vrijdag 19 april 2024

4 gedachten over “Je kunt het maar één keer fout doen

  1. Ik loop elke dag door de spoorzone en zie juist een toenemende levendigheid.
    De LocHal is een mooie verzamelplaats van allerlei soorten Tilburgers, van arm tot rijk en van jong tot oud. De bezoekersaantallen daar schieten door het plafond.
    Het Spoorpark draagt er aan bij dat de loop naar de Spoorzone op een natuurlijke manier op gang komt en blijft.
    Natuurlijk: er kan nog van alles mislopen en verkeerd gaan, maar om nu al te wanhopen is voorbarig.
    Ben het eens met Jim Kollenburg. De opvatting van Paula Anquita is mij te pessimistisch en te zuur.

  2. Alleen al de (on-)toegankelijkheid van het gebied is een (geplande) verkeersramp. Helemaal NIETS NIETS NIETS . . . is aantrekkelijk. Je eerste gedachte is: ‘Vlug wegwezen hier.’ Dat is trouwens ook je laatste gedachte.
    Het maakt in Tilburg niets uit hoe oud de bebouwing is. Spoorzone, Koningsplein, Ketelhavenplein, allemaal even gruwelijk. Stadhuis, Heuvelpoort, Emma-passage, Niet Tevreden Plein, allemaal op de schop en volgende poging. De Piushaven is wél in een positieve ontwikkeling en gezellig blijft het kerkhof aan de Bredase weg.
    De stelling: ‘Je kunt het maar één keer fout doen’, is ontoelaatbaar optimistisch. Het is veel meer: ‘We gaan het vast en zeker . . . wéér grondig verkloten, op z’n Tilburgs.

  3. Kolossen waar de voormalige DDR jaloers op zou zijn geweest!? Ik geloof dat mevrouw Anguita nog eens op vakantie moet naar Oost Duitsland want de nieuwbouw in de Spoorzone heeft bepaald niet dat karakter.

    Hoe dan ook krijg ik de indruk dat er een soort urgentie wordt gecreëerd door te verwijzen naar een armer deel in de samenleving en dit op een of andere manier relevant te laten zijn voor de ontwikkelingen in de Spoorzone. Ik zie niet echt de link tussen deze twee, behalve dat er ooit met woorden is gesproken als ‘een huiskamer voor de hele stad’ etc. Maar wat betekent dat precies in de praktijk? Er zijn wel degelijk openbare plekken waar iedereen welkom is, maar uiteraard kan zo’n groot gebied niet alleen maar openbaar zijn. Er wordt gewoond en gewerkt en dat is toch vooral een private aangelegenheid. En indien het gaat om betaalbaar wonen, ook daarvoor is aandacht in de Spoorzone. Denk aan het plan voor sociale woningen in een toren naast Talent Square dat er een tijd geleden lag.

    Er worden ook veel aannames gemaakt. ‘Een derde heeft te weinig te makken om…’? Waar zijn de cijfers? Ik vind dit nogal een groot aandeel namelijk. Ook wordt er beweerd dat de Clarissentoren een ’tijdelijke woonplek’ wordt voor een door mevrouw Anguita rijkelijk gekleurd gezelschap. Een dergelijke toren (‘betonkolos’ genoemd, tja alles wordt gebouwd van beton. Vermoedelijk uw huis ook mevrouw Anguita), zal echt geen gebouw worden voor enkel en alleen de doelgroepen die hier worden geschetst. De appartementen zullen ongetwijfeld prijzig zijn, en zeker niet de doelgroep aantrekken die volgens mevrouw Anguita niet eens het geld heeft naar het centrum te reizen. Daar kan je wat vinden natuurlijk. De vergelijking met het Paleiskwartier in Den-Bosch is sowieso niet handig gezien het grote aantallen kantoorpanden daar. Dat is wezenlijk anders in de Spoorzone.

    Mijn vraag aan mevrouw Anguita is dus eigenlijk hoe het feit dat er verschillen zijn tussen arm en rijk nu specifiek te maken heeft met ambitieuze stadsvernieuwing zoals in de Spoorzone? Het kan niet zo zijn dat je een ontwikkeling, die toch vaal organisch tot stand komt, zo moet sturen (en dus in de praktijk feitelijk tegenhoudt) dat er uiteindelijk niks gebeurt. Er wordt een valse tegenstelling gecreëerd door de koppeling te maken tussen arme mensen en ambitieuze plannen en dat helpt niemand.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *