn aan tussen de aloude traditionele herdgangen van de Veldhoven en Hasselt, en de Herdgangen rond de Heuvel waar de centrale administratie en bestuur zetelde. ‘De stadse kant’. Zelfs het dialect tussen het noorden en het zuiden had belangrijke verschillen.
In 13 verschillende beschouwingen gaan we de komende weken de herdgangen afzonderlijk onder de loep nemen. We kijken terug naar het verleden, bezien wat er nu nog van over is en praten met (oud)-buurtbewoners over het reilen en zeilen vroeger in zo’n buurtschap. Door de grote uitbreidingen van Tilburg na 1880 zijn er ook nieuwe buurten ontstaan die vroeger nog weiland waren, te denken valt aan Groeseind, De Besterd, Broekhoven, Theresia. Toch kunnen al deze buurten nog gelinkt worden aan de Herdgangen van vroeger.
Na afloop van de dertien-delige reeks volgt een complete lijst van geraadpleegde bronnen en literatuur.
De herdgangen van Tilburg 1 – De Stokhasselt
De herdgangen van Tilburg 2 – Oerle
De herdgangen van Tilburg 3 – De Reit
De herdgangen van Tilburg 4 – De Berkdijk
De herdgangen van Tilburg 5 – De Hoeven
De herdgangen van Tilburg 6 – De Heikant
De herdgangen van Tilburg 7 – Loven
De herdgangen van Tilburg 8 – Broekhoven
De herdgangen van Tilburg 9 – De Hasselt
De herdgangen van Tilburg 10 – De Veldhoven-Goirke
De herdgangen van Tilburg 11 – Korvel
De herdgangen van Tilburg 12 – Goirle
De herdgangen van Tilburg 13 – Heuvel/Markt
Geraadpleegde literatuur
Op Facebook is er een aparte pagina voor de Herdgangen van Tilburg
Noot: De macht van de katholieke kerk, en de invloed ervan is hier buiten beschouwing gelaten. De pastorele zorg van de gebieden rondom Tilburg viel sinds 1232 door de Norbertijnen onder de abdij van Tongerlo. In ruil daarvoor betaalde de bevolking de zogenaamde tienden.
De tiend is in principe het tiende deel van de oogst aan gewassen en van de geboren dieren, af te dragen aan “de kerk”.De kerkheren hieven de tiend, deels ter bekostiging van de bouw en het onderhoud van het kerkgebouw (althans formeel gezien), en voor een derde ter bekostiging van de pastoor. Soms hief de pastoor zelf dat derde deel. Het tiendrecht werd in later tijd wel eens verkocht of weggeschonken en zo kwamen er andere tiendheren op het toneel. Het binnenhalen van de ’tienden’ werd verpacht aan de tiendpachters. Hier meer uitleg.
Goed geschreven en erg informatief. Inderdaad zoals de stad gegroeid is doordat de herdgangen aan elkaar groeiden is best uniek te noemen. Leuk ook om oude en nieuwe kaarten met elkaar te vergelijken: de oude middeleeuwse stratenstructuur is nog steeds voor een groot deel in het huidige stratenpatroon te ontdekken. Overigens is het dorp Goirle ook ontstaan rond een herdgang, al zullen ze het daar ontkennen, dat lijkt immers te Tilburgs 😉 , ze hebben daar immers een plein “Frankische Driehoek” (historisch onjuiste naam) en een straat “Den Oude Heertgang” genoemd. Dat is niet voor niets!
Bedankt voor deze leuke en interessante uiteenzetting(en) over Tilburg. Ik sluit me bij Petra Robben aan. Graag wat bronvermeldingen.
Ben heel erg benieuwd naar alles wat nog gaat volgen!
Dag John, waar komt deze informatie vandaan? Ik zou er een bronvermelding bij zetten zodat de ‘lezer’ deze tekst al dan niet kan gebruiken voor werkstukken of onderzoek. Of heb je zelf onderzoek gedaan? Dan nog is het handig om te zien waar jij je info uit hebt gehaald.
Vr groet, Petra Robben
Historisch gezien uniek, vooral ook gelet op de ouderdom van de herdgangen. Rond 1665 woonde in Tilburg en omgeving bijna 9.000 mensen, en dat was bijvoorbeeld groter dan ’s Hertogenbosch destijds. Van de niet-stedelijke nederzettingen was Tilburg na Den Haag zelfs het grootste dorp van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Veel vluchtelingen die geen toevlucht konden vinden bij de stadspoorten van Breda of ’s Hertogenbosch zochten hun heil daarom in Tilburg, waaronder veel geloofsvluchtelingen, zoals de hugenoten. Doordat de arme gronden rondom Tilburg te weinig zekerheid boden was er al vroeg een textiel en laken-nijverheid, inclusief een uitgebreid netwerk voor handel erin, ongetwijfeld opgezet met kennis van vluchtelingen vanuit het zuiden en patriotten vanuit het noorden.
Welke steden of dorpen hebben eenzelfde herdgangen en frankische driehoeken structuur als Tilburg? In andere woorden zijn er nog meer plekken in Nederland die vanuit herdgangen en woonplaatsen samen zijn gesmolten? Of is dit uniek?
Erg leuk artikel. Mag je meer van doen!
Pauel of Pauwel, Blijkbaar heb ik dan toch Tilburgse Roots -:)
very good enherkenbaar indeed , Alphen en hiklvarenbeeek <> meer over origine van Tilburg dan Tilburg zelf …… zoe ook de Archeologische /meerwaarden kaart ………….joop
Complimenten voor het artikel en ik kijk al uit naar het vervolg!
het is wel zo dat Tilburg hoog ligt: de onderste trede van de Heuvelse kerk,ligt gelijk aan het hoogste topje van de Sint Jan in den Bosch.
Ik denk dat dat fotobijschrift niet klopt: de bruine kleur kan nooit de zeespiegel zijn. In dat geval zijn de Brabantse waterlopen dus zeearmen. Ik denk dat we hier eerder met grondsoorten of zoiets te maken hebben.