Een nieuwe stad met veel beton; de stadsvernieuwing van Tilburg in de jaren 60 in beeld. Het hoogspoor en het Nieuwe Station:
Architect Koen van der Gaast ontwierp het station, dat in 1965 in gebruik werd genomen. Bij het ontwerp is gebruik gemaakt van vernieuwende staalconstructies. Vooral het enorme dak dat gemaakt is van zogenaamde hypparschalen, valt op. Onder deze ‘zwevende’ overkapping liggen de perrons.
Omdat er slechts een smalle strook langs de Spoorlaan beschikbaar was, ontwierp Van der Gaast een station dat zover mogelijk tegen de spoorbaan werd aangezet en gedeeltelijk ook onder de perrons werd geschoven. Zo ontstond er zelfs ruimte voor een voorrijstrook.
Om het geheel toch een monumentale aanblik te geven, werden alle kaarten gezet op de overkapping. De golvende kap spreidt zich als een langgerekte paraplu uit over de perrons, het ontvangstgebouw en de voorrijstrook, waardoor ook de straat bij het station wordt betrokken. Alles-onder-n-dak is hier het uitgangspunt. De grote overkapping zorgt niet alleen voor beschutting, maar is tegelijkertijd een architectonisch middel om stad en spoor met elkaar te verbinden. Niet eerder en ook niet later is dit idee zo volledig tot zijn recht gekomen als bij het Tilburgse station.
Het Nieuwsblad van het Noorden is één van de vele kranten die aandacht schenkt aan de opening van het nieuwe station op 28 oktober 1965, maar het is één van de weinigen die er een gehele pagina aan besteedt. De Waarheid schrijft in 1969 over Tilburg: “De brede boulevard langs het hypermoderne station plakt Tilburg terecht het etiket ‘grote stad’ op.”
Recente reacties