Maatregelen om de zorgkosten in de hand te houden worden vaak gezocht in bezuinigingen bij de lichtere vormen van zorg en ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp. Wanneer deze hulp wegvalt betekent dat echter dat een aanzienlijk deel van de hulpbehoevenden dan aangewezen is op duurdere vormen van zorg.
Voor de toekomst blijkt, mede vanuit het oogpunt van financiële houdbaarheid, juist het faciliteren van lichtere vormen van (publiek gefinancierde) zorg en ondersteuning in de thuissituatie essentieel om de zorg voor deze steeds groter wordende groep mensen met een gezondheidsbeperking te waarborgen.
Dat is een van de belangrijkste conclusies uit het SCP-onderzoek ‘Wat als zorg wegvalt“. Dit onderzoek bevat verschillende berekeningen waarbij op een cijfermatige manier wordt bekeken welke mogelijke alternatieven hulpbehoevenden hebben voor de zorg die zij ontvangen. Daarbij wordt inzicht verkregen in welke zorg en ondersteuning nodig is om zelfstandig te kunnen blijven wonen.
In deze studie komen de volgende zorgvormen aan bod: zorg en ondersteuning van familie en het sociale netwerk, zelf betaalde hulp en publiek gefinancierde zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015; huishoudelijke hulp, begeleiding), de Zorgverzekeringswet (Zvw; wijkverpleging) en de Wet langdurige zorg (Wlz; verpleeghuiszorg). Ongeveer 40% van de mensen met een gezondheidsbeperking ontvangt een of meerdere van deze vormen van zorg en ondersteuning.