Gemeenten verwachten dit jaar 9,7 miljard euro aan gemeentelijke heffingen te innen. Dit is 2,5 procent meer dan in 2017. De onroerendezaakbelasting (OZB) levert alle 380 gemeenten bij elkaar opgeteld dit jaar naar verwachting 4,0 miljard euro op. Dat meldt het CBS op basis van de gemeentelijke begrotingen voor 2018.
De OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn de belangrijkste gemeentelijke heffingen. Samen zijn ze met ruim 7,3 miljard euro goed voor 75 procent van alle gemeentelijke inkomsten. Per hoofd van de bevolking zijn de begrote opbrengsten uit de OZB het hoogst in de gemeenten Eemsmond (744 euro), Schiermonnikoog (537 euro), Sittard-Geleen (459 euro), Nijmegen (453 euro) en Zoeterwoude (441 euro). (Cijfers van CBS.)
Gemeente Tilburg gaat er al jaren prat op dat hier de OZB-heffing één van de laagste is in het land. Dit jaar is de OZB in Tilburg met 1,4% gestegen ten opzichte van 2017.
Voor het eerst gaan huishoudens met maar één persoon minder afvalstoffenheffing betalen dan huishoudens met twee of meer personen. Omdat iemand die alleen is gemiddeld minder afval overhoudt dan een huishouden met twee of meer personen. Wie alleen is betaalt dit jaar €216,- en wie met twee of meer is betaalt gezamenlijk €240,-.
Hondenbelasting
In vergelijking met andere gemeenten is Tilburg relatief duur in de hondenbelasting. Volgens cijfers van het CBS heeft Tilburg het één na hoogste bedrag in de begroting opgenomen voor de opbrengst uit hondenbelasting (€1.627.000,-) en staat de stad na Den Haag op de tweede plek. De belasting voor één hond bedraagt in Tilburg €108,-.
CBS constateert dat steeds meer gemeenten zijn gestopt met het heffen van hondenbelasting. In 2008 werd nog in 323 van de 443 gemeenten hondenbelasting geheven (73% van de gemeenten), in 2018 nog maar in 239 van de 380 gemeenten (63% van alle gemeenten). Hondenbelasting wordt het meest geheven in de steden. Ook met de afschaffing van de hondenbelasting in Amsterdam en Rotterdam blijft dit vooralsnog zo.
Begrote opbrengst hondenbelasting | x1000 euro | |
De gegevens sluiten aan op de definities en indelingen die de gemeenten zelf hanteren in hun administratie, zoals vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). (Cijfers van CBS.) | ||
1 | s-Gravenhage | 2028 |
2 | Tilburg | 1627 |
3 | Almere | 1355 |
4 | Nijmegen | 1199 |
5 | Eindhoven | 1029 |
6 | Breda | 1000 |
7 | ‘s-Hertogenbosch | 929 |
8 | Enschede | 910 |
9 | Groningen | 897 |
10 | Venlo | 805 |
11 | Heerlen | 782 |
12 | Apeldoorn | 771 |
13 | Sittard-Geleen | 769 |
14 | Maastricht | 756 |
15 | Haarlemmermeer | 691 |
16 | Amersfoort | 685 |
17 | Nissewaard | 685 |
18 | Utrecht | 644 |
19 | Zaanstad | 596 |
20 | Dordrecht | 592 |
21 | Lelystad | 591 |
22 | Haarlem | 548 |
23 | Helmond | 544 |
24 | Zoetermeer | 544 |
25 | Leeuwarden | 541 |