Deze hernieuwde hervorming voor het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) heeft Minister Jet Bussemaker (PvdA) van Onderwijs maandag 2 juni aangekondigd, via een artikel in de Volkskrant. De opleiding moet innovatiever, kleinschaliger en regionaler worden. Het MBO kampt volgens Bussemaker met een imagoprobleem. laat
Er zitten jongeren op met een moeilijke achtergrond zonder afgeronde vooropleiding (niveau 1), maar ook gespecialiseerde vaklieden (niveau 4). Het imago wordt bepaald door ‘de onderkant’ en het imago is negatief. Dat leidt ertoe dat veel jongeren na hun VMBO-examen bij voorkeur niet voor het MBO kiezen, maar via havo 4 en 5 naar het HBO gaan. Dit terwijl de arbeidsmarkt zit te springen om vakmensen. “Te veel goede vakmensen gaan nu voor de arbeidsmarkt verloren, omdat praktisch ingestelde jongeren het beroepsonderwijs links laten liggen” aldus Bussemakers “Dat moet echt anders”.
Het MBO bestaat nu uit vier opleidingsniveaus met niveau 1 voor jongeren zonder afgeronde vooropleiding, en niveau 4 voor gespecialiseerde vaklieden. Bussemaker wil de vier niveaus een andere naam geven en op deze manier bestaande MBO-instellingen meer differentiëren en studenten meer uitdaging bieden. Niveau 1 wordt komend studiejaar een ‘entreeopleiding’ voor jongeren vanaf vijftien jaar zonder afgeronde vooropleiding. De meer praktijkgerichte niveaus 2 en 3 worden voortaan ‘middelbaar vakonderwijs’ genoemd. Alleen niveau 4, dat ook toegang biedt tot het HBO, behoudt de noemer ‘middelbaar beroepsonderwijs’. ‘Met mbo 4 zit je in de Verenigde Staten al tegen universitair onderwijs aan, maar dat weten de meeste mensen niet,’ zegt Bussemaker.
Behalve de naamsverandering wil Bussemaker ook dat er standaardexamens komen in het MBO, om zo de kwaliteit verder te verhogen. Ook komt er meer aandacht voor toptalent en moeten MBO-instellingen hun opleidingen beter afstemmen op de arbeidsmarkt in de regio waar ze zitten. Met behulp van studiebijsluiters en intakegesprekken moeten jongeren een betere studiekeuze maken.