Site pictogram Tilburgers.nl

Interview met Jasper Mikkers: Karl Marx contra Rome

Door: Frank van den Nieuwenhuijzen, exclusief voor Tilburgers.nl

Dit voorjaar verscheen een herdruk van Karl Marx Universiteit, roman over een revolutie. De eerste druk verscheen eind 2009 en is van de hand van Jasper Mikkers die ook bekendheid verwierf onder het pseudoniem Tymen Trolsky. In de roman wordt de studentenrevolutie van de jaren 1968 en 1969 beschreven, zoals zich die met name in Tilburg voltrok.

Wim Boerboom - Foto: Jasper Mikkers

Op zijn website www.jaspermikkers.nl en op TilburgZ.nl publiceert Jasper Mikkers nu in delen een interview met Wim Boerboom, indertijd wetenschappelijk medewerker en hoofdrolspeler tijdens de revolutie. De titel van het omvangrijke tweegesprek luidt: Karl Marx contra Rome: vijfentwintig jaren strijd voor linkse idealen. Centraal in Karl Marx contra Rome staat de vraag: hoe ging het verder? In hoeverre slaagden de progressieve studenten erin hun wensen en eisen ingewilligd te krijgen in de jaren na 1969? Hoe interessant de vraagstelling ook is, er werd nauwelijks onderzoek naar gedaan en er is weinig over bekend.

Frank van den Nieuwenhuijzen had voor Tilburgers een gesprek met Jasper Mikkers over zijn roman en het interview.

Er is een herdruk van je roman Karl Marx Universiteit, roman over een revolutie verschenen. Het boek is dus behoorlijk goed verkocht?

Ik weet het niet. Als er een boek van mij verschijnt, doe ik zoveel exemplaren aan vrienden cadeau dat ik meteen een grote schuld opbouw. De uitgever heeft nog nooit geld naar mij overgemaakt. Ik heb teveel vrienden.

De roman speelt in Tilburg en heeft grotendeels de studentenrevolutie in Tilburg als onderwerp. Hoe is het boek in Tilburg ontvangen?

Ik kreeg vele reacties en die waren alleen maar lovend. Maar de helft van de lezers was tegelijkertijd boos vanwege de wending die ik het boek gaf aan het eind. Ze voelden zich op het verkeerde been gezet. Bedrogen. Terwijl ik ze, want ik ben buitengewoon genereus van aard, in feite een tweede boek cadeau deed. Wie aan het eind van de roman komt, ontdekt opeens dat er zich iets volstrekts anders in het boek afspeelde dan hij dacht. Vele gebeurtenissen krijgen een andere betekenis. Hij moet opnieuw beginnen met lezen, omdat alles in een ander licht wordt geplaatst.

Je hebt nu een uitvoerig interview gemaakt met Wim Boerboom, marxist en revolutionair van het eerste uur. En dat publiceer je in delen op internet. Waarom?

Ik weet heel weinig. Terwijl ik denk dat anderen veel weten. Maar ik kwam erachter dat ook bij anderen weinig bekend is van wat er zich op het linkse front binnen en buiten de universiteit afspeelde na 1968 en 1969. Welke weg sloeg de linkse studentenbeweging in? Wat streefde ze na? Wat was haar invloed buiten de universiteit? Wat werd uiteindelijk bereikt?

Dus?

Dus wat? Nou ja, ik vond dat wel interessante vragen. Om een antwoord te krijgen belde ik Wim Boerboom en vroeg opnieuw om een interview. Ik interviewde hem enkele jaren geleden ook al eens, maar toen uitsluitend over de jaren 1968 en 1969. Boerboom is hét voorbeeld van de bewogen linkse intellectueel uit de jaren zestig en zeventig. En na de jaren zeventig ging hij door en bleef zijn idealen trouw, als geen ander. Hij lééfde zijn idealen, wijdde er bijna al zijn energie aan, offerde er zijn promotiekansen aan op, nam grote risico’s om ontslagen te worden. Een fantastische vent, ongeacht het feit of je zijn idealen deelt.

Wat weet de lezer na het lezen van het interview? Hoe belangrijk is het voor de Tilburger om kennis te nemen van het interview?

Op de eerste plaats: het leest als een spannende roman. Er zit een lijn in en een ontwikkeling. En Boerboom heeft humor. Dat is vrij zeldzaam: wat verder naar links én rechts op het politieke spectrum vind je bar weinig humor. Zoals ook radicale gelovigen humor als afvalligheid beschouwen.

En op de tweede plaats? Ben je er nu zelf achter wat er zich na 1969 voordeed, in Tilburg, aan het linkse front?

Het interview licht een tipje van de sluier op. De lezer krijgt een aardig beeld van het conflict dat werd uitgevochten tussen een vrij kleine groep van fanatieke voorvechters van een marxistisch georiënteerde, politieke economie en de rest van de universiteit. Soms had die strijd het karakter van een ingewikkelde schaakpartij, maar dan een schaakgevecht waarbij veel op het spel stond.

Was je zelf als student een linkse activist? Een marxist?

Nee, ik was toen al een buitenstaander, een observator. Dat had ik al heel vroeg, al op mijn dertiende. Toen al was ik een verlichte anarchist. Ik heb mijn hele leven nog nooit ergens achteraan gelopen, sluit me nooit ergens bij aan. Ik kon en kan de kritische distantie niet opgeven, koos geen partij, nam geen standpunten in. Maar ik was wel overal bij. Ik vond het razend interessant wat er zich afspeelde. Dat was wel eens lastig. Zo werd ik gevraagd om vergaderingen te leiden van Politeia, een linkse studentenvereniging. Voorzitter te zijn. Ik heb het niet gedaan. Ik had er geen talent voor, ook. Al was het moeilijk om te weigeren, want de vice-voorzitster was een aantrekkelijke en sympathieke studente op wie ik heimelijk en onhandig verliefd was.

De laatste vraag: waarom schrijf je?

Om de wereld te begrijpen en te kunnen accepteren. Het is mijn manier om met de wereld om te gaan. Beleven, beschrijven, begrijpen. Bezweren, die vierde ‘b’ zou je eraan kunnen toevoegen. De absurditeit van het leven bezweren, met woorden, zinnen, de idiote kracht van taal. Eigenlijk wil ik overal poëzie van maken. Eigenlijk deug ik dus niet.

Mobiele versie afsluiten