De gemeente Tilburg heeft vanavond bekend gemaakt, dat de Academy for Creative Industries en de School voor Journalistiek, beide opleidingen van Fontys Hogescholen, afzien van een verhuizing naar een nieuw gebouw in de Spoorzone.
In het voorjaar heeft Fontys aangegeven onder welke randvoorwaarden de vestiging van de twee opleidingen in de Spoorzone mogelijk zou zijn. De afgelopen maanden zijn deze randvoorwaarden ingevuld en werd een samenwerkingsovereenkomst voorbereid. De afgelopen weken kwam Fontys echter met een aantal nieuwe, aanvullende wensen en eisen op tafel. De gemeente Tilburg en de andere betrokken partijen waren in hoge mate bereid om ook aan die eisen en wensen tegemoet te komen. Toch heeft Fontys besloten nu geen eigen vastgoedontwikkeling in de Stadscampus te willen realiseren.
Spoorzone-wethouder Rodney Weterings vindt de houding van Fontys teleurstellend: “Al ruim drie jaar praten we intensief met Fontys over vestiging van de beide scholen in de Stadscampus. Met Fontys hadden we naar ons idee een partij die past bij het kennis-plus profiel van dit gebied en die daar zelf ook een aanzienlijk voordeel van zou kunnen hebben voor de kwaliteit van hun onderwijs. Met name door de locatie aan het stationsplein en de mogelijkheden van intensieve samenwerking met de Bibliotheek van de Toekomst. De gemeente heeft zich gedurende het proces en tot het einde toe uitermate flexibel opgesteld. Ook de nieuwe wensen en vragen van Fontys van de afgelopen weken hebben we ruimhartig ingevuld. Desondanks heeft Fontys besloten voorlopig niet zelfstandig vastgoed te ontwikkelen in de Stadscampus”.
Pieter Bon, directeur van Fontys Academy for Creative Industries reageert op Facebook: “We zitten met ons House of Creative Concepts al op de Spoorzone. Elke dag met ongeveer 100 studenten. We blijven daar en gaan onze activiteiten verder uitbouwen! Dat gebouw van Fontys ging over wat we over 5 jaar daar zouden gaan doen. Fontys Academy for Creative Industries heeft het over wat we vooral NU kunnen doen. Moedig voorwaarts!”
Jan Heijman, raadslid VVD, via Facebook: “Spoorzone kan weer voor een groot gedeelte terug naar de tekentafel. In ieder geval vertraging en dat kan Tilburg niet goed hebben. Spannend wel wat voor gevolgen dat heeft voor bibliotheek, stadhuis en winkelrondje.”
1 reactie
Voeg die van jou toe →‘Fontys past voor de rol van vastgoedboer’.
Ik kwam deze verklaring van Marcel Wintels tegen, op de site van Fontys, die ik jullie als betrokken Tilburger niet wil onthouden
Het besluit van Fontys geen eigen vastgoed te gaan ontwikkelen in de Spoorzone in Tilburg heeft veel impact gehad. Ook in de media is hieraan in Tilburg volop aandacht besteed. Dat vraagt toelichting en verantwoording.
We zijn recent door externe beoordelaars nadrukkelijk als kwaliteitshogeschool, ‘een sterk merk’, gekenmerkt, mede omdat onze focus volledig gericht is op de kwaliteit van onderwijs. Al het andere, zoals de vestigingsplaats van een opleiding of gebouwen, moeten daaraan dienstbaar van toegevoegde waarde zijn.
Zo hebben we ook de locatie Spoorzone beoordeeld. Sinds 2004, ver voor mijn tijd als bestuursvoorzitter, wilde de gemeente Fontys naar de Spoorzone halen. Dat is lang afgehouden, maar vier jaar geleden zijn we verkenningen gaan doen. De Spoorzone zou een aantrekkelijke en dynamische werk- en leeromgeving kunnen worden.
Met de Tilburgse cultuurpartners en bibliotheek is een visie-ontwerp gemaakt van een stadscampus die dynamiek kon brengen. Het ging daarbij om zo’n 12.000 studenten, 50.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak op circa 20.000 vierkante meter grond. Het plan brokkelde snel af. De cultuurpartners kregen geen steun van de gemeente. Voor onze Stappegoor-gebouwen werd geen bestemming gevonden. De levendige stadscampus bleek in 2011 niet haalbaar.
De gemeente drong vervolgens aan de haalbaarheid te onderzoeken van een kleinschaliger alternatief: wellicht was met twee instituten, ongeveer een kwart van de eerdere plannen (zo’n 3.000 studenten, 12.000 vierkante meter op circa 5.000 vierkante meter grond), een (kleinere) stap naar de Spoorzone mogelijk. We waren bereid er opnieuw energie in te stoppen. De ambitie bleef mooi, onze piketpaaltjes steeds dezelfde: elke investering (nu € 36 miljoen) moet inhoudelijke meerwaarde hebben en bijdragen aan een aantrekkelijker leeromgeving en synergie en dynamiek kennen met andere partners. En zonder grote financiële risico’s. Daarnaast hadden we nog een zorg: het ‘spookbeeld’ dat behalve Fontys en wellicht de Bibliotheek Midden-Brabant geen andere grotere partijen zouden aanhaken. Je zit immers niet graag jaren in een nauwelijks ontwikkeld gebied of gigantische bouwput.
Vanaf januari 2012 is hierop gestudeerd, een moeizaam proces. Dit voorjaar gaven wij aan dat voor ons uitsluitend een positie direct grenzend aan het stationsplein denkbaar was. De ruimtelijke en inhoudelijke uitwerking daarvan naar een concreet gebouwelijk ontwerp kon toen gestart worden. Deze uitwerking naar benodigde en beschikbare meters was mede afhankelijk van de toen net gestarte synergiebesprekingen met onder andere de Bibliotheek Midden-Brabant. Als de concrete vertaling in meters, ruimte en synergie sneller gemaakt was, dan waren we eerder met de beperkingen geconfronteerd. Nu kwam pas in september jongstleden het ‘document bouwenvelop’ waarin de stedenbouwkundige randvoorwaarden waren uitgewerkt. De belangen van alle betrokkenen (gemeente, VolkerWessels, bibliotheek, Fontys) waren daarin tot een soort compromis gesmeed. Dit plan kende dermate veel beperkingen, complicaties en grote risico’s dat we er niet mee uit de voeten konden.
Enkele bezwaren: het perceel grond was te klein (2.150 vierkante meter) met alle complicaties van dien. Voor 1.400 euro per vierkante meter overigens ook een wel heel duur stukje schoolgrond. Het gebouw werd te compact, hoog en dicht, met nauwelijks daglicht. Geen eigen grond rondom het gebouw, dus geen eigen fietsenstallingen mogelijk. Zeer kostbare voorzieningen waren noodzakelijk vanwege geluids- en veiligheidseisen. De programmatische synergie met de bibliotheek, die elders (in de LocHal) zou komen, was mager: geen meerwaarde voor het onderwijs of een aantrekkelijke leeromgeving.
Na twee jaar ploeteren kon de uitwerking onze toets der kritiek niet doorstaan. Dat is te betreuren. Misschien hebben we te lang bereidwillig meegezocht naar een uitwerking waarin ieders belang een plek zou krijgen om het onmogelijke mogelijk te maken. Anderzijds, als we gestopt waren voordat er een ruimtelijk ontwerp lag, zou ons misschien verweten zijn er ‘halfweg uit te stappen’. We hebben het gehele afgesproken proces doorlopen om op basis van die uitwerking de finale afweging te maken. Tussentijds zijn onze signalen nimmer optimistisch of positief geweest. Eerder het tegendeel. We waren terughoudend en gereserveerd en wilden eerst de uitkomst afwachten.
De teleurstelling bij de betrokkenen is begrijpelijk. Maar wat onverantwoord is moet je niet doen. Het gaat om veel geld en grote risico’s. Het Brabants Dagblad vatte het afgelopen zaterdag in de krant goed samen: ‘Voor het onderwijsinstituut is dit een verstandig besluit’ en ‘Fontys past voor de rol van vastgoedboer’.
Er werden ook vragen gesteld en verwijten gemaakt. Of we echt wel wilden? Uiteraard, anders stop je er niet zoveel energie, tijd en geld in. Hadden we eerder moeten stoppen? Het ruimtelijk plan en afwegingsmoment lag in september jongstleden. Daar hebben we als bestuur ons besluit op gebaseerd. Het besluit was duidelijk, eensgezind en is door collega-bestuurder Wilma de Koning aan (toenmalig) wethouder Marieke Moorman gemeld.
Hadden we nog door moeten gaan omdat de gemeente nieuwe mogelijkheden bood? Het ontwerp mocht de prullenbak in: voorgesteld werd opnieuw te beginnen op basis van de benodigde 5.000 vierkante meter grond, waarbij in ‘de plint’ (de begane grond) dan andere functies en (niet bekende) gebruikers gehuisvest zouden moeten worden voor de gewenste dynamiek aan het stationsplein. Voor een hogeschool is het onverstandig als vastgoedboer in grootschalige projectontwikkeling te stappen met partners die er nog niet zijn. Voorbeelden te over waar dat fout ging. Onze opdracht is goed onderwijs te bieden. In een aantrekkelijke leeromgeving. Zonder grote huisvestingsrisico’s. Voor een derde keer opnieuw beginnen was voor ons geen optie.
Tot tweemaal toe hebben we serieus onderzocht of een sprong naar de Spoorzone, groot of iets kleiner, inhoudelijke toegevoegde waarde zou opleveren en verantwoord kon. Onze uitgangspunten zijn vier jaar lang onveranderd dezelfde gebleven. Tot tweemaal toe was onze conclusie dat het niet verantwoord was. Het gaat om veel publiek onderwijsgeld.
Het was een complex proces met een onzekere en uiteindelijk teleurstellende afloop. Het was een ambitie die een serieuze verkenning zeker waard was. Wij hebben onze nek uitgestoken. Het proces zorgvuldig tot en met het ruimtelijk ontwerp dit najaar gelopen en helaas moeten vaststellen dat de sprong naar Spoorzone niet haalbaar is.
Fontys investeert stevig door, ook in Tilburg, in heel goed onderwijs en met steeds meer partners in de stad en regio. De inhoudelijke verbindingen is waar het om gaat. Aan die prachtige ambitie werken we samen door. Misschien ooit ook nog wel eens in de Spoorzone.
Marcel Wintels
voorzitter College van Bestuur Fontys Hogescholen
Bron: http://fontys.nl/Over-Fontys/Nieuws-en-pers/Nieuws-tonen-op/Tilburg-Fontys-en-de-Spoorzone.htm