In navolging van de Jeugdzorg en de WMO, zal ook de AwbZ in de toekomst door de gemeenten moeten worden georganiseerd. Deze zaken zijn altijd door het Rijk geregeld, maar binnen enkele jaren moet de gemeente dit overnemen. Deze drie transities zijn een flinke klus, die enkele jaren in beslag nemen. Voor de Jeugdzorg en de WMO heeft de gemeente inmiddels een plan, maar voor de AwbZ, die samengevoegd wordt met de WMO, nog niet.
Een voorbereidingsgroep van een aantal raadsleden heeft als eerste stap gesprekken gevoerd met mensen die ermee te maken krijgen, zoals: cliënten, hulpverleners, instellingen en deskundigen. Het verslag, dat vanwege persoonlijke gegevens van mensen niet openbaar is, werd tijdens de raadsvergadering van maandag 24 juni goedgekeurd, maar niet nadat er 15 moties (wijzigingsvoorstellen) werden ingediend, waarvan de eerste 11 zelfs door (bijna) de hele raad. Marko van Dalen, VVD en voorzitter van de voorbereidingsgroep licht toe: Deze 11 gezamenlijke moties zijn de oogst van de werkgroep die gesprekken heeft gevoerd met woordvoerders van organisaties, cliënten, hulpverleners et cetera, in totaal 46 gesprekken.”
Zo moeten er in alle wijken ontmoetingspunten voor gezondheidszorg komen. En doordat er ook fors bezuinigd moet worden, moeten mensen veel meer zelf gaan doen en voor elkaar gaan zorgen. Mensen moeten bewust worden gemaakt van hun eigen zorgkosten en de financiële gevolgen inzien van het aanvragen van een voorziening. Anderzijds wil de werkgroep ook aandacht zaken die misschien extra tijd en geld kunnen kosten, maar die ‘erger’ kunnen voorkomen.
Doordat mensen eerst zelf hun zorg moeten gaan regelen, al dan niet met behulp van hun omgeving, zijn er in de toekomst veel meer mantelzorgers en vrijwilligers nodig. Daarom wil de werkgroep dat er voldoende voorzieningen zijn om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Bijvoorbeeld door mantelzorgers tijdelijk te ontlasten, netwerken waar mantelzorgers ervaringen uit kunnen wisselen en zorggerichte cursussen voor mantelzorgers en vrijwilligers.
Zorg die nu onderverdeeld is in WMO-zorg en AwbZ-zorg wordt nu door verschillende hulpverleners gedaan, wat extra bureaucratie veroorzaakt en verwarrend is voor de patiënt. De werkgroep wil graag dat de hulp via één hulpverlener loopt, die de patiënt goed kent en vertrouwt. Dit geldt ook voor hulpverleners via Jeugdzorg, waarmee moet worden samen gewerkt. Als er meer dan één hulpverlener bij een gezin over de vloer komt, moet één van hen de leiding hebben en alle hulp coördineren. Precies zoals nu wordt uitgeprobeerd in de wijk Groenewoud.
De werkgroep vindt het ook belangrijk, dat mensen een dagbesteding hebben, zodat zij onder de mensen komen en een sociaal netwerk kunnen opbouwen. Hier liggen raakvlakken met het nieuwe NOMA-beleid (Nieuw Organisatie Model Arbeidsmarktbeleid), dat de gemeente graag zo snel mogelijk wil invoeren.
Tot slot wil de gemeenteraad dat mensen goed en duidelijk worden geïnformeerd over veranderingen en ook ruim op tijd, zodat iedereen aan de veranderingen kan wennen. Daarom moet de gemeente nauw contact houden met cliëntenraden, -organisaties en de WMO-Adviesraad.
1 reactie
Voeg die van jou toe →Inmiddels is de transitie al onderweg en deels voltooid. Ik vind het lastig te zeggen of het nu echt een vooruitgang is. Ik hoop alleen maar dat de kwaliteit in de zorg gewaarborgd blijft (of beter nog: omhoog gaat). Misschien zou een brede aanpak met een opleidingsbureau voor de zorg een suggestie zijn.