Site pictogram Tilburgers.nl

Hoorzitting Cultuur: “Kleinschaligheid dreigt ten onder te gaan aan grote organisaties”

Tilburg Textiles openingsconcert 'Social Soundtrack' op 14 mei 2011
Tilburg Textiles openingsconcert ‘Social Soundtrack’ op 14 mei 2011

Een groep raadsleden van verschillende politieke partijen heeft een hoorzitting over cultuur georganiseerd. Deze hoorzitting wordt over twee dagen gespreid en maandag 19 augustus was het eerste deel. De volgende sessie is op maandag 9 september. De term ‘hoorzitting’ klinkt velen nogal streng in de oren, terwijl het zo niet is bedoeld. In deze bijeenkomsten worden open gesprekken gevoerd tussen raadsleden en mensen uit de cultuursector. De aanleiding voor deze gesprekken is, dat de ‘Cultuurnota’ van de gemeente Tilburg nu halverwege zijn looptijd is, en dat aan het eind van het jaar de raad gaat bespreken hoe het nu met de kunst en cultuur gesteld is in de stad en of het beleid het effect heeft dat ermee bedoeld was. En omdat de raad niet alleen van de ambtenaren en de wethouder uit wil gaan voor goede informatie, zijn deze hoorzittingen georganiseerd.

Vanuit de raad zitten de volgenden aan tafel: Paulus Oerlemans (GroenLinks), Willem Bongaarts (PvdA), Maarten van den Tillaart (CDA), Peter van Gool (D66), Henk Veltmeijer (TVP), Ron Antes (SP) en Marko van Dalen (VVD).

De bijeenkomst begon met een twee uur durende ‘expertmeeting’, waarvoor Leo Pot, ex-directeur van Theaters Tilburg, Hans Mommaas, hoogleraar Vrijetijdswetenschappen en Henri van der Steen, kunst- en cultuurredacteur bij Brabants Dagblad, waren uitgenodigd.

Aftrap

Draaiend Huis op de Hasseltrotonde
Draaiend Huis op de Hasseltrotonde

Hans Mommaas: “Kunst en cultuur zijn altijd in beweging. Er gebeurt wel altijd iets wat je niet verwacht had. Kunst en cultuur zijn toe aan een herwaardering. In de na-oorlogse tijd werd ingezet op de sociale agenda, op kwaliteit en op spreiding. Zoals het leren naar klassieke muziek te luisteren en dergelijke. Dat beleid heeft zijn legitieme basis verloren. We hebben het niet meer over hogere en lagere cultuur, het is lastiger geworden, veel vloeiender en beweeglijker en afhankelijk van smaak. Kenniscultuur is de nieuwe legitimatie, een wereldwijd issue. Creativiteit om economische doelen te bereiken. Door de samenleving heen gaat het om plezier en verbeelding, omgaan met vormentaal.”

“Tilburg heeft de goede papieren hiervoor. Het is een cliché geworden, maar deze stad heeft een dwarse cultuur, dat is echt zo. Nieuwe netwerken, Gummbah, Incubate, Veemarktkwartier, openheid van de stad, buiten de culturele macht van de Randstad. De verrassende dwarsigheid die ontketent zit in Tilburg. Andere steden zijn dit gaan overnemen.”

“Hoe dat komt? Dat weet ik niet. Maar plekken als Paradox zijn overgenomen in andere steden. We zijn hierin zelf blijven stilstaan, terwijl de rest ons aan alle kanten inhaalt. Alle basisvoorwaarden zijn in Tilburg aanwezig om die stop er weer af te trekken. De kernwaarde van Tilburg is: openheid. Kom daar eens in Maastricht om, daar hebben ze geen plek. Plus: je krijgt hier elk jaar een bak jongeren binnen gesjouwd, dat is onvoorstelbaar! En dan ook nog veel in kunst- en cultuuropleidingen. Als je dat niet kunt gebruiken… die kids komen stuiterend van de energie binnen. Daar moet je iets mee, je hebt goud in handen. Performing Arts in al zijn vormen en maten, van jazz en musicals tot circus. Creativiteit wordt hier gezocht bij de kunstopleidingen. Kids en culturele plekken die schuren tussen elkaar… vernieuwing vindt plaats waar vermenging, schuring is. Daar moet je genuanceerd mee omgaan, dwing niks in een model. Waarom niet de Efteling betrekken bij samenwerking? Die is daar ook mee bezig. Betrek de commerciële plekken er ook bij. Waarom zou je niet een Biënnale van Performing Arts organiseren in Tilburg? Samen met podia en de Efteling, die elke twee jaar de makers binnenhaalt. Als je dat niet doet ga je nat, ben je op elk vlak een verliezer.”

Hoe De Grote Schrijver Mr. A. Roothaert uit Tilburg werd Verbannen Door Ed Schilders En Andere Lafaards - DautzenbergLeo Pot: “De Gemeente wil een culturele basis-infrastructuur: gebouwen, activiteiten en organisaties. Dat begint met het gebouw, maar gebouwen zijn er voldoende in de stad. Ik mis wel eens de verantwoordelijkheid voor het vervolg. Alsof het klaar is met een gebouw. Als je een olifant koopt, moet dat beest ook te vreten hebben. Horen gebouwen wel in het cultuurbudget? Ook zonder culturele activiteiten heb je nog steeds die gebouwen. Die zou je eigenlijk los moeten koppelen van cultuurbudget en in het vastgoedbudget moeten stoppen.”

“En dan: Zijn de kosten van die gebouwen wel reëel? De huur past vaak niet bij deze tijd. Als organisatie ben je gebonden aan een eenzijdig vastgestelde huur, terwijl je die organisaties nodig hebt om activiteiten te organiseren. En waarom moet elke organisatie een eigen administrateur hebben? Het kan bezuinigingen opleveren om die te combineren, daar kun je vanuit de gemeente op sturen. Veel programma’s worden voor een deel met overheidsgeld georganiseerd. Op het moment dat je er geld in stopt heb je er ook iets over te zeggen. Ik ben overigens wel blij dat de overheid dat nooit deed, want die heeft er geen verstand van. Maar als ik in de politiek zat, zou ik wel een keuze willen maken om wat wel en niet. Gedraag je als opdrachtgever, niet als geldgever. Je mag aan een directeur van de schouwburg vragen om bij te dragen aan de doelstellingen die je hebt gesteld.”Als er subsidie overblijft, weet de gemeente zich geen raad: houden of terugvragen? Maar je kunt ook aan de organisaties vragen om voor dat geld iets extra’s te doen.”

Henri van der Steen: “Ik ben geen expert. Ik ben pas een jaar kunstredacteur, dus zal dat ook nooit worden en ik ben nog te kort bezig om van alle ins en outs op de hoogte te zijn. Ik zou niet weten wat jullie als raad met kunst en cultuur zouden moeten. We weten niet wat de vooruitzichten zijn van de komende jaren en ook niet wat straks de plaats is van kunst in de nieuwe maatschappij waar we naartoe gaan. Ik ben een oude socialist en opgegroeid met het idee dat kunst moet verheffen, maar ik ben er niet meer zo zeker van of dat nog wel zo is. Er zijn momenten dat ik daaraan twijfel, als mensen steevast naar RTL4 kijken en geen boek meer lezen. Moeten we dat zo laten? Zonder expert te zijn kun je zien dat kunst en cultuur zich aanpassen aan nieuwe tijden.”

Peter van Gool: “Hoe gaat de samenwerking in de regio en met andere steden? Wat zijn de kansen en uitdagingen?”

Hans Mommaas: “Je weet niet waar je eindigt, maar je moet iets. Alle Brabantse steden zijn op zich te klein. Je moet ten opzichte van elkaar op zoek naar je eigen positie. Dan ontstaat specialisatie, maar die moet je strategisch inzetten, zodat steden elkaar stimuleren. Kunst en cultuur is onderdeel van vrijetijds-industrie. Dat betekent dat je iets moet hebben waar Duitsers en Fransen ook naartoe komen. Amsterdam is daar goed in, in Eindhoven begint het te komen. Positioneer de Brabantse steden ten opzichte van de Randstad. Je krijgt geen goede vrijetijds-economie als je die niet verbindt met de ‘gewone’ economie. Er ligt een uitdaging in sociale innovatie. Discussies over bezuinigingen kun je blijven doen, maar je kunt ook zoeken naar nieuwe verdienverbanden en nieuwe samenwerkingsverbanden. Brabant Culturele Hoofdstad, daar móét je mee doorgaan, of je het nou wordt of niet. De ontwikkeling door laten gaan. Moet je doen. Dat betekent dat organisaties om de tafel moeten om hiermee iets te doen. Innovatie ontstaat waar mensen in staat zijn om uit hun formele positie te stappen.”

Marko van Dalen: ”Ik zie dat Roadburn niet kan groeien omdat er niet genoeg slaapgelegenheden zijn en dat niemand denkt aan Tilburg voor een weekeindje weg, hoe kan dat? Hans Mommaas: “Dat komt door verschillende componenten. Je hebt een keten nodig, van makers tot hotels. Als je niet zorgt voor goede overnachting, zakt een goed evenement weer weg na een paar jaar.” Leo Pot: “Dat is ook afhankelijk van het publiek dat je per evenement trekt. Roadburn trekt een ander publiek dan een weekeindje weg met concertzaal.”

Willem Bongaarts: “Is dat alleen een kwestie van geld? Of andere zaken? Hans Mommaas: “Alletwee… het is geen óf. Je moet wel goed ingevoerd zijn in wat als grassroots in je stad gebeurt. Niet overnemen, wel faciliteren, bijvoorbeeld met een gebouw, een vergunning, een marketing campagne etcetera… En dan afwachten en zien wat er gebeurt. “Hoe wil je Roadburn groter maken als je te weinig hotels hebt? Wéten wat de haarvaten van de stad zijn, weten wat er in de stad gebeurt en zaken verbinden. Productie gaan verbinden met distributie, daar is de culturele sector hier zwak in.”

Maarten van den Tillaart: “Moeten er dan gewoon vijf ambtenaren voor cultuur bij? Leo Pot: “Beslist niet. Ga in gesprek met het veld, dat moet je met die mensen samen doen en niet aan ambtenaren overlaten. Vraag er ook burgers bij.” Maarten van den Tillaart: “Mag je dat vanuit de stad verwachten of moet je dat als gemeente doen?” Leo Pot: “Regie is nodig, onder druk wordt alles vloeibaar.” Peter van Gool: “Hoe doet Amsterdam dat?” Leo Pot: “‘I am sterdam’ is een geweldig succes… Er is een onafhankelijke stichting voor opgericht om dat op te zetten.”

Leo Pot: “Als je je als stad wil onderscheiden, moet je durf hebben. Het draaiend huis bijvoorbeeld. Als je dat wil afbreken, bedenk je dan dat Parijs tot twee keer toe van plan is geweest om de Eiffeltoren af te breken. Je moet een trekker hebben en dat vereist durf.” Paulus Oerlemans: “Ik ben culturele nitwit… waarom?” Leo Pot: “Mensen willen graag in een stad wonen waar iets te doen is, naast veiligheid, goede scholen en cultuur… Dit is belangrijk, ook voor bedrijven die zich hier willen vestigen”.

Hans Mommaas: “Cultuur doordesemt alles, mensen gaan hangen naar fundamentalisme door gebrek aan kunst en cultuur en de behoefte daar aan. Als de kunstopleidingen hier weg zouden gaan, heb je echt een probleem. Ik zou er alles aan doen om ze in de stad te houden en ze in te bedden in de podium-infrastructuur. Meer in investeren. Is goud! Een permanente instroom van energie. Investeer ook op verbindingen tussen disciplines, zodat niemand het ooit in zijn hoofd haalt om die opleidingen hier weg te halen. Embedden in de infrastructuur van de stad en in de samenleving.” Paulus Oerlemans: “Ik zie er binnenkort niet veel geld bijkomen en alles kost geld. Hoe doen we dat?” Hans Mommaas: “Het gaat niet over geld maar over capaciteit. Je hebt hier opleidingen, podia en media-opleidingen, waarom ontstaat daar geen synergie? Die media kids kunnen verdriedubbelen wat er op die podia gebeurt. Je moet slim verbinden.” Leo Pot: “Andere voorwaarden verbinden aan de subsidie die je verleent.”

Leo Pot: “Er wordt in Tilburg niet gescout naar talent, in andere steden wel. Op die manier kun je verbindingen tot stand brengen. Oost-Londen lijkt op Tilburg, daar is een theater terwijl de bewoners van die wijk nooit naar het theater gaan. Maar die nodigen mensen uit om hun eigen ding daar te doen en halen zo toch de mensen binnen, bijvoorbeeld een wijk-voetbalclub… en maken daar theater van.”

Hans Mommaas: “Je moet zorgen dat je weet wat er gebeurt. Je moet er naartoe en als je het dan niet zelf doet, zorg je ervoor dat iemand dat wel doet. Dat is je verantwoordelijkheid als raad. En beperk je niet tot de Tilburgse grenzen. Stel jezelf op als verbinder. Bestuurders zien onvoldoende het belang van dingen publiek maken. Geef een podium, iedereen zoekt gemeenschappelijkheid.” Leo Pot: “Denk na over hoe je meer met mensen kunt bezig zijn in plaats van met organisaties. Jammer dat bureau cultuurmakelaar een bureautje werd, juist zo iemand kan de interessante mensen in de stad opsporen.”

Hans Mommaas: “Blijft nog dat we geen toereikende hotelformules hebben waar mensen kunnen verblijven in de stad, de sfeer van gastvrijheid is belangrijk. Je kunt het niet forceren, wel de mensen vinden die dit kunnen realiseren. De metafoor ‘Stad als podium’, is fantastisch, daarmee faciliteer je ook. Vervolgens: Hoe doe je dat? Daar moet je je mee bezig houden. Daarmee blijft overeind dat in deze stad alle ingrediënten aanwezig zijn. Je hebt alles! Als er een plek moet zijn in Nederland met een verhaal, dan is het Tilburg. In iets nieuws zit geen enkele zekerheid. Dat betekent dat je risico’s neemt. Zoek die bij je eigen DNA, je eigen ding. Het Draaiend Huis was spraakmakend. Als je op kunst en cultuur iets wil doen, moet je het halen uit ideeën en dwarsigheid, de infrastructuur van Amsterdam heb je nou eenmaal niet.”

Rode draad

Na deze inleiding, waar toch al wat praktische ‘tips & tricks’ uit te halen zijn, schoven een aantal kunstenaars en organisators om beurten voor 20 minuten bij de raadsleden aan tafel om advies te geven en hun verhaal te vertellen. De rode draad die in alle gesprekken te vinden was, is met name dat de overheid moet zorgen voor diversiteit in kunst en cultuur door middel van subsidies, maar ook door te faciliteren in marketing, ruimte en dergelijke. Juist kwetsbare disciplines, met een klein maar zeer enthousiast publiek, zorgen voor de nodige diversiteit en dreigen in het huidige cultuurbeleid, waarin de nadruk ligt op de grote cultuur-instellingen, ten onder te gaan.

Tim van Dijk, De Zuivelfabriek, Udenhout

“Als dorpje zijn we sinds 1996 een onderdeel van de gemeente Tilburg, maar tot nu toe is het contact miniem. Op het gebied van cultuur-educatie van jongeren, maar ook van ouderen, zijn we een eilandje. Een gemiste kans, want met de Zuivelfabriek zijn we één van de meest innovatieve kunstcentra van Nederland.”

“Het blijft lastig om als dorp onder de aandacht te komen van de gemeente. We zouden vaste partner worden in cultuur-educatie toen de Cultuurnota werd geschreven, maar daarna zijn we nooit meer benaderd. Ik vind dat jammer. Het gaat ook om de leefbaarheid in een kleine kern. We hebben veel samenwerking met anderen, onder andere Diamant, de bibliotheek, Jongerenwerk van de Twern, Fontys en verenigingen. We willen een ontmoetingsplek zijn.”

lustwarande08“Ik wil ook samenwerken met Factorium en Het Zuidelijk Toneel en we hebben al veel pogingen ondernomen, maar tot nu toe blijkt het onmogelijk. We doen klasssiek en modern ballet, theater etcetera… noem maar op, maar als we jongeren een toekomst willen bieden, zouden we graag een toeleiding kunnen doen. Er moet een brug liggen, we proberen die brug aan onze kant te bouwen, maar van de andere kant worden we als te klein gezien, niet de moeite als kleine kern. We hebben de stad nodig om kinderen met talent verder te helpen. Ik snap dat niet. De samenwerking gaat goed met de Twern en de bibliotheek, maar niet met culturele organisaties in de stad. Als wij ze benaderen schieten ze in de kramp. We hebben Factorium aangeboden om bij ons les te komen geven, maar dat hebben ze niet opgepakt en ze zijn in een schoollokaal gaan zitten. Factorium doet hele goede dingen in de stad, ik ben alleen kritisch over hun houding naar Udenhout toe.

Jan Drissen en Erwin Schellekens, directeur en programmeur bij Festival Mundial.

Jan Drissen: “We zijn onderdeel van het evenementenbeleid en ‘internationale samenwerking’, dat zou ook binnen het cultuurbeleid een plek kunnen hebben.” Erwin Schellekens: “Onze positie zit op het snijvlak van westers en niet-westers. Dit wordt nog steeds onderbelicht in het culturele veld, terwijl het de kunst en cultuur van de toekomst is. We zoeken naar wegen waar mogelijkheden liggen. Niet alleen hier, maar ook in andere landen in de wereld. ‘De Stad als podium’ is een goed uitgangspunt waar we invulling aan willen geven, zoals Festival Mundial naar de Spoorzone en richten op talentontwikkeling. Maar hou als raad vast aan een keuze, een beleid en doe niet volgend jaar weer iets anders. Als je een beleid kiest, hou er aan vast, verandering gaat maar langzaam. Je hebt een ontwikkeling en een stappenplan nodig, en geld. Ik ben geen ambtenaar. Ik denk dat de Cultuurnota een stuk praatpapier is waar nog keuzes te maken zijn. Als je vergelijkt met andere organisaties krijgen we een mooi bedrag, maar een fooi als je het vergelijkt met andere steden.”

Joost Heijthuijsen, Incubate

incubate“Hoe het gaat met de cultuur in Tilburg? Als we tien jaar geleden deze vraag hadden gesteld, toen ging het heel goed. 013 was net gebouwd, Tilburg was de stad waar het gebeurde. Nu is dat anders. Toen begonnen we met Incubate, en na het eerste jaar zei de gemeente: “We hebben geen evenementenbeleid en dus geen evenementen.” De lijntjes zijn hier kort en er is veel bereidwilligheid in Tilburg om iets te doen. Ik maak me zorgen over nieuwe initiatieven. Er zijn veel talenten in de stad. Pas op dat je dat talent houdt. Dat ze de stad met hun creativiteit blijven voeden. Zoals kinderen zich willen meten met topsporters, willen mensen ook top-cultuur zien om inspiratie op te doen, in de breedte. Niet bang blijven voor wat er gebeurt, als je de daadkracht uit de stad ook in het stadhuis hebt, komt er iets heel moois.”

Marko van Dalen: “Hoe doen we dat zonder de boel met regels vast te leggen? Joost: “Bees en trees!” Grote voorzieningen hebben kleintjes nodig om te blijven leven. Het cultuurbeleid in de nota gaat over zes grote instellingen, niet over Marc-Marie Huijbrechts of Guus Meeuwis, die dynamiek… Niet alleen denken in subsidies en die paar clubs, maar daar tussen gebeurt het. ‘Stad als podium’. Deze stad is al een podium. Ik maak me zorgen om nieuwe initiatieven, ik zie heel weinig doorstroming. Er gebeurt nu weinig en dat is jammer, diversiteit heb je nodig.”

Willem Bongaarts: “Is hier oog en oor voor vanuit dit huis? Joost: “Het gevoel in de stad is wel eens positiever geweest. Jullie zijn niet onze grootste financier, maar om de andere financiers binnen te halen is het belangrijk om ondersteuning van jullie uit het stadhuis te krijgen. Als coalitie en oppositie daarin samen optrekken, helpt dat bij het werven externe fondsen. De stad is niet gewend aan het opereren op internationaal niveau. Zorg dat cultuur bij Midpoint Brabant een belangrijk punt is. Zorg voor ‘pokon-budgetten’, een heel klein beetje geld waarmee iemand kan beginnen. Van die paar 100 euro maakt een ondernemer er een paar 1000. We hebben al fondsen misgelopen door de trage systematiek van de gemeente. In Eindhoven doen ze dat wel goed. Het zijn kleine dingen die je moet veranderen en die wel helpen.”

“Incubate doet het goed, voor de buitenwereld. Samenwerking met Tilburgse clubs is heel goed. Daar gaat het niet over. Iedereen is blij met ons want ze krijgen een groot festival voor een relatief klein bedrag, daar zou ik ook blij mee zijn. We krijgen bijdragen om juist kwetsbare projecten te doen, zoals met basisscholen en dergelijke. We zitten op een internationale markt en door de opkomst van city-marketing hebben veel steden in de gaten dat je met een festival goed scoort. We gaan dit jaar de Koepelhal niet gebruiken, doordat de bijdrage van de Mondriaan-stichting dit jaar wegvalt. Kunnen we niet doen. Dan blijkt dat we erg kwetsbaar zijn en afhankelijk van externe financiering. Veel steun van de gemeenschap. Vrijwilligers, bedrijfsleven etcetera. Ook internationaal. Maar cultuur werd voor de politiek een ding waarmee jullie elkaar de tent uit konden vechten.”

“Culturele Hoofdstad, ben ik voor. “Maar let wel: dáár is jullie gedrag belangrijk voor. Als jullie twijfelen gebeurt het niet. En zie nu: “dankzij cultuur werken jullie weer meer samen en hou nu eens het gekissebis binnenskamers. En als we niet worden gekozen, dan is de basisvraag nog niet weg. We zullen vast moeten blijven houden aan onze waarde: creativiteit. Probeer het geld vast te houden en in te zetten in creativiteit, het levert meer op dan het kost. Als het een geraniumbeurs was zou je het ook doen.”

Godelieve Engbersen, Nachtburgemeester

De nachtburgemeester in actie tijdens de opening van de expositie 'Naald & Draad'
De nachtburgemeester in actie tijdens de opening van de expositie ‘Naald & Draad’

“Hoe begroot je het schrijven van een gedicht? Kunstenaars zijn geen boekhouders. Die kunstenaars kunnen niet zes uur zitten aan een formulier om subsidie aan te vragen. Laat iemand zijn droom vertellen en help dan om dat op te schrijven en er subsidie voor te zoeken. Dyslectie en ADHD komt veel voor onder kunstenaars, daarom kunnen ze ons mooie beelden laten zien. Kunstenaars en artiesten zijn geen zakkenvullers, zij maken de stad, ze vertellen de mensheid iets, ook als het ze niet aanstaat. Bewegingen zijn nooit zonder kunstenaars begonnen. De kunstnota is door geen een kunstenaar gelezen want is veel te abstract.”

“Waar zijn de kwartiermakers, de aanjagers, de scouts? Waar is je pluriformiteit? Ik zie alleen maar blanke mannen hier aan tafel. Ik kan er zo een aantal noemen. Maar die komen hier niet, die trekken dat niet. Ik ben het eens met Joost Heijthuijsen. Ga er met positiviteit van uit, laat mensen hun idee vertellen en dan hebben jullie zelf wel iemand die zo’n saai rapport wil tikken. ‘Het jaar 013’ hadden we veel meer uit kunnen nutten, snap niet dat we nog niet bij ‘De Wereld Draait Door’ zijn geweest met al die goede artiesten. Crowdfunding is vooral leuk voor toegankelijke kunst, waarbij mensen vooral elkaar funden.”

“Je moet in dialoog blijven. Wij als mensen moeten opgevoed worden. Een vervelende kunstenaar heb je ook wat aan. Altijd moet kunst en cultuur zich verantwoorden. Maar voor Tilburg is het belangrijk. In Tilburg is veel meer te doen dan in Eindhoven en Breda. Samenwerking moet als levend water door de stad gaan stromen. Leer de mensen kennen die het hier maken. Allemaal simpel en niet duur.”

Judith Ensel, Art-fact

“Ik ben blij dat we steeds ondersteund zijn, als stichting voor de amateurkunst, door de gemeente. We hebben dingen kunnen doen die vooruitstrevend zijn. Er zijn 100 verenigingen en nog 50 andere verbanden die zich bezighouden met amateurkunst, die hebben behoefte aan ondersteuning op zaken als het aanvragen van subsidies, het vinden van professionals, soms kleine, praktische zaken. Die kennis kunnen wij overdragen. Kennis breidt zich steeds meer uit. Dit ontbreekt in het professionele veld. Daar hebben wij meer ondersteuning bij nodig, het blijkt moeilijk om mensen te vinden hiervoor. Moeilijk is ook om samenwerking te vinden met organisaties als woningcorporaties en de Twern. Art-fact is een kleine organisatie van twee mensen. De gemeente zou ons meer kunnen steunen door ons gebruik te laten maken van haar netwerk.”

Anton van Dorp, heemkundekring ‘De Kleine Meijerij’

“We zijn een kleine speler op gebied van cultuur, met 600,- subsidie per jaar. Ik merk vooral dat het beleid is gericht op de stad Tilburg, niet op de gemeente. Kleinere evenementen in de dorpen hebben moeite om het hoofd boven water te houden, terwijl het dan gaat om 1000 à 2000 euro subsidie. Als heemkundekring geven we een tijdschrift en boekjes uit, doen we onderzoekjes en staan we op evenementjes.

Eén van de doelstellingen in de Cultuurnota was ‘Het verhaal van de stad vertellen’. Maar daar hebben we nog weinig van vernomen. Berkel-Enschot en Udenhout hebben een andere historie dan Tilburg. Wat is nu Tilburg? Wat is onze positie daarin?

Henk Verhoeven, Stichting Kunstprojecten Tilburg

“Keuzes maken in de stad, daar ontbreekt het aan. Hoe dikwijls ze veranderd zijn van visie…. Neem bijvoorbeeld de Dutch Design Week in Eindhoven, dat was een visie… één richting uit. Dat is iets wat in Tilburg ontbreekt. Als podiumkunst het speerpunt is, moet je dat een gezicht geven. Profileer de podiumkunsten in de Spoorzone.”

“Culturele Hoofdstad is een kans voor veel stichtingen en organisaties. Nadeel is wel dat Eindhoven de kar trekt, dat is het linke. Ik werk niet samen met mensen uit andere steden. Contacten met de gemeente lopen wel goed. Subsidie zou er juist moeten zijn voor kleine projecten. Dan kun je ook veel slagvaardiger werken.”

Paul van Kemenade en Ruud Douw, Stichting Paul van Kemenade Quintet

altoist-Paul-Van-Kemenade-at-the-North-Sea-Jazz-2011.jpgPaul: “Het doel van de Stichting Paul van Kemenade Quintet is het bevorderen van jazz en geïmproviseerde muziek in de ruimste zin. Met stijgend succes, vooral in het buitenland. Het ‘Stranger than Paranoia’ event organiseren we dit jaar voor de 21ste keer. Ik ken de Cultuurnota niet, ik ben musicus en ik lees niet dat hele ambtelijke gebeuren. Ik maak me wel eens zorgen over de kleinschalige projecten die niet een heel groot publiek trekken maar die zich sinds jaar en dag bewezen hebben, die worden ondergesneeuwd door grote evenementen. Breed aanbod is van belang. Ik maak me zorgen om hoe we verder moeten als stichting, want het past niet in welk plaatje dan ook. Stranger than Paranoia is al 20 jaar lang geheel uitverkocht.”

“Ik ben het eens met Godelieve…, er is een publiek voor deze soort muziek uit alle lagen van de bevolking en van alle leeftijden, van makkelijke naar moeilijkere muziek… met een paar honderd mensen per avond, maar het is van enorm belang voor de diversiteit. Ruud: “Hoe ga je als gemeente om met kleine evenementen die een klein publiek bereiken? Beleid is vooral gericht op grotere evenementen. Het is inhoudelijk sterk, heeft zich bewezen, maar het trekt geen groot publiek. Vanwege je kosten moet je entree omhoog, de subsidie is ten einde. 28 euro entree is fors, het wordt inhoudelijk gewaardeerd, maar er zit financieel niks aan vast, hou je er niks aan over. Stranger than Paranoia wil ook internationale namen een kans geven. Al heel wat coryfeeën zijn de afgelopen 20 jaar revue gepasseerd. Aan entree haal je op een avond 5000 euro op, en je moet van artiesten de verblijfs- en hotelkosten betalen en vervoer etcetera, dus de uitgaven liggen tussen de 12.000 en 15.000 euro. Ik zit hier niet om mijn hand op te houden, maar omdat ik zorgen heb of de culturele diversiteit in stand kan blijven. Dit is wel anders geweest.”

“We keren nu terug naar een Nederlandse versie van Paranoia omdat je niet bij overheid terecht kan, noch bij bedrijven, want ook voor bedrijven is het te kleinschalig. Cultureel ondernemerschap heeft zich vernauwd naar in hoeverre je in staat bent om fondsen te vinden. Als je dat niet kan, deug je niet als ondernemer. Dat weegt zwaarder dan je vakmanschap als musicus.”

Paulus Oerlemans: “Hoe groot moet het publiek zijn dat het maatschappelijk belangrijk is om daar geld bij te leggen?” Ruud: “Als je accepteert dat cultuur een soort een verrijking is, een vorm van sociale stijging is, is geen publiek te klein.” Paul: “Als niemand het hoort, hoe kun je er dan mee in aanraking komen? De artistieke invulling hebben we zelf in huis. Beleid heb je nodig omdat bedrijven het te kleinschalig vinden. Financiering per project of over meer jaren, dat maakt me niet uit. We laten een mooi festival niet verloren gaan aan beleid dat achter een tafel is bedacht.”

Hetty van Beek, De reizende speeldoos

“Kleinschaligheid dreigt ten onder te gaan aan grote organisaties. Het eisenpakket waar je aan moet voldoen, dat nekt je. 25 jaar geleden was alles mogelijk, nu dat is ernstig bedreigd. Daar vallen ook buurthuizen onder. Het neerhalen daarvan maakt het voor kleine zelfstandigen moeilijk om een locatie te vinden om je ding te doen. De MFA’s zijn veelte duur. Wijkcentrum ‘In de Boomtak’ is een apart verhaal, het leek ideaal in de voormalige peuterspeelzaal. Maar er kwam een andere peuterspeelzaal die meer dagdelen wilde huren dan ik. Dus dat lukte niet. Daardoor was mijn groep zo klein geworden, dat ik ben les gaan geven in mijn woonkamer. Meubels de deur uit… Ik had lage prijzen omdat ik vind dat alle kinderen moeten kunnen meedoen.”

“De concurrentie van Factorium en Fontys is enorm geworden, ik kan niet opboksen tegen grote, gesubsidieerde instellingen. Ik heb ooit zelf een keer subsidie aangevraagd, maar ik had mijn project verkeerd geformuleerd en daardoor was mijn plan afgewezen. Daardoor is een heel mooi project niet doorgegaan.”

“Ik zag ook dat andere, gesubsidieerde projecten prachtig PR-materiaal hadden, die niet werd ingezet maar in dozen bleef staan, omdat niemand tijd had om het te verspreiden! Verspilling, heel erg vind ik dat. Ik merk ook dat wij als zzp-ers onze PR niet meer mogen ophangen bij de bibliotheek, bij het Factorium en de Nwe Vorst. Er wordt sinds de afgelopen drie jaar nergens meer iets opgehangen als het niet van Factorium of de Nwe Vorst is. Dat mocht eerst altijd. Kleine initiatieven worden permanent gedwarsboomd door de grote instellingen. Triest en kwalijk vind ik dat.”

Marko van Dalen: “We willen cultureel ondernemerschap maar tegelijkertijd maken we beleid die juist de culturele ondernemer bedreigt. Een duivels dilemma en een enorme spagaat. Wat kunnen we er in hemelsnaam aan doen?

Hetty: “Misschien weer eens zelf kind worden en alles wat jullie nu weten loslaten… probeer eens terug te gaan naar de basis, leren kruipen, lopen, praten…. “

Mobiele versie afsluiten