Site pictogram Tilburgers.nl

Een bewogen busreis naar Bosnië

img_0483 veerle 1In Tilburg PortAgora, Centrum voor Europese samenwerking. Al sinds 1999 ondersteunt PortAgora humanitaire projecten in Bosnië en Kroatië. Er is een loket voor Poolse arbeidsmigranten die in Tilburg werken, een kringloopwinkel voor mensen met een kleine beurs en een atelier waar tweedehands meubels worden opgepimpt tot vintage prachtspul. De opbrengsten van winkel en atelier betalen voor de humanitaire projecten. In de winkel werken vrijwilligers onder wie veel mensen die willen re-integreren op de arbeidsmarkt. Enkele van hen zijn inmiddels alweer uitgestroomd naar een betaalde baan. PortAgora ondersteunt met geld en middelen een opvangcentrum voor ouderen in Trogir in Kroatië en een centrum in Doboj Istok in Bosnië waar verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, getraumatiseerden, ouderen -al dan niet dement- en moeilijk opvoedbare kinderen worden opgevangen.

In juli wordt het Srebrenica Wave festival georganiseerd door Bosnische jongeren in samenwerking met jongeren uit heel Europa en diverse Europese humanitaire organisaties. Ook PortAgora steunt dit festival. Als bestuurslid ging ik erheen, samen met vrijwilligers en drie bands met jonge artiesten onder wie Sanae Casita en haar band, en Robyn met de band Ruins van de Rockacademie. Het gezelschap werd uitgebreid met een groep veteranen, onder wie enkele Dutchbatters die in 1994 en 1995 op militaire VN-missie zijn geweest. De veteranen hadden twee filmers, een schrijvend en een tekenend journalist van de Volkskrant en BN de Stem meegenomen en ook Hind Hakki, één van de artiesten, had een filmer bij zich. Het werd één van de meest bijzondere intense reizen die ik ooit heb gemaakt…

Artiesten, veteranen, vrijwilligers

img_0475 veerle 2Door vakantieverkeer en wegwerkzaamheden duurde de heenreis per touringcar maar liefst zesendertig uur. Voordeel daarvan was dat de groep onbekenden onderweg volop de tijd had elkaar te leren kennen. De veteranen waren gespannen: de meesten van hen hebben een vorm van PTSS door de ervaringen tijdens hun uitzending naar Bosnië waar begin jaren negentig een burgeroorlog woedde. Voor hen zou dit de eerste keer worden dat ze terug in Bosnië waren om te kijken of terugkeer hen zou helpen bij de verwerking van hun ervaringen.

‘s Zaterdagsavonds laat kwamen we aan in Potočari waar we gastvrij werden ontvangen door de mensen van de Bosnische NGO (non-gouvernementele hulporganisatie) en de mensen van Emmáus Bosnië. Potocari is een dorp vlakbij het stadje Srebrenica: lezers van boven de dertig zullen de naam herkennen uit de berichtgeving over de oorlog twintig jaar geleden. De PortAgoravrijwilligers, de jonge artiesten en filmers werden ondergebracht in een leeg huis op loopafstand van het Emmáus-jeugdcomplex waar alle Europese jongeren waren gehuisvest voor het festival die week. Ik kreeg de enige nog lege kamer bij Emmáus. Die bleek in de loop van de week handig voor allerlei organisatorische klussen die de rest van de week in mijn schoot vielen. En diende tevens als opslagplaats voor rugzakken en tijdelijke rustplek voor vermoeide veteranen, die overnachtten bij een Nederlandse in Srebrenica gevestigde veteraan.

Potočari, Srebrenica en Dutchbat

img_0347 veerle 3Na een korte nacht vertrok de hele groep zondagochtend te voet in de zinderende hitte naar het nabijgelegen War Memorial waar de meer dan achtduizend moslimmannen en -jongens begraven liggen die in de dagen na 11 juli 1995 werden vermoord door de Bosnisch-Servische troepen van generaal Mladic. De gedenkplaats ligt pal tegenover een enorm vervallen complex van staalfabrieken. Tijdens de oorlog was daar de compound gevestigd van Dutchbat, de Nederlandse troepen die door de Verenigde Naties waren uitgezonden om de strijdende partijen -de Serviërs en Bosnische moslims- uit elkaar te houden en de inwoners van de Bosnische enclave te beschermen. Helaas hadden de VN een veel te beperkt mandaat dat militair ingrijpen eigenlijk al bij voorbaat onmogelijk maakte. Daarvoor waarschuwde toenmalig commandant der strijdkrachten generaal Couzy minister van Defensie Ter Beek. Toch besloot de landelijke politiek middels een motie van PvdA en CDA om Nederlandse troepen te sturen. Die mochten alleen geweld gebruiken voor zelfverdediging en alleen luchtsteun vragen als ze zelf werden aangevallen. Bovendien waren ze niet adequaat bewapend en niet goed voorbereid.

Wat gebeurde er ook alweer in juli 1995?

bosniewarmemorial2 veerle 4De Bosnisch-Servische troepen kregen bizar genoeg toestemming van de VN om Dutchbattransporten vanaf de logistieke basis in Lucavac te controleren. Ze maakten de aanvoer van voldoende voedsel, brandstof en andere middelen naar de Dutchbat-militairen onmogelijk. Die vielen dan ook kilo’s af in weken. Ze moesten zich behelpen met geïmproviseerde douches en met vervoer van noodzakelijke spullen op de rug van ezels van de lokale bevolking. De Dutchbatters zaten zonder dekking op hun compound in een smal dal, omringd door bergen van waaraf Bosnisch-Servische stellingen hen beschoten. De Franse VN-commandant in Joegoslavië Janvier weigerde bevoorrading vanuit de lucht. Luchtaanvallen waren verboden door de VN. Mladic gijzelde 400 VN-militairen onder wie Nederlanders. Nederlandse observatieposten werden beschoten door de Serviërs. Water en brandstof raakten op, Nederlandse soldaten kwamen om of raakten gewond. Vijfduizend uitgeputte, zieke, angstige bewoners van Srebrenica zochten hun toevlucht op de compound. Een veelvoud van hen paste er niet meer bij en moest noodgedwongen worden tegengehouden. Bosnisch-Servische troepen rukten op 10 juli 1995 op en vielen niet alleen Bosnische maar ook Nederlandse stellingen aan. Overste Karremans vroeg de VN meerdere malen om luchtsteun maar kreeg die niet. Dutchbat en de moslimstrijders moesten opgeven. Nog maar een paar weken geleden werd bevestigd wat vele Dutchbatters al vermoedden: ze zijn opgeofferd in een geheime deal tussen Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS.

Genocide

bosniewarmemorial veerle 5De tientallen duizenden moslimvluchtelingen uit de enclave moesten worden geëvacueerd maar Mladic belette dat. De mannen werden van de vrouwen gescheiden, de vele bussen ingeslagen die Mladic had laten aanrukken, en afgevoerd. De Dutchbatters konden niet anders dan machteloos toekijken. De Nederlandse kapitein Rutten maakte foto’s met daarop dode mannen die kort daarvoor nog springlevend waren. Het fotorolletje verdween later zogenaamd. Overste Karremans onderhandelde met Mladic over de evacuatie van gewonden en de terugtocht van Dutchbat naar Zagreb. Mladic buitte de onderhandelingen publicitair uit door ze te filmen. De beelden gingen de hele wereld over en zorgden overal voor het idee dat Dutchbat Mladic van harte ter wille was geweest bij zijn verovering van de enclave en het afvoeren van de moslimmannen.

Pas achteraf, na thuiskomst in Nederland, zagen de Dutchbatters met wie we het War Memorial en de compound in Potočari bezochten op het tv-journaal wat er met alle moslimmannen was gebeurd: ze waren verspreid over de enclave en op verschillende plekken zoals een school, een voetbalveld en de bossen gemarteld, doodgeslagen, doodgeschoten of vermoord met handgranaten. Een van de Dutchbatters vertelde iets wat ik nooit heb geweten: er zijn door de Bosnische Serviërs ook meerdere bussen afgevoerd met jonge moslimvrouwen. Niemand weet wat er met hen is gebeurd maar het laat zich raden…

Meer dan achtduizend bewoners van de enclave liggen inmiddels begraven op een immens grafveld op de flanken van de bergen tegenover de Dutchbat-compound. Na twintig jaar zijn de meeste doden door zorgvuldig DNA-onderzoek geïdentificeerd. De moeders van Srebrenica van wie velen hun man, al hun zonen, broers en neven zijn verloren, konden pas beginnen met rouwen na die identificatie die meestal jaren duurde: Mladic’ troepen verspreidden de doden en zelfs delen van de lichamen om onderzoek moeilijker te maken.

Twintig jaar later… het grafveld en de Dutchbat-compound

dutchbat Al vertellend over hun herinneringen dwalen de veteranen rond over de War Memorial (waar twee weken eerder de Servische premier Vucic met stenen werd bekogeld tijdens de herdenkingsdienst voor 11 juli 1995) en de compound. Wij lopen mee, luisteren en stellen voorzichtig vragen. Toevallig komt een Bosnische jongen aanschuiven die met zijn familie de plek bezoekt en begint te vertellen over wat er twintig jaar geleden is gebeurd. Het zijn gruwelijke verhalen, te gruwelijk om op te schrijven eigenlijk. Op de troosteloze, verlaten en vervallen compound wijst Dutchbatter Gerald ons aan waar de Bosnisch-Servische stellingen op de bergen stonden die de soldaten op de compound voortdurend bedreigden.

Het museum op de compound is op zondag gesloten: later die week zal ik er teruggaan met zoon Boris en filmer Jurgen om de ingrijpende foto’s te bekijken van de oorlog en om op zoek te gaan naar de Dutchbat-eetzaal. Daar heeft kok Pascal gewerkt met het beperkte blikvoedsel dat Mladic’ troepen de Nederlandse militairen toestonden. Aan de hand van de foto’s die hospik Antoon (“genezerik” noemt hij zichzelf terecht: zelfs op deze reis is hij bij medische problemen steeds bijgesprongen) me eerder liet zien, kunnen we het gebouw vinden waar in ’94 en ’95 de eetzaal in was gevestigd. Het hele gebouw is vervallen, vies, gevaarlijk en kapot. Daardoor kunnen we toch naar binnen op verkenning. De deuren naar de eetzaal zijn gesloten maar met het glas er half uit. Van één deur til ik de rest van het glas uit de sponning en zet het tegen de muur ernaast zodat we toch naar binnen kunnen. Enkele veteranen hadden ons immers gevraagd om te onderzoeken of ze er een kijkje konden nemen. En dan onderzoek je dat.

compound dutchbat bijengatNet als in de grote hallen van de compound zijn ook in dit gebouw veel opschriften en tekeningen van Nederlandse militairen op de muren te zien: sommige officieel, andere bedoeld als graffiti. Enkele botte, onnadenkende opschriften van jonge soldaten gingen later de hele wereld over en frameden Dutchbat onterecht als anti-moslim. Dat frame is echter wel tot op de dag van vandaag blijven hangen, vooral bij de moslimbevolking van Bosnië. Het zorgde er ook voor, samen met de beelden van Mladic’ triomfantelijke gesprek met een verslagen overste Karremans en van het opgeluchte feest dat de Dutchbatters vlak voor hun terugkeer naar Nederland vierden, dat de militairen in Nederland koel en vijandelijk werden ontvangen. Met het verwijt dat ze te weinig hadden gedaan om de moslimbevolking te beschermen. Die ontvangst droeg veel bij aan de trauma’s die veel Dutchbatters tot op de dag van vandaag met zich meedragen.

Confrontatie en verwerking

Zo werd de eerste dag in Bosnië meteen al indrukwekkend en emotioneel. Behalve voor de veteranen brachten de namen en gebeurtenissen in dit gebied ook voor de oudere groepsleden herkenning: we hebben destijds allemaal het nieuws nauwlettend gevolgd en hadden er ook toen al allemaal onze eigen gedachten en twijfels over. De rest van de week werkten de veteranen, gevolgd door de filmers en de journalisten, een eigen programma af van bezoeken aan plaatsen waar ze hadden gewerkt: Simin Han, Tuzla, Busovaca, de diverse OP’s (observatieposten). Het werd door de extreme hitte van tegen de 40* Celsius en vooral ook door de emoties een zware week, die desondanks voor elk van de veteranen veel goeds heeft gebracht, zo vertelden ze: negatieve associaties omgezet in positieve ervaringen.

Hoe bijzonder is het immers als je na twintig jaar je basis weer bezoekt en daar hartelijk wordt begroet door een Bosnische vrouw die er toen ook al werkte. Ze herkent je, ook al was je toen pas negentien. De ventilator die er toen ook al stond en die je mag meenemen, is dan waardevoller dan een goudschat. Hoe goed is het dat je collegaveteranen je meenemen naar de mijnenvelden waar je – niet voor niks- doodsbang voor was. Dat ze je liefdevol helpen de confrontatie aan te gaan met je grootste angst. Dat helpt je vooruit. Samen met je collegaveteranen kun je dan bewust beslissen de verschrikkelijke dingen die je toen meemaakte en die je sindsdien een normaal leven beletten, hanteerbaarder te maken. Zodat je eindelijk weer kunt ademhalen, verder kunt.

img_0365 veerle 6Hoe ingrijpend is ook het gesprek met negen Moeders van Srebrenica waar je de hele week naartoe hebt geleefd maar ook tegenop hebt gezien, dat zwaar is maar goed doet. Omdat alle Moeders meteen aangeven dat ze jou en de andere Dutchbatters niet kwalijk nemen wat er is gebeurd. Zoals de Moeders het formuleerden:

“Ik heb maar één hart. Ik kan alleen maar liefhebben, niet ook nog haten.” (Een moeder uit Srebrenica die al haar zonen en haar man verloor.)

“We verwijten jullie Dutchbatters niets. We weten dat jullie niets konden doen. Vertel het verhaal zodat het nooit meer gebeurt.”

“We nemen de Dutchbatters niets kwalijk, jullie konden niets doen. ‘t Waren jullie leiders die verantwoordelijk zijn.”

“Aan deze tafel zitten nu niet meer twee partijen. We zijn nu samen één partij die op zoek moet gaan naar de waarheid, naar gerechtigheid en verzoening.”

Dit indrukwekkende gesprek vond plaats in Potocari, op letterlijk een steenworp afstand van de Dutchbatcompound. Het werd ademloos gadegeslagen door tientallen jongeren uit Bosnië, Italië, Spanje, Frankrijk, Engeland, België en Montenegro. Na afloop beantwoordden de veteranen talloze vragen van de jongeren die veel begrip toonden. Ook de Bosnische jongeren, die aangaven blijf te zijn met deze nieuwe, verhelderende informatie.

img_0184 veerle 7Tranen, uitbarstingen, verdriet, stille angst, frustratie. Maar ook vrolijkheid, opluchting, solidariteit. Samen met verbijstering en vermoeidheid maakten al deze emoties de week in Bosnië voor de veteranen tot één van de meest memorabele en belangrijke van hun leven. Intussen verkenden de jonge artiesten Bosnië op hun eigen manier: ze gingen met andere jongeren op stap, zwommen in het nabijgelegen meer, shopten en repeteerden, omdat ze enkele malen moesten optreden op het Srebrenica Wave Festival. Optredens die een triomf werden: De inwoners van Srebrenica waren terecht enthousiast over Hind en haar band, Robyn en Ruins en Sanae Casita en haar band. Sanae die gewend is om met de groten der artistieke aarde te werken, was niet te beroerd om in een oncomfortabel lange busreis half Europa door te gaan. Ze schreef spontaan tijdens de week een song voor de veteranen: recht úit het hart náár het hart. Bij iedereen.

Het organiseren van de chaos

De PortAgoravrijwilligers probeerden workshops te volgen tijdens het Emmáus-jongerenkamp maar dat viel door de meer dan chaotische organisatie niet mee. Uiteindelijk ging PortAgora-vrijwilliger Roland maar zelf een workshop houtbewerking organiseren door samen met Vlaamse jongeren van de Bouwbrigade met door PortAgora aangekocht eikenhout een tafel te gaan timmeren: voor het gesprek tussen de Moeders van Srebrenica en de veteranen. De tafel mislukte doordat een inderhaast aangevoerde lokale timmerman noch de juiste zaag noch de juiste spijkers en schroeven had. Het blijft immers Bosnië, waar de dingen vaak wat minder gestructureerd verlopen dan in het overgeorganiseerde Nederland. Uiteindelijk werd de tafel een tafellaken met verzoening als thema.

Humanitaire projecten

img_0085Zelf heb ik gedurende de week organisatieklussen overgenomen van de Bosniërs zodat de veteranen het stoom niet meer uit de oren hoefde te komen en bussen op tijd vertrokken, eten en bier geregeld waren en de jeugdkamporganisatie wist van de hoed en de rand. Ook hebben Jan van Esch, directeur van PortAgora, en ik concrete afspraken gemaakt met Italiaanse, Spaanse en Bosnische jongeren over de organisatie van het Srebrenica Wave festival. Bovendien willen we hoogstnoodzakelijke werkgelegenheidsprojecten laten opzetten door lokale hoogopgeleide, visionaire Bosnische jongeren. Zij willen Srebrenica van de arme, getraumatiseerde, uitzichtloze spookstad die het nu is, veranderen in een stad met een toekomst. Het is de bedoeling dat PortAgora en de andere Europese humanitaire organisaties deze jongeren gaan ondersteunen met geld en met expertise. Maar de jongeren zelf zijn de baas: zij hebben de wortels, de kennis, de ideeën en de kracht.

Jan heeft in de stad Tuzla ook nog afspraken gemaakt met een collega’s van een andere ngo om in Srebrenica een private ICT-opleiding te gaan vestigen zodat jongeren niet weg hoeven te trekken naar Tuzla of Sarajevo. In Tuzla zit overigens ook FC Proletariat, een voetbalclub in de armste wijk van de stad, die door PortAgora met spullen werd ondersteund. Misschien eens informeren of er Nederlandse voetbalclubs zijn die nog shirts en ballen over hebben…

img_0039Tussen de bedrijven door was er tijd om het opvangcentrum in Doboj Istok te bezoeken: zien wat er met de support van PortAgora is gebeurd. Dat is veel: Zo is er een knutsellokaal ingericht voor de moeilijk opvoedbare jongeren zodat ze vaardigheden kunnen leren voor zelfexpressie. En er is een aparte afdeling voor de kinderen geopend, verder op het terrein waardoor ze niet meer te midden van de volwassenen met zware stoornissen hoeven te leven. Jaren geleden al hebben Tilburgse ROC-leerlingen hier de waterleiding aangelegd. In het gesprek met een verpleegkundige werd duidelijk dat al het personeel hier met liefde maar met slechts een beperkte verpleegkundige vooropleiding werkt. Van agogische visies en methodieken is hier geen sprake. Dat was me al duidelijk tijdens een gang door één van de gebouwen: wanneer je een blik wierp in de kamers, zag je hoe de bewoners apathisch voor zich uit zaten te staren. Van activering geen sprake. De demente tandeloze oude vrouwtjes op het terrein werden blij van wat aandacht, een handje of een knuffel. Ik ben momenteel bezig met twee collega’s om de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke zorg en sociaal werk in kaart te brengen voor een nieuwe mbo-onderwijsmethode. Daardoor ontsproten er allerlei ideeën aan m’n brein tijdens het bezoek aan Doboj Istok.

img_0067Ook op het gebied van voedsel en landbouw: het opvangcentrum wil zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn en verbouwt dus zijn eigen groente. Ook is er een klein zuivelfabriekje. Dat was die middag gesloten: ik moet dus nog uitvinden wat daar nodig is om de productie te verbeteren en de opbrengsten te vergroten, om te zien of de Nederlandse agro daar kan helpen. De zwakke economie van Bosnië wordt bij afwezigheid van grote moderne industrie gedragen door de landbouw, vaak nog op traditionele, ouderwetse wijze. Daarom wil ik nog onderzoeken op welke manier die landbouw daar kan worden ondersteund. Wordt vervolgd dus…

Ontspanning

img_0030Voor de broodnodige ontspanning was er het echte Srebrenica Wave Festival in Srebrenica waar de Nederlandse artiesten triomfen vierden. En een verfrissend bezoek aan het Perucacmeer bij de rivier de Drina op de grens met Servië. Met als extra attractie een helse rit bergafwaarts over een smalle grindweg langs een ravijn in een aftandse kapotte bus waar de stukken en vonken vanaf vlogen. De volgende dag zouden we naar Sarajevo gaan maar diezelfde bus was het vervoer. We zijn dus niet naar Sarajevo gegaan… Veiligheid voor alles.

2015-07-23_13-07-15Ter vervanging beklommen we een beboste berg in Srebrenica om er de Guberbronnen te bezoeken: meerdere heilzame stromen bronwater die vroeger Srebrenica tot een welvarend en populair kuuroord maakten. Een Bosnische ondernemer is er begonnen aan de bouw van een nieuw spa-hotel maar zodra het casco er stond verboden de Servische autoriteiten (inmiddels is het blijkbaar grondgebied van de Republica Srpska) hem verder te bouwen zonder vergunning à 10 miljoen Bosnische Marken, zo’n €5 miljoen. De boze ondernemer is al tijden aan het procederen, tot nu toe zonder resultaat. Helaas, want een dergelijk kuuroord zou zowat de helft van de inwoners van Srebrenica een inkomen kunnen bieden.

Het geneeskrachtige water hielp ons af te koelen en onze zonne-uitslag te genezen. Verfrist lunchten we in Srebrenica in het restaurant van de vader van Miks, één van de leden van Afera, een lokale rockband die onlangs in Tilburg op Mundial optrad. We bezochten ook nog in een prachtig gelegen stadionnetje een vriendschappelijke voetbalwedstrijd tussen het lokale elftal FC Guber en een Servisch team. Dat kwam te laat omdat het aan de Bosnische grens werd opgehouden: de douane en politie wilden niet geloven dat er zoiets bestond als een vriendschappelijke sportwedstrijd tussen Bosniërs en Bosnische Serviërs. Want de polarisatie tussen de etnische bevolkingen is hier nog steeds groot. Een polarisatie die PortAgora juist wil doorbreken door steun aan lokale verbroederings-, verzoenings- en werkgelegenheidsprojecten.

En hoe nu verder?

img_0009Het was kortom, hoe dan ook, voor iedereen een intense, bewogen, tot nadenken stemmende week die z’n sporen langdurig zal nalaten, zo is nu al duidelijk. Waarschijnlijk is het voor de meeste groepsleden niet de laatste keer Bosnië geweest. Ondanks alle chaos, hitte, wrakke aircoloze bussen, stank, vervuiling, armoede, troosteloosheid, uitzichtloosheid, verhalen van polarisatie en corruptie. Want Bosnië blijkt ook gastvrijheid, hartelijkheid, heling, genezing en verzoening, schoonheid van natuur en mens, lekker eten en drinken (geiten- en schapenvlees, zoetigheid, bier en rakija). Bosnië is nu weliswaar arm, onderontwikkeld, getraumatiseerd, in de steek gelaten door de internationale gemeenschap en instituties, ten prooi aan vriendjespolitiek, nationalisme en contraproductieve geopolitiek. Maar Bosnië, met z’n vriendelijke bevolking, z’n natuurschoon, z’n eeuwenoude kleurrijke cultuur, waar steeds van alles misgaat en dan ineens weer alles mogelijk is, kan een land van voorspoed en harmonie worden.

… met Bosnië…

Als de internationale instituties het versleten Dayton-akkoord dat in 1995 een einde maakte aan de oorlog maar nu niet meer functioneert tenminste nu eindelijk eens gaan updaten. En dan nu in samenspraak met de Bosniërs zelf. Als de veel te talrijke Bosnische politieke baantjesjagers daardoor plaatsmaken voor een werkbaardere bestuursstructuur zonder cliëntelisme. Als de Europese Unie eens gaat besluiten Bosnië als kandidaatlid toe te laten zodat het zich kan gaan ontwikkelen met Europese gelden. Waarna welvaart de etnische, nu gemakkelijk door foute politici te exploiteren spanningen kan dempen. Als meer Europeanen via humanitaire activiteiten hun Bosnische medeburgers een handje helpen bij de wederopbouw van hun land. Zoals PortAgora dat al jaren doet. Maar dat is waarschijnlijk een illusie.

img_0008Eén van onze Bosnische buschauffeurs zei me cynisch: “Jullie in de EU willen ons niet. Omdat wij moslims zijn. En jullie een heel raar clichébeeld van moslims hebben. En jullie vinden dat wij niet bij Europa horen.” Heeft hij een punt? Het lijkt er hoe dan ook op dat de wereld Bosnië en z’n mensen voor de zoveelste keer gemangeld laat worden tussen de destructieve krachten van privaat, nationaal en internationaal eigenbelang, egoïsme, etnocentrisme, religieuze strijd en duistere, ongrijpbare geostrategische afwegingen. Tussen EU, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije. En daar word ik verdrietig van en cynisch. Maar ook opstandig. Want niks doen is geen optie. Niks doen betekent opgeven. En dan is er geen hoop meer. Noch voor Bosnische Europeanen. Noch voor ons, noch voor onze kinderen hier. Aan de slag dus. Voor hoop, menselijkheid, verzoening en rechtvaardigheid. Ieder op z’n eigen heel kleine schaal. Wie doet mee?

… en met de veteranen?

En als we het dan toch over hoop, verzoening en rechtvaardigheid hebben: Laten we die dan ook onderhand eens regelen voor de Bosniëveteranen, de piepjonge jongens en meiden die begin jaren negentig door de VN én door onze eigen Tweede Kamer op een al bij voorbaat onmogelijke militaire missie werden gestuurd. Nauwelijks bewapend, onvoorbereid, als levend schild voor een weerloze bevolking tegen brute nationalistische Serviërs, als ratten in de val in een smalle vallei tussen bergruggen. De jonge Dutchbatters werden maandenlang letterlijk uitgehongerd en geterroriseerd door Mladic’ troepen, moesten gruwelijkheden aanschouwen zonder middelen of mandaat om ze te voorkomen. Toen tienduizenden Bosniërs naar de Dutchbatcompound in Potočari vluchtten, konden ze er maar vijfduizend toelaten. De rest moesten ze weigeren. Na de verovering van de enclave door Mladic’ leger moesten de Dutchbatters machteloos toekijken hoe duizenden moslimmannen en -jongens met geweld werden afgevoerd. En maar afwachten of ze het er zelf levend zouden afbrengen. Luchtsteun werd geweigerd door de VN.

Terug in Nederland werden ze kil ontvangen omdat de publieke opinie door eenzijdige berichtgeving in de media hen kwalijknam dat ze de moslimbevolking hadden overgedragen aan de moorddadige Bosnische Serviërs. Die vervolgens de grootste genocide pleegden sinds de Tweede Wereldoorlog. Alsof Dutchbat een keuze had. Gevolg: Geen erkenning voor hun leed. En geen uitleg waarom ze met zo’n beperkt mandaat werden uitgezonden en waarom ze aan hun lot werden overgelaten door hun bondgenoten. Geen hulp bij hun trauma’s. Psychische problemen, verbroken relaties en geen werk meer. Wanneer gaan we hen als Nederlandse samenleving recht doen? En wanneer leert de Nederlandse politiek om geen militairen meer uit te zenden op onmogelijke missies?

Oh ja: en de opschriften bij sommige foto’s in het museum op de Dutchbatcompound in Potočari doen de waarheid over de rol van Dutchbat geweld aan. Dat helpt noch de veteranen noch de inwoners van Srebrenica of andere Bosniërs. Wanneer worden die bordjes vervangen? En wanneer wordt door wie het echte verhaal verteld, daar en hier?

De oogst van tien dagen Bosnië. Er was een lange zware bustrip, met zieken op de heen- en terugreis, van wie er eentje nu in het ziekenhuis ligt. Er waren vuil, chaos, frustratie, tranen, hitte, vermoeidheid. Er waren ook veel vrolijkheid, verwondering, verbroedering, solidariteit en humor, naast een boel bier, wijn en rakija. Maar er waren vooral veel intense, bijzondere, mooie ervaringen. Veel gedachten, ideeën, plannen. En veel vragen. Aan de slag!

Doorgeplaatst van: ‘By Veerle

Mobiele versie afsluiten