Natuurmuseum Brabant was al een fantastische plek en blijft aan de weg timmeren. Recentelijk is het museum verbouwd. Op de begane grond is de OO – ZONE ingericht, een Ontdek- en Onderzoeksdomein. Ik was er kort geleden nog met het kinderfeestje van mijn Jan (8), maar was te veel tijd kwijt met het reguleren van de stroom stuiterende jongetjes. Hoog tijd om in de mail te klimmen en opnieuw op pad te gaan, dit keer in alle rust, met mijn jonge medereporter aan de hand.
We worden hartelijk ontvangen door Nynke van Dijk, educatief medewerker bij Natuurmuseum Brabant. In het frisrode museumrestaurant vertelt ze eerst iets over het ontstaan en de doelstelling van de OO – ZONE: ‘Veel bezoekers zien alleen de tentoongestelde collecties, maar er is meer. In ons depot staan heel veel dieren en objecten die het publiek niet altijd te zien krijgt. Het onderhouden en bewaren van die collectie is één van de taken van het museum. Er wordt in de nabije omgeving ook veel onderzoek gedaan. Vrijwilligers, studenten en onderzoekers vanuit universiteiten nemen insecten hier mee naartoe, of objecten vanuit kloosters bijvoorbeeld. Al die stukken worden grondig bestudeerd. Inmiddels hebben we meer dan 2000 objecten in de depotopstelling van de OO-Zone, die taxonomisch gerangschikt staan (= ingedeeld op soort, red.). Die rangschikking zie je ook terug in onze vitrines.’ De vitrines zien er verzorgd uit. Door de verlichting komt de collectie goed uit de verf en de grote glaswanden geven een ruimtelijk effect. Klassieke depotkaartjes zijn zorgvuldig met touwtjes aan de losse stukken verbonden. Jan vergaapt zich de hele tijd: ‘Een mooie eekhoorn! Kijk dan, een reuzenmossel!’
Tot zover de collectie. Die is indrukwekkend, maar het museum wil het ontdekken en onderzoeken niet alleen achter de schermen laten plaatsvinden. In de OO – ZONE kunnen jong en oud hun hart ophalen. In de onderzoeksruimte kan op aanvraag gepord worden in braakballen van uilen. Jan en ik hebben dit zelf een keer gedaan; uren zijn we bezig geweest met het schoonpeuteren van een muizenskeletje. Onder de microscoop waren alle details heel goed te zien. We konden het skeletje bijna helemaal reconstrueren en determineren. Het bleek een
woelmuis te zijn. Sindsdien is de woelmuizenkus geïntroduceerd in ons huishouden.
goed, maar er is meer. Een gedeelte van de OO – ZONE is ingericht met PC’s waar je als bezoeker op kunt inloggen. Met je eigen keycard kun je een rol kiezen. Als je graag mineralen wilt bekijken, kun je als juwelier door het museum wandelen. Als je iets wilt weten over kleuren en vormen van dieren of planten, kun je dat als kunstschilder doen. Op termijn kan er uit maar liefst zestien personages gekozen worden. Jan en ik kiezen vandaag voor de detective. We doen een sporenonderzoek, want op het scherm lezen we dat er een misdaad is gepleegd in een bloemenveld. Na de introductie worden we verwezen naar een Keypoint aan de zijkant van de vitrines. We houden onze keycard tegen het beeldscherm en er zoeft een laatje open. Daarin bevindt zich een doos met echte bloemzaadjes, vergrootglazen en gelamineerde foto’s van bloemen. Wij hebben de misdaad na enig speurwerk goed opgelost en voelen ons heel gewichtig. Zo is er voor ieder onderwerp een laatje te vinden dat correspondeert met een opdracht. De afwisseling tussen het werken aan de PC, het zoeken van de laatjes en het echte onderzoeken is heel uitdagend. We krijgen er geen genoeg van.
De vraag blijft voor welke leeftijdscategorie de OO – ZONE geschikt is. Nynke van Dijk legt uit: ‘In principe is de OO – ZONE geschikt voor kinderen vanaf groep 4 of 5 in het basisonderwijs tot en met scholieren in het voortgezet onderwijs. Scholen kunnen op aanvraag altijd uitstapjes boeken. Het leuke is dat je zelfs met ons mee kunt groeien: er zijn voor alle leeftijden uitdagende onderzoeksopdrachten. Ook bezoekers zonder kinderen dagen we uit om onderzoek te doen! Ons museumconcept is uniek, wij krijgen zelfs teams vanuit de musea Naturalis en Boerhaave op bezoek. Zij willen wel eens zien hoe wij dit aangepakt hebben.’
Uniek is het zeker. Tegen vijven staan Jan en ik buiten, met een tollend hoofd. We hadden nog veel meer willen doen, maar soms sluiten musea ook gewoon. Helaas. In de OO – ZONE zien ze ons zeker nog een keer verschijnen.
(fotografie: Natuurmuseum Brabant, Maria van der Heyden)