Beeldend kunstenaar Melle Smets en filosoof Bram Esser woonden een maand lang onafgebroken op de snelweg, waar hun tocht hen leidde langs benzinestations, praatpalen, motels en homo -ontmoetingsplaatsen. Voorbij aan de clichés ontdekten ze dat de snelweg veel méér is dan een strook asfalt, ooit bedoeld om van A naar B te komen.
In de tentoonstelling ‘De Mobilist, de snelweg en het ommeland’ wordt de ontdekkingstocht door Brabant in persoonlijke verhalen, foto’s en illustraties weergegeven. Wat ze op de snelweg aantreffen, weerspiegelt de maatschappelijke ideeën over wonen, werken en leven. Daarnaast staan een aantal grote infrastructurele kunstprojecten in de schijnwerpers die het bkkc ontwikkelde voor de A50, A27, A2 en N329. Op die manier wordt duidelijk hoe kunstenaars en ontwerpers kunnen bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit en beleving van het snelweglandschap.
Naast een gedrukte Snelwegkrant die vanaf 20 juni gratis bij de tentoonstelling te verkrijgen is, vinden er ook een aantal speciale activiteiten plaats. Zo wordt er een lezingenprogramma georganiseerd in juli over de snelweg als publieke ruimte en vindt er in augustus een Snelwegsafari plaats die het publiek op een bijzondere manier laat kennismaken met de infrastructuur van Brabant. Alle ervaringen van de twee reizigers worden gebundeld in een boek, dat in augustus wordt gepresenteerd bij het bkkc.
De tentoonstelling is van 19 mei tot en met 28 augustus te bezoeken bij het bkkc, Spoorlaan 21 i-k. Als smaakmaker staat één van de verhalen, ‘Het snelwegorakel’, alvast te lezen op de website van het bkkc. Meer informatie: www.bkkc.nl/demobilist.
1 reactie
Voeg die van jou toe →Mobiliteit is een intieme en tegelijkertijd publieke aangelegenheid. Inzake kunsttoepassingen langs en bij snelwegen en op verkeersknooppunten ervaar ik hier los daarvan en autonoom
een soort schoonheid die alles te maken heeft met het wegverkeer. Statische objecten en gemotoriseerde voertuigen, elkaar inhalende auto’s en passerende vrachtwagens, lichten in ondergaande zon en volledige duisternis opgevuld met straatverlichtingen, reflecterende wegmarkeringen, artistieke lichtsculpturen en
vooral ook stijgende en dalende objecten in het luchtruim boven de snelweg, het is een symfonie. Hoewel ik persoonlijk geen auto bezit en er ook nauwelijks gebruik van maak zijn de vakantie autotochten voor mij elk jaar opnieuw een blanco cahier. In tegenstelling tot de beroepsmatige weggebruikers ziet mijn infrastructuur geen verveling, opstoppingen en eindeloze files, bloedige botsingen, omleidingen en geplande obstakels op slecht en goed wegdek.
Toch wel een vreemde en ook wel ietwat bizarre gedachte als zou de provincie noord brabant 1 groot stadteland zijn waarin steden en dorpen verworden tot woonwijken , straten de wandelpaden worden voor voetgangers en fietsers, de woonhuizen permanent bewoonde blokhutten en mini motels, parken en tuinen pleisterplaatsen voor zwervers en gezinnen, bossen mini reservaten voor konijnen, eekhoorns, herten en al het andere flora en fauna. Bij een stadteland hoort inderdaad ook een infrastructuur die lijnen en cirkels, vierkanten en driehoeken, kegels en bollen dicteren. En niet te vergeten de techniek die ervoor nodig is om wat bovengronds zichtbaar is, ondergronds een wiskundig stelsel vormt van in hoogontwikkeld technisch vormgegeven chaos.