Jean-Paul Korst heeft een enorme passie: het weer. Behalve op zijn eigen weerblog, is hij weerman voor onder andere het weekblad Groot Eindhoven en Omroep Tilburg FM.
Na de voorgaande maanden januari en februari gaat ook maart 2013 de geschiedenis in als een koude maand. Sinds 1987 was maart niet meer zo koud geweest en aangezien het bijna vier graden (!) kouder was dan normaal, was het een zeer koude maart. Het is vooral de manier waarop deze kou tot stand kwam: hoe meer de maand vorderde hoe kouder het werd! Dat is voor een lentemaand wel heel bijzonder. Want de koudste maartmaanden zijn op deze manier nog nooit tot stand gekomen. Alles werd bezegeld met een recordkoude laatste decade (periode 21-31 maart) in meer dan honderd jaar. Daarnaast was deze ook nog eens zeer droog. Wat een verschil met vorig jaar toen maart 2012 een gedeelde derde plaats kreeg van de warmste maartmaanden ooit samen met 1957.
De gemiddelde maarttemperatuur kwam dit jaar in De Bilt uit op 2,5°C tegen 6,2°C normaal. Daarmee eindigde de maand op een gedeelde zevende plaats in de rij van koudste maartmaanden sinds 1901. Maart 1917 blijft met een gemiddelde temperatuur van 1,9°C het koudst. We moeten ruim 25 jaar terug in de tijd om een maartmaand te vinden die nog kouder was; 1987 noteerde 2,3°C. Ondanks de kou, ging maart wel van start met zacht lenteweer. Op de 5e en 6e werd het in een groot deel van het land zelfs 15 tot 18 graden en met name op 5 maart sneuvelde veel dagrecords op diverse weerstations. De landelijk hoogste temperatuur werd dan ook op die dagen gerealiseerd. In Eindhoven werd het op 6 maart 18,8°C. Maar vanaf 9 maart werd het koud, zeer koud.
Op sommige dagen lagen de temperaturen vijf tot tien graden beneden het langjarige gemiddelde. Tot het einde van de maand was er bijna dagelijks sprake van lichte of matige vorst en soms ook sneeuw of ijzel. Het weer herinnerde in alles aan de winter. De laatste decade van de maand (dag 21 tot en met 31) werd met een gemiddelde temperatuur van 0,3°C zelfs de koudste sinds 1901. Het oude record was 1,2°C waargenomen in 1922. Je kunt wel zeggen dat het kouderecord helemaal verpulverd werd. Alsof het nog niet genoeg was het voor het gevoel nog kouder. De snijdende oostenwind liet tussen 22 en 27 maart gevoelstemperaturen zien tussen de -10 en -15 graden. Er sneuvelde in De Bilt geen dagrecords al werd op 31 maart wel de minimumtemperatuur geëvenaard met -5,3°C. Dit gebeurde ook in 1977. Tegelijkertijd zijn de paasdagen (31 maart) de boeken ingegaan als de koudste Pasen sinds 1964.
De maand kende in De Bilt één ijsdag, waarop het de gehele dag heeft gevroren en dat was 11 maart toen het overdag niet warmer werd dan -1,2°C. In Nieuw Beerta (Groningen) werden zelfs drie ijsdagen op rij geteld van 10 tot en met 12 maart. In totaal werden er in De Bilt 19 vorstdagen geregistreerd, waarop het kwik onder het vriespunt zakte, tegen acht normaal. Opvallend daarbij is de aangesloten periode van 21 tot en met 31 maart. Daarmee komt het op de 9e plaats van recordaantallen vorstdagen in maart sinds 1901. De meeste vorstdagen had maart 1969 met een totaal van 25. In totaal kwam men dit jaar bij het KNMI vijf keer tot matige vorst en op 13 maart kwam het op veel plaatsen tot strenge vorst met minstens -10 graden. Toen werd ook de landelijk laagste temperatuur waargenomen. In Limburg had weerstation Ell een temperatuur van -13,3°C.
In de omgeving van Tilburg kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur uit op 3,2°C, bestaande uit een gemiddelde middagtemperatuur van 6,9°C (normaal 10,9) en in de nacht was dat -0,4°C gemiddeld tegen +2,1°C normaal. De koudste dag was meteen een ijsdag en werd ook op 11 maart geregistreerd: in Berkel-Enschot werd het overdag niet warmer dan -1,0°C. In totaal werden 18 vorstdagen geteld, waarvan er twee met matige vorst verliepen. De laagste minimumtemperatuur werd in Tilburg waargenomen met -7,7°C op 13 maart. Maar naast alle kou waren de eerste dagen juist zeer zacht. Op 5 en 6 maart werden in Berkel-Enschot kwikstanden gemeten van respectievelijk 18,4°C en 17,6°C.
Door de overheersende invloed van hogedrukgebieden was maart een droge maand. In maart viel gemiddeld over het land 33 mm neerslag tegen normaal 68. De meeste neerslag viel in Westdorpe en Terschelling waar 48 mm werd opgevangen. Hoogeveen was het droogst met 18 mm. In het noordoosten van het land en delen van Noord-Brabant viel op veel plaatsen minder dan 30 mm. Zo had Berkel-Enschot maar 28 mm in de regenmeter zitten en in De Bilt was dat 37 mm.
Vrijwel de helft van de gehele maandsom neerslag viel op 9 maart met gemiddeld over het land 14 mm. Het was overigens een gedenkwaardige dag, want er viel in De Bilt 24 uur lang regen zonder onderbreking. Niet eerder, sinds het begin van deze metingen in 1930, heeft het zo langdurig geregend. In de laatste tien dagen viel er nauwelijks neerslag. In deze periode was de lucht ook erg droog: de relatieve vochtigheid lag herhaaldelijk onder de 20%. Het gebrek aan neerslag in combinatie met de schrale oostenwind heeft al geleid tot de eerste heidebranden van het seizoen.
Doordat het zo koud was viel de neerslag regelmatig in de vorm van sneeuw. De Waddeneilanden hadden op 11 en 12 maart te maken met stevige sneeuwbuien, met op Texel een sneeuwdek van 14 cm tot gevolg. Bovendien stoof de sneeuw door de sterke wind. De sneeuwval en sneeuwjacht veroorzaakten veel overlast. In het zuiden viel die dagen ook sneeuw, met in de regio Eindhoven en Maastricht 10 cm en nog hogere sneeuwduinen. Ook op 24 maart was het raak met in Zeeland, West-Brabant en Zuid-Limburg op verschillende plaatsen 5-10 cm sneeuw.
De oorzaak van de sneeuwval was het gevecht tussen koude lucht uit het noordoosten en zachte lucht uit het zuiden dat meerdere keren boven ons hoofd werd uitgevochten, met Koning Winter als winnaar. Ook tijdens de laatste dagen van de maand vielen plaatselijk nog sneeuwbuien, voornamelijk in het noordoosten van het land. Het gevolg was een tijdelijk sneeuwdek. In het midden van Brabant viel op 11 dagen sneeuw en alleen op 12 maart ontstond een sneeuwdek van een centimeter. Daarnaast viel er op één dag hagel en dat was op de 19e.
De hoeveelheid zonneschijn kwam landelijk gemiddeld uit op 126 uur, vrijwel gelijk aan het langjarige gemiddelde van 125 uur. In het noorden van het land scheen de zon het meest met in Den Helder (De Kooy) 157 uur. Het somberste was Deelen met 106 uren zon. De Bilt en Berkel-Enschot telde in maart respectievelijk 123 en 114 zonuren tegen 122 uur normaal. Bij dat laatste weerstation verliepen er zeven dagen zonder zon en op vier dagen scheen de zon minstens 9 uur. Op drie dagen daarvan scheen de zon zelfs het maximaal aantal zonuren van die dag. Dat waren 4, 26 en 27 maart.