Gastbijdrage van Herman Fitters
Wie denkt dat Tilburg in oktober 1944 definitief werd bevrijd van oorlogsgeweld heeft het mis. In de Hasselt zaaiden Duitse granaten begin 1945 nog dood en verderf. Cees Mommers, geboren in 1939, herinnert zich als de dag van gisteren hoe zijn vader en zus hierbij om het leven kwamen. Het aangrijpende gebeuren tekende zijn leven. Onverdroten en tot op de dag van vandaag deelt Cees zijn verdriet met nieuwe generaties Hasseltenaren. Het 80e ‘bevrijdingsjaar’ is daar uiteraard geen uitzondering op.

Eind 1944 lag het front van de oorlog bij de Maas op minder dan twintig kilometer ten noorden van Tilburg. De stad was dus bereikbaar voor Duits geschut. Op 17 januari 1945 vuurden de Duitsers vanuit de Bergsche Maas bij Waspik drie granaten af op de school naast de Hasseltse kerk. Het was de Duitsers ter ore gekomen dat de geallieerden zich in het schoolgebouw ophielden. Mogelijk vermoedden ze ook dat de kerktoren werd gebruikt als uitkijkpost, maar in werkelijkheid werd hiervoor de Goirkese kerk gebruikt.
School en kerk werden echter niet geraakt. Een eerste granaat knalde tegen een woning naast de school en verwondde niemand.

De tweede granaat belandde midden in de Hasseltstraat vlak voor de school en verwondde enkele personen, waaronder Anneke, de lievelingszus van Cees. Vader Mommers en andere wijkbewoners snelden toe om te helpen. Kort daarop werden zij verrast door een volgende granaat die op precies dezelfde plek landde. Zo kwamen bij deze aanval in totaal zestien mensen om het leven. Eén van de slachtoffers was de twintigjarige Antoinette Wouters die hoofdkoerierster was geweest binnen het verzet, althans zo bleek later. Anneke Mommers was nog pas tien jaar oud en leerling van school. Vijf dagen later werden dertien van de zestien gevallenen ter aarde besteld op de begraafplaats achter de Hasseltse kerk.
Wie herdenkt Wat?

Het drama van de Hasselt is lang onderbelicht geweest. De Duitse V1 die in februari 1945 per ongeluk viel in de Minister Talmastraat heeft meer aandacht gekregen. Ook het bombardement in 1940 op het Centraal Station wordt vaak aangehaald, hoewel daar toch minder slachtoffers vielen dan op de Hasselt. In de stedelijke herinneringscultuur is het primaat altijd gelegd bij de bevrijding, die werd ingezet vanuit Broekhoven en vervolgens vrij probleemloos verliep vanuit de Bosscheweg.

Wie herdenkt wat, dat is altijd de vraag. Waarom dit wel en dat niet? Vaak heeft het van doen met de inzet van nabestaanden, hun middelen en hun contacten. Tekenend is de gedenkplaquette in de Noordstraat uit 2008, voor het stationsbombardement. Die werd in 2018 nota bene gekopieerd en bijgeplaatst in het Vrijheidspark, feitelijk een park over de Tweede Wereldoorlog. Als we de graven erbij tellen is er een veelvoud aan herdenkingsplekken voor deze ene gebeurtenis.

Het verdriet van de Hasselt concentreert zich op de Hasseltse begraafplaats. Twaalf personen zijn daar in een rij begraven, waaronder dus vader Cornelis Mommers en zijn dochter Anneke. In 1946 bouwden de Hasseltse aannemers Cocken en Reijnen een langgerekt grafmonument voor de gevallen parochianen.
Vanaf zijn vijftiende levensjaar verzorgde Cees Mommers de hele gravenrij, jaar in jaar uit. Dankzij zijn inspanningen en aansporingen is het ook een blijvend monument geworden.
In 2002 werd de zerken volledig gerenoveerd, met nieuwe hardstenen platen en een gedenkschrift in het midden.
Het verraad van de Hasselt

Iets verderop ligt Lien Hersmus, die in juli 1944 om het leven kwam door een Duits oorlogsvliegtuig dat te pletter sloeg op de woning van de familie Somers in de Van Hogendorpstraat, hoek Hasseltstraat.
Wie weet dat nog? Lien was daar huishoudster. De graven van de familieleden Somers zijn intussen geruimd.
Maar dit verhaal is niet compleet als we voorbijgaan aan een heel ander graf. Dat van de Hasseltse collaborateur, beter gezegd ‘de verrader’.

Whodunit? Hoe wisten de Duitsers waar de geallieerden gehuisvest waren? Het was aannemer Cools, bijgenaamd de Rooie Cools, een NSB-er, die met de Duitsers samenwerkte. Hij had hen via contactpersonen in de Drunense Duinen geïnformeerd dat er Engelsen in de school zaten.
Mogelijk vond hij het niet zo erg als kerk en school geraakt zouden worden. Voor de oorlog had hij een tweetal aanbestedingen misgelopen -waaronder van het kerkbestuur- en was daarover op zijn minst rancuneus. Wie weet hoopte hij er nog een opdrachtje mee te kunnen binnenslepen voor heropbouw.

Maar het liep allemaal anders, de heer Cools zou niets meer aannemen. In de Hasselt wist men donders goed dat hij samenwerkte met de Duitsers. Eigenrichting was een bekend fenomeen zo kort na de bezetting. Cools werd dezelfde dag nog opgezocht en gelyncht door woedende wijkbewoners. Hij werd direct begraven, in kleine kring. Op zijn vrij pompeuze grafsteen, enkele meters van het herdenkingsmonument, vinden we natuurlijk geen vermelding van dit al. Oudere wijkbewoners weten het nog wel.
80 jaar herdenken

In 1995, vijftig jaar na het drama, vond in de Hasseltse kerk een eerste herdenkingsdienst plaats. Pastoor Rooijmans leek dit aanvankelijk niet zo nodig, want het ‘is toch zo lang geleden allemaal’, maar mede door Cees ging hij overstag. Nu, in het 80ste bevrijdingsjaar, liggen de kaarten heel anders. Met de oorlogen gevoerd door Rusland en Israël in ons achterhoofd vinden we her-denken weer van groot belang.
Omdat de Hasselt geen kerkgebouw meer heeft vond onlangs in de Goirkese kerk opnieuw een herdenkingsdienst plaats gewijd aan het Hasseltse drama. Uiteraard werden hierbij ook de oorlogsslachtoffers in de Oekraïense en Palestijnse gebieden gememoreerd. Na afloop van de dienst werd een bezoek gebracht aan de Hasseltse begraafplaats.
Cees Mommers was er opnieuw bij, ditmaal met zijn kleindochter Amy. Als iemand het verdriet van de Hasselt representeert is het wel Cees. Bijna dagelijks denkt hij terug aan de gebeurtenissen in januari 1945. En als hij erover vertelt kan hij zijn emoties meestal niet bedwingen. Nog steeds niet.
Een pijnlijk gevolg van zijn trauma is dat zijn schoolprestaties er ernstig onder geleden hebben. Cees kon zich nooit goed concentreren. Dokter Gommers van het Wilhelminapark zorgde er voor dat hij niet in militaire dienst hoefde en zo zijn moeder kon helpen in de winkel.
Goede herinneringen bewaart Cees aan zijn bezoeken aan school, vanaf 2011, waarin hij zijn ervaring met de oorlog kon delen met de Hasseltse jeugd.

Nog steeds bezoekt hij elk jaar rond 17 januari of 4 mei het grafmonument met leerlingen van de bovenbouw. Een kleine, maar indrukwekkende plechtigheid heeft er dan plaats met een gedicht, dertien bloemen en een moment van stilte. Wat Cees blij maakt is dat hij op straat nog altijd wordt begroet door leerlingen die zich zijn verhaal goed kunnen herinneren. Want ja, een oude man die geëmotioneerd is over een meisje dat bij hén op school zat, dat maakt wel indruk.
En zo leeft het Hasseltse verdriet voort bij jongere generaties, als waarschuwing voor de toekomst en als opdracht je ten alle tijden in te zetten voor vrede.
Recente reacties