Invoeren Participatiewet heeft kans op werk verminderd

Klik op de afbeelding om het rapport te downloaden (PDF, 92 pagina’s).

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) voert een jarenlang onderzoek uit naar de werking van de Participatiewet en publiceert om de paar maanden een deel van de bevindingen. Op 5 september 2018 heeft het SCP gepubliceerd wat tot nu toe de gevolgen zijn geweest voor de mensen die voorheen (tot 2015) terecht zouden kunnen bij de sociale werkvoorziening, maar die nu ‘gewoon’ één van de doelgroepen binnen de Participatiewet vormen.

Met de invoering van de Participatiewet is de toegang tot de sociale werkvoorziening afgesloten voor nieuwe instroom; er worden geen nieuwe mensen meer toegelaten terwijl de mensen die al in de sociale werkvoorziening zaten, daarin mochten blijven. Dit heeft de baankansen en de duurzaamheid van de gevonden banen verlaagd voor de Wsw-doelgroep (Wet sociale werkvoorziening). De uitkeringsafhankelijkheid van de baanvinders uit deze doelgroep steeg juist.

De baankansen van de mensen die (voorheen) op de Wsw-wachtlijst stonden, daalden van gemiddeld 50% voor invoering van de Participatiewet naar 30% na invoering van de wet. Ook de duurzaamheid van de banen daalde. 51% van de gevonden banen heeft een duur van ten minste een jaar, tegenover 65% à 77% in de oude situatie.

Een baan hebben wil nog niet zeggen dat je dan van de uitkering af bent. De uitkeringsafhankelijkheid van de baanvinders steeg. Van degenen die sinds de invoering van de Participatiewet in 2015 in beide navolgende jaren een baan hadden, ontving 63% een uitkering naast het werk. Dit is iets meer dan in de oude situatie (58% à 60%).

Voor de introductie van de Participatiewet hadden mensen met ofwel een bijstandsuitkering ofwel een Wajong-uitkering en mét een Wsw-indicatie een grotere kans om aan een baan te komen dan mensen met dezelfde uitkering maar zonder Wsw-indicatie. Dit verschil is na de invoering van de Participatiewet verdwenen.

Binnen de groep mensen op de wachtlijst hebben sommige groepen meer kans om een baan te vinden dan andere. Mannen, jongeren tot 25 jaar en autochtone Nederlanders hebben de meeste kans een baan te verwerven; voor 55-plussers, Nederlanders met een migratieachtergrond en mensen met een psychische beperking is die kans juist relatief laag.

Sinds de invoering van de Participatiewet zijn er meer re-integratietrajecten ingezet, maar deze hebben niet geleid tot meer kans op werk. Vanaf 2010 was sprake van een duidelijk dalende trend in het aandeel wachtlijsters dat een re-integratietraject volgde, maar dit is omgeslagen in een stijging. Van de mensen op de wachtlijst uit 2013 volgde rond 20% in de twee navolgende jaren een re-integratietraject, bij die uit 2014 was dit rond 25%.

Deze rapportage concentreert zich op de doelgroep Wsw (Wet sociale werkvoorziening). De Wsw maakt het voor mensen met een arbeidsbeperking mogelijk om onder aangepaste omstandigheden arbeid te kunnen verrichten in zogenoemde sociale werkplaatsen. Sinds 1 januari 2015 kunnen er geen mensen meer in de Wsw instromen. Dit geldt ook voor mensen met een Wsw-indicatie die eind 2014 op de wachtlijst stonden voor een Wsw-plek. Wel kunnen zij ondersteuning krijgen van gemeenten, bijvoorbeeld in de vorm van loonkostensubsidie. In deze publicatie leest u hoe het deze mensen is vergaan.

Geef een reactie