Ergens begin jaren veertig. Fotograaf Schmidlin hield ook van het maken van portretten in interieurs. Hier is Schmidlin in de huiskamer van de opzichterwoning van weverij en chemische wasserij de Regenboog. Dit pand lag aan de Bredaseweg 213, destijds bewoond door de familie Cools-van Opheusden.

Staand van links naar rechts; Henricus L. Cools (1882-1972) gehuwd met Cornelia A. Somers, Vincentius H. Cools (1876-1952) gehuwd met Josepha M. van Oosterhout, Gerdina J.M. Cools (1890-1975) gehuwd met wolmaler Johannes H. de Rooij, Toon Cools (1888-1960) gehuwd met Wilhelmina C. van Opheusden, Cornelia P. Cools (1893-1954) gehuwd met wolmaler en groentenhandelaar Cornelius W. Broers, Franciscus C. Cools (1886-1965) ongehuwd, Joanna M.J. Cools (1879-1960) gehuwd met wollenstoffenwever C.H.J. Oerlemans en Joannes C. Bertens, Petronella C.A.M. Cools (1892-1973) gehuwd met duivelaar Josephus A.M. Laurijssen.
We zien hier van Links naar Rechts de vader Toon Cools (1888-1960), zoon Jos (1925-2002), moeder Mien van Opheusden (1892-1966) en dochter Anneke (1921-2007).
De ouders van vader Toon hadden maar liefst 13 kinderen waarvan Toon de tiende was. Ze woonden aan de Akkerstraat 36 in Tilburg. Toon ging in 1906 in dienst van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL). Via de Waalkazerne te Nijmegen vertrok hij naar de Oost. In 1912 kwam hij voor korte tijd terug naar Nederland en verbleef daarna nog minstens 6 jaar in Indië voordat hij opzichter werd bij de Regenboog. De familiefoto is in 1912 gemaakt door de fotograaf J van der Schoot.
Dochter Anneke trouwde in 1945 met Jan Kuhne, kreeg acht kinderen en bleef altijd in Tilburg wonen. Zoon Jos werd later manager bij de Gouden Gids en verhuisde naar Zeist waar hij ook begraven is.
Vader Toon was de opzichter van de Regenboog, stoomververij en chemische wasserij, en opgericht in 1898. In 1903 ontving het bedrijf al het predicaat hofleverancier. In 1908 werd de eerste stoommachine van 50 paardenkrachten geplaatst.
In 1918 werd de eerste winkel geopend in de Nieuwlandstraat, later kwam er nog een tweede winkel in de Stationsstraat. In totaal zijn er in de loop der jaren vierentwintig winkels geopend, waaronder drie filialen in Amsterdam. Het bedrijf beschikte toen over vijftien vrachtwagens. Op het hoogtepunt telde het bedrijf 650 personeelsleden. In 1940 waren er nog maar 400 werknemers over.
In 1961 fuseerde De Regenboog met Palthe, een bedrijf dat al sinds 1873 actief is met stomerijen . Regenboog-Palthe ging in 1993 failliet , mede vanwege de hoge kosten om de vervuilde terreinen van De Regenboog te saneren.
Recente reacties