In het eerste kwartaal van 2013 interviewden we 13 mensen uit Tilburg over hun visie. In deze ‘13 Visies op de Stad 013’ kwamen bekende en onbekende Tilburgers aan het woord over hun werk en leven en waar zij zoal in de stad tegenaan lopen.
In deze tweede serie van 13 interviews vragen we 13 Tilburgse politici om op deze visies te reageren. Zijzelf kiezen één van de visies en wijzelf kiezen er ook één voor hen uit. Alle 13 zitten nu in de raad en willen graag bij de verkiezingen in maart 2014 weer herkozen worden.
Joost van Huijgevoort is pas na zijn pensioen, zeven jaar geleden, in de politiek gestapt. Eerst als raadslid voor het CDA, maar na twee jaar richtte hij zijn eigen politieke partij op: DAT, wat staat voor Democratisch Actief Tilburg. Hiervoor was hij van 1993 tot en met 2005 algemeen directeur van de Diamant-groep. We vragen zijn reactie op de visie van René Scherpenisse, directeur van de Tilburgse Woonstichting Tiwos. Zelf wil hij graag reageren op Ton Hendriks, begeleider bij Woodworks in Tilburg-Noord.
Aan de koffie in wijkcentrum ‘In de Boomtak’ steekt Joost direct van wal: “De politiek heeft het vooral aan zichzelf te wijten, dat mensen geen vertrouwen meer hebben in politici. Ze scoren slecht op betrouwbaarheid en zorgvuldigheid en zijn teveel bezig met pleisters plakken in plaats van problemen echt op te lossen. Politici hebben de burger nodig, maar ze zijn er wel voor hen en de burger is er niet voor de politici, dat wordt nog steeds vergeten. Zowel de raad als ook het college tilt zichzelf op als een verhevenheid boven de stad, maar de gemiddelde Tilburger kent ze niet en weten niet wie de raadsleden en wethouders zijn. Niet gek dat politici voor de burger één pot nat zijn.”
“Uit onvrede met deze manier van politiek bedrijven ben ik uit het CDA gestapt. Ik heb me toen wel afgevraagd, “Moet ik hier nu wéér een partij aan toevoegen? En als ik dat doe, wat voeg ik dan toe? Want als het ons-kent-ons blijft, kom je geen stap verder. Zolang het me gegeven is om nuttig te zijn voor de Tilburgse samenleving, wil ik een echt Tilburgse partij neerzetten. Waar ik wel last van heb is stigmatisering, doordat ik veel vrijwilligerswerk doe bij verschillende organisaties in de stad. Ik ben onder andere lid van de Raad van Toezicht bij SEW en voorzitter van wijkraad De Blaak. Daardoor wordt me wel eens belangenverstrengeling verweten. Maar als ik me zou willen verrijken zijn er wel betere manieren te bedenken, en daar ben ik dus niet op uit. Ik wil mijn eigen lijn in de politiek trekken door overal bij te gaan zitten, zowel plaatselijk als ook landelijk. Dat vult me met ideeën en inspiratie die ik op maandag in de commissies en raad nooit zal kunnen krijgen. Je moet er als raadslid voor zorgen dat je in de maatschappij staat.”
“De Tilburgse houding is er één van argwaan: “Eerst zien, dan geloven” zit in het karakter van de Tilburger. Dat komt doordat de ontwikkeling van Tilburgers er één is van de underdog: gebruiken en gebruik maken van elkaar. Tilburg is ontstaan uit de herdgangen en dat waren op zichzelf aangewezen gemeenschappen, die langzaam aan elkaar zijn gegroeid. Deze gemodificeerde cultuur is overigens niet slecht geweest voor de stad. Deze herdgang-gevoelige maatschappij verwatert tegenwoordig natuurlijk wel.”
“René Scherpenisse merkt op dat de politiek vaak met een korte termijn visie werkt van maximaal vier jaar, terwijl woningbouw over veel langere periodes strekt. Joost: “Dat klopt. De huisvestingstaak van woningcorporaties kost jaren, maar hierover laat de politiek alleen proefballonnetjes op. René constateert nu ook dat woningstichtingen teveel opgeschoven zijn naar de markt. En ik ben het met hem eens, dat het volledig uit de klauw gelopen is. Tiwos, dat voorheen de Gemeentelijke Woningdienst was, heeft allereerst een zorg voor het welzijn van mensen en daar moet je de welvaart op aanpassen. Woningbouw-stichtingen hebben meerdere taken: niet alleen huisvesting, maar ook zorg voor de omgeving en voor het milieu. Ik vind het goed wat hij in de Vogeltjesbuurt voor elkaar heeft gekregen. Dan praat je met de mensen en niet alleen maar over de mensen. Maar natuurlijk is het niet helemaal waar dat hij van tevoren geen plan had. Hij had natuurlijk allang uitgerekend dat slopen en nieuw bouwen goedkoper is dan renoveren.”
“Ik ben het niet met hem eens waar hij het heeft over scheefwonen, de 25% huurders dat een relatief hoog inkomen heeft in verhouding tot de huur. Als hij die huurders nodig heeft, moet hij zorgen voor een betere spreiding van zijn huurwoningen in de stad.”
“Maar de markt was natuurlijk big business, in de bouwwereld kon het niet op. Kijk wie er in de Raden van Toezicht zaten van die corporaties: overal zaten mensen uit de bouwwereld aan het roer en er waren geen grenzen meer. The sky was the limit. Kijk naar Vestia, maar bijvoorbeeld ook TBV Wonen. Het is een verhaal van ego’s. Die mensen hadden de doelstellingen van de woningstichtingen niet voor ogen. Gelukkig wil René met Tiwos weer terug naar de roots. Mijn steun heeft hij volledig.”
“In Tilburg, in alle nuchterheid en bescheidenheid, is dit wel veel minder voorgekomen. Dat komt doordat Tilburg altijd op zichzelf aangewezen is geweest, zonder natuurlijke bronnen. Tilburg heeft nu de goedkoopste studentenkamers, maar nu, met de huurprijzen bij Talent Square houden ze dat niet lang meer vol. Vergeet niet: in Tilburg is ook het gemiddelde salaris het laagst van heel Nederland.”
“Je moet er van uit gaan, dat die huurders in de sociale huursector voor de markt helemaal niet interessant zijn. Juist voor die huurders heb je sociale woningverhuurders nodig. Ik heb er nooit in geloofd dat de markt het zou oplossen en deze huurders aan een betaalbare woning zou helpen. De markt wil alleen geld verdienen.”
“Ook in mijn tijd als algemeen directeur van de Diamant-groep was de marktwerking in de sociale werkvoorziening de oplossing voor alle problemen. Bij tal van collega-bedrijven was de wens naar meer salaris voor de directie de reden om te willen privatisering. Al deze escapades hebben nergens toe geleid en inmiddels zijn deze directies met de Noorderzon vertrokken. Soms helaas met stevige afkoopsommen en ook met goedkeuring van de politiek. Ik word de laatste tijd nog al eens benaderd om dergelijke bedrijven weer op koers te brengen. Jammer dat de sociale werkvoorziening op het moment in de tsunami van bezuinigingen wordt leeg getrokken. Ik ben bang dat veel mensen met een handicap in de toekomst niet meer actief zullen zijn en achter de geraniums komen te zitten. Ook hier is de politiek stevig aan bod om te voorkomen dat het kind met het badwater wordt weggegooid.”
“Ik werd daar in 1993 directeur en één van de eerste dingen die ik daar wilde doen, was een bord aan de straat zetten met bedrijven waarmee Diamant samenwerkte. Maar dat wilden die bedrijven helemaal niet. Ze wilden wel met Diamant samenwerken maar er niet mee geassocieerd worden. De bedoeling van deze bedrijven was vooral om problemen buiten de deur te houden en productie-kosten laag te houden. Een sociaal motief ontbrak volledig. Toen ben ik begonnen om het bedrijf (voorheen de Dienst Sociale Werkvoorziening) breder te maken door meer mensen met andere handicaps toe te laten. Een vangnet voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt in de meest brede zin. Vanaf die tijd is de DSW omgedoopt naar Diamant-groep met een uiteenlopend doelgroepenbeleid. Diamant heeft altijd de zaken bedrijfsmatig aangepakt en is daardoor tot een van de beste SW-bedrijven van Nederland uitgegroeid. Draait positief en zonder gemeentelijke bijdrage. In feite zit de regio en Tilburg hiermee eerste rang!”
“De mensen waar Ton Hendriks bij Woodworks mee werkt, zaten vroeger op de Vossenberg, de ‘gekkenfabriek’ werd dat toen genoemd. Dat imago wilden we kwijt. Veel SW-voorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking waren vroeger particuliere initiatieven. Ik ben het met Ton eens dat je moet proberen om het rendabel te maken. Zo kan de afdeling ‘schoonmaak’ van Diamant een zelfstandig bedrijf kunnen worden, met de garantie dat ze SW-ers kunnen inhuren bij Diamant. Dat geldt ook voor het groenonderhoud bijvoorbeeld. Of nog slimmer: werk samen met ondernemingen. Het zou een vaste voorwaarde moeten zijn in aanbestedingen van de gemeente, dat een bedrijf dat intekent op een project minimaal 5 à 10 % SW-ers in dienst heeft. Aan die eis kun je dan ook weer trainingen en opleidingen koppelen. Je bepaalt immers zelf de inschrijvingsvoorwaarden bij aanbestedingen.”
“Daarmee los je een groot deel van het probleem op, in plaats van dat je alles financiert uit de pot van Sociale Zaken, zoals nu met NOMA. Maar politici kunnen alleen maar in potjes denken en integraal denken en dingen echt oplossen kunnen ze niet. Ik snap bedrijven wel die goedkoop Polen en Roemenen inhuren, maar ze kunnen beter voor hetzelfde geld SW-ers inhuren. Wat dat betreft doen we het nu opnieuw verkeerd, zoals we het vroeger in de jaren ‘70 verkeerd hebben gedaan met ‘gastarbeiders’ uit Spanje, Marokko en Turkije. Goedkoop arbeidskrachten binnenhalen zonder af te vragen wat de gevolgen zijn voor de langere termijn. We hebben het gewoon laten gebeuren, met alle problemen van dien en vervolgens kregen de gastarbeiders de schuld. Dat gebeurt met Polen en Roemenen nu weer.”
“Het verhaal van Ton sluit ook aan bij de laatste 14 jaar dat ik bij Diamant werkte. Ik heb het altijd gestimuleerd als mensen met een achterstand iets van de grond wilden trekken. Mensen als Ton verdienen ondersteuning, niet alleen als mensen maar juist ook als organisatie. Het is belangrijk dat hij initiatieven ontplooid heeft waarmee mensen zich kunnen ontwikkelen. En leer mij de Tilburger niet kennen, je komt bij Diamant elke sociale laag tegen en ze zijn me allemaal even lief. Gewoon door elke week over alle afdelingen te lopen, leren mensen je kennen en ben je aanspreekbaar. Empathie is bij mensen heel belangrijk. In de Ondernemingsraad zeiden ze wel eens: “Jij weet ook alles.” En dat is logisch, ik praatte met iedereen in het bedrijf. En de mensen die er werken, zijn trots op het bedrijf. Mijn opvolger, Robert Bool, kreeg bij zijn aanstelling dan ook als voorwaarde mee, dat hij hiermee zou doorgaan.”
“Deze economische crisis is vooral een herordening tussen welzijn en welvaart. Ik ben wel blij hiermee. Het wordt nooit meer zoals het was en daarin liggen mogelijkheden. Je bent in de eerste plaats mens met twee armen, twee benen en een hoofd en dat kun je in stand houden. Ik heb me er dood aan geërgerd dat we zo egocentrisch zijn geworden. Mark Rutte heeft niet door dat hij mensen echt kwetst als hij roept dat ze vooral auto’s moeten kopen. We hebben elkaar nodig en hebben elkaars schouders nodig. Niet alleen lokaal, maar ook nationaal en zelfs internationaal. Daarom erger ik me mateloos als onze minister president tegenwoordig nog weg denkt te komen met prietpraat, terwijl bij de mensen het water tot aan de lippen stijgt. Hij zit blijkbaar nog steeds in zijn eigen wereldje en staat los van de realiteit.”
“De PvdA in Tilburg gaat nu heel hard onderuit. De partij is niet geloofwaardig meer en verliest met de dag de aansluiting met de achterban. Net als bij het CDA zijn bij de PvdA de mensen die het politiek doen belangrijker dan de mensen waarvoor het in feite moet worden gedaan. Deze regenteske manier van doen is de dood in de pot en biedt kansen voor de plaatselijke partijen. Folderen in de binnenstad en handen schudden in de wijk brengt de kiezer echt niet meer in extase. Tilburg is de afgelopen periode verworden tot een bureaucratie, waar de ambtenaren regeren.”
“Door Hans Smolders ben ik natuurlijk al benaderd, of ik niet bij hem wilde aansluiten. Ik heb gezegd dat ik na de verkiezingen graag met hem wil praten over samenwerking. Nu zoek ik vooral mensen die politieke leken zijn, maar die wel een visie hebben. Mijn verkiezingsprogramma gaat over welzijn en welvaart en dat de politiek dienstbaar moet zijn aan de maatschappij.”
“De conclusie moet zijn, dat de maatschappij ingewikkelder in elkaar zit dan we vaak denken en dat oplossingen niet vanzelf komen. In kleine projecten zijn mensen vaak meer realistisch bezig dan het pleisters plakken van de politiek. En de manier waarop de gemeente met geld omgaat. Vroeger stelde ik mezelf altijd de vraag: “Zou ik het zelf ook zo doen, als dat geld van mezelf was?” Want elk project dat de gemeente doet, kost drie keer meer dan wanneer een ondernemer het zou doen en altijd meer dan begroot. De bestuurlijke energie wordt daarna verspild aan het achteraf verklaren van de verschillen. Ik noem dat omgekeerd sturen!”