Glimlach

Gastbijdrage van Hans Rube, journalist en burgerraadslid voor PvdA.

Terras in lentezon bij Cafe Elfde GebodOf hij bij me aan het tafeltje mag komen zitten, vraagt de man.
Stoer type, leren jack dat nonchalant over zijn arm hang. Mouwloos t-shirt, zodat zijn overvloedig aanwezige tattoo’s goed zichtbaar zijn.
De baard is gesoigneerd.
Het is vakantie, de zon schijnt en verder zijn niet veel toeristen op het terras aanwezig.
We babbelen wat, biertje op tafel.
De man spreek geen woord Frans, wel Duits en Engels, maar dat spreken die Franstaligen dan weer niet.
‘Nooit geleerd, dat Frans’, zegt hij. ‘Terwijl ik toch al weer een paar jaar in België woon.’
Er volgt een verhaal, waarvan ik denk dat het is ingegeven door het bier.
Op terrassen van horecagelegenheden Terras in zon bij Piushaven Foto: John Geertsworden in de regel nogal eens sterke verhalen uitgewisseld is mijn ervaring.
Hij werkt in de haven van Antwerpen. In Nederland krijgt hij geen werk en woning, dus hij is afgezakt naar het zuiden.
Ik ben geen journalist geworden om nooit vragen te stellen. Dus: ‘waar komt dat door?’ wil ik weten.

Hij biecht op dat hij heeft ‘gezeten’. Niet omdat hij foute vrienden had, maar wel omdat hij foute keuzen maakte.
Extreem rechtse keuzen, met wapens en granaten en gewelddadige demonstraties.
Een inval van zwaar bewapende politiemannen bij zijn ouders thuis liet hem inzien dat hij totaal verkeerd bezig was.
Hij noemt vervolgens de lui waarmee hij in verband werd gebracht.
‘Als ik je aankijk, dan zie ik een heel andere man’, zeg ik. ‘Je hebt een uiterst vriendelijke blik in je ogen.’
Hij zwijgt even. ‘Ik ben er mee gestopt, de pijn die ik mijn ouders bezorgde wilde ik niet.’

Laptop internet checken en werkenThuis pak ik de lap-top. Internet bewaart immers alles. Hij heeft zijn echte naam gegeven, blijkt.
Het is geen sterk kroegverhaal geweest Ik zie deze vriendelijk lijkende man in binnen- en buitenland lopen tussen heel veel niet zo aardig ogende demonstranten die uiterst hatelijke teksten scanderen.

De band The O’Jay’s zong begin jaren ’70 het lied Back Stabbers. Was de man op het terras zo iemand, een vent met een valse lach?

‘Ze lachen in je gezicht, maar als je ze de rug toedraait steken ze daar een dolk in’.
Zo luidde ongeveer de inhoud bij The O’Jay’s.
’Smiling faces sometimes tell lies’.

Hond ontmoet Varken Stadstuinderij PiushavenIk zing het nummer in mijn hoofd en zie dezelfde ochtend Alexander Boris de Pfeffel Johnson, alias oud journalist Boris Johnson, zitten achter een bureau op Downing Street no 10 in Londen. Kat op zijn documenten, nieuw pluizig hondje op de grond.
Downing Street heeft behoefte aan een hond, meent de premier.
Hij lacht.

Ik ging na een dag debatten te hebben gevoerd naar bed met het liedje ‘Tip van de Sluier’ van Boudewijn de Groot in mijn kop.
Daar ga je raar van dromen, dat gebeurt me trouwens vaker als ik met een liedje van Boudewijn de Groot in mijn hoofd probeer te slapen.
‘Tip van de Sluier’ kronkelde zich een weg naar binnen omdat ik nadacht over de manier waarop vooral de Tilburgse coalitiepartijen D66 en CDA met constructieve voorstellen van andere partijen uit de Tilburgse gemeenteraad omgaan.
Dat ligt aan dit zinnetje:
’Achter iedere deur die ik open doe, doe jij een andere deur weer dicht.’

En ze lachen daar dan bij. Lieflijk, vriendelijk, recht in je gezicht.

The O’Jays:
’They smile in your face
All the time they want to take your place’

Of er vanuit de andere partijen geen goede ideetjes komen, over het bestrijden van gevaarlijke en onduidelijke fietsverbindingen in Tilburg bijvoorbeeld, gaat het CDA nog maar eens vragen naar een reeds lang bekende weg.
Of er geen goede plannen zijn voor de Sociale Raad, gaat D66 nog maar eens een ‘theaterstukje opvoeren’.

En wee je gebeente als iemand van de eigen fractie of een coalitiepartij een andere koers zou durven varen dan die door de bazen in de lokale afdelingen is uitgezet.

Daar komt die hond van Boris Johnson terug in ons verhaaltje. Dat lieve beest dat ik op dat fotootje zag:
Gehandicapte Hond met drie poten  Foto: John GeertsCDA en D66 in Tilburg willen alleen maar trouwe onderdanige viervoeters en verder zijn er in hun wereld slechts vreemde honden die ze met een stok kunnen slaan.
Daar staan ze vervolgens bij te lachen.
Een idee van een andere fractie dat eerst wordt afgeschoten opdat ze vervolgens met datzelfde idee goede sier gaan maken?

‘Jullie waren gewoon te vroeg’, zeggen ze met een brede grijns.

De man op het terras leek oprecht, maar of zijn glimlach echt was zal de tijd moeten uitwijzen.

Ik houd regelmatig een deur voor iemand open.
Zo ben ik opgevoed. Ik doe het met een lach, ook voor ‘andersdenkenden’ die me vriendelijk glimlachend aankijken.
En als die deur door een andere partij toevallig al in de grondverf is gezet, wil ik na een goede constructieve discussie over de uiteindelijke kleur zelfs helpen met aflakken, zodat die toegangspoort straks van boven tot onder helemaal glanst, en alle Tilburgers plezier kunnen beleven aan een breed gedragen en mooi uitgewerkt project.

Jammer genoeg werkt dit uitnodigende gebaar tot op heden – 18 maanden na de gemeenteraadsverkiezingen – nog steeds niet in onze mooie stad.
Achter vrijwel elke deur die wij openzetten, klapt met een glimlach een andere keihard dicht.

Geef een reactie