In veel gemeenten in Nederland kunnen afgestudeerde jongeren met een mbo-, een hbo-opleiding of een universitaire opleiding de kans krijgen om tegen een geringe vergoeding enkele maanden nuttige werkervaring op te doen. Men noemt dit dan een stage of werkervaringsplaats.
De laatste tijd ontstaat er in sommige gemeenteraden steeds meer discusie of dit een gelegenheid is voor een gemeente om klussen bijna gratis door hoogopgeleide afgestudeerde jongeren uit te laten voeren. Ze koppelen het opdoen van werkervaring met verdringing op de arbeidsmarkt, waarbij betaalde banen worden afgestoten en het werk door werkzoekenden wordt uitgevoerd. Kortom waar zit nu het onderscheid tussen een stage, werkervaringsplek en werk met een arbeidsovereenkomst.
Om hier meer duidelijkheid in te krijgen werden er in december 2014 hierover al vragen gesteld door Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Lodewijk Asscher (PvdA) over een casus bij de gemeente Winterswijk waar afgestudeerde werkzoekende jongeren voor 50 euro in de maand zouden werken.
De vragen:
- Vindt u het laten werken van afgestudeerde jongeren voor 50 euro per maand getuigen van goed werkgeverschap?
- Is bij de gemeente Winterswijk sprake van werk of werkervaring, zonder dat het leeraspect centraal staat? Zo ja, wat gaat u doen om ontduiking van het wettelijk minimumloon te bestrijden? Zo nee, waarom niet?
- Kunt u beoordelen of in deze casus sprake is van verdringing van betaalde banen? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen? Zo nee, bent u bereid dit te laten onderzoeken?
Antwoord op de vragen:
Het onderscheid tussen een stage, werkervaringsplek en werk wordt bepaald door het leeraspect. Er is sprake van een stage als men binnen een werkomgeving activiteiten verricht waarbij het leeraspect centraal staat. Daarbij is het niet uitgesloten dat iemand een stage loopt zonder een opleiding te volgen bij een onderwijsinstelling. Voor het verrichten van een stage is het van essentieel belang dat de werkzaamheden van een stagiair zich duidelijk onderscheiden ten opzichte van die van een ‘gewone werknemer’. De werkzaamheden van een gewone werknemer zijn hoofdzakelijk van productieve aard, gericht op het maken van omzet, winst of het behalen van doelen (etc.). Een stage is bij uitstek gericht op leren en niet op werken, de stagiair bezet een additionele plek en neemt dus geen plaats in die normaliter door een werknemer wordt bezet. Als er sprake is van een stage is de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag niet van toepassing.Als het gaat om werk of een werkervaringsplek, zonder dat er een leeraspect centraal staat, is juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft betrokkene recht op het wettelijk minimumloon.
Er moet altijd worden gekeken naar de feitelijke omstandigheden om te beoordelen of er sprake is van een stage, werkervaringsplek of werk. Omdat de feitelijke omstandigheden leidend zijn, kan ik niet beoordelen of er in het geval van de gemeente Winterswijk sprake is van werk of werkervaring zonder dat het leeraspect centraal staat en of er sprake is van verdringing of slecht werkgeverschap.
De Inspectie SZW is belast met het toezicht op de naleving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De Inspectie SZW kan een boete opleggen aan bedrijven als zij geen minimumloon betalen terwijl er juridisch sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Inspectie heeft kennis genomen van het signaal en heeft dit ter beoordeling in behandeling genomen.