Nieuw museum ‘Kessels’ opent de deuren bij Textielmuseum

Kessels fabriek IndustriewegTijdens het museumweekend dat begint op 5 april 2014 krijgt Tilburg een nieuw museum erbij. Het is het ‘Kessels’ museum dat de deuren opent met in de collectie vele muziekinstrumenten die de fabriek van Kessels tussen 1886 en 1955 gemaakt heeft. Het nieuwe Museum is gevestigd naast het Dröge complex waar het Textielmuseum in de Goirkestraat.

In het nieuwe museum komen honderden muziekinstrumenten en andere voorwerpen. Daarnaast worden er  presentatieruimtes ingericht, waar de instrumenten, de fabricage en het gebruik van de Kessels-producten goed zijn te zien. Bovendien komen er ook  eigen restauratie-ateliers met vakmensen waar de muziek-instrumenten worden gerestaureerd.

De oprichter van de Kessels fabriek was Mathieu Kessels (en tevens de vader van de vermoorde Marietje Kessels) en een gedreven en vooruitstrevende ondernemer, componist, organisator en stimulator van het muziekleven die vooruit liep op zijn tijd, en waarschijnlijk ook in Kessels FabriekTilburg. Rond 1920 had de fabriek meer dan 450 werknemers in dienst en was daarmee de grootste werkgever van de stad.  Maar omdat Kessels zich niet conformeerde aan de bestaande katholieke hofhouding raakte hij niet echt bekend en is zelfs in het archief lange tijd zijn naam geweerd. In gemeentelijke publicaties bestaat er tot op heden erg weinig waardering voor die bijzondere grote industrie die Tilburg ook groot gemaakt heeft.

Omdat het werk van instrumentbouwer erg specifiek is haalde Mathieu Kessels als eerste ‘gastarbeiders’ uit het Oostblok naar de stad. Dat maakte hem ook niet geliefd. Maar industrie-stad  Tilburg had er baat bij. Met de miskenning van belangrijke industrieën in Tilburg had ook de befaamde biljartbouwer Roothaert te kampen. Dat was  ook een belangrijke bedrijfstak in Tilburg, maar zijn zoon, een van de grootste schrijvers van Nederland, Anton Roothaert, heeft met zijn kritiek op het almachtige katholieke systeem in onder andere het zeer populaire boek ‘Dokter Vlimmen’, ook een ban afgeroepen op de erkenning ervan.

Overigens mag het nieuwe museum van  ‘Kessels’ niet verward worden met het ‘Erfgoed Depot’ in Riel.  Daar zijn  ook een aantal Kessels-muziekinstrumenten aanwezig, maar dit privé-initiatief staat los van de officiële Kessels-collectie die door de gemeente Tilburg als hoeder van dit het stuk Tilburgs erfgoed wordt erkend. Het Erfgoed Depot in Riel heeft ook elke mogelijkheid tot samenwerking afgeslagen, en er mag worden gesproken van een vete tussen beide partijen.

Het verslag over de Kessels muziekinstrumentenfabriek is niet op alle fronten juist weergegeven en is onvolledig. Uiteraard kost het veel tijd en moeite om de gehele geschiedenis goed weer te geven. Voor mijn boek ‘De opmars van de muziekindustrie’ dat in oktober 2013 is verschenen, heb ik diverse jaren onderzoek gedaan naar de achtergronden en de levengeschiedenis van Kessels, Passier en Peeters. Een eye opener voor iedereen die de geschiedenis van Kessels muziekinstrumentenfabriek wil leren kennen.
Ik hoop de geschiedenis van Kessels nog jaren aan enthousiaste bezoekers te mogen en kunnen vertellen, omdat de muziekindustrie, naast de textielindustrie en de NS werkplaats een van de belangrijke werkgevers van Tilburg is geweest.

Vele bezoekers genieten elke dag weer van het verhaal en de passie van deze belangrijke man die erg veel voor Tilburg en de muziekwereld heeft betekend.

Eveline Passier
conservator Erfgoed Depot Riel

John, dit is wel een heel tendentieus stuk. Voor mijn gevoel geschreven vanuit een klassiek beeld van tegenstellingen tussen baas en arrebeider. En tussen west en oost. In de tijd dat Mathieu Kessels leefde en zijn fabriek in Tilburg begon, het gaat dan over het eind van de 19de eeuw, bestond er nog geen Oostblok. Heb je wel enig onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het bedrijf? In 1920 telde de fabriek 450 werknemers? Waar komt die wijsheid vandaan? Er bestonden toen twee fabrieken die muziekinstrumenten bouwden omdat Kessels in 1915 een nieuwe fabriek was begonnen nadat hij uit zijn vorige bedrijf was gewerkt. In 1920 was de eerste wereld oorlog net voorbij en verkeerde de economie nog in slechte omstandigheden.
Hij conformeerde zich niet aan de katholieke hofhouding? Dat staat heel stoer maar waar is dat op gebaseerd? Hoezo kreeg hij geen erkenning? De muziekindustrie in Tilburg is de klap van de crisis in de jaren dertig, gekoppeld aan de interne concurrentie, nooit meer te boven gekomen. Het was geen complot van kerk en kapitaal.
Regionaal Archief Tilburg heeft aandacht besteed aan de inventarisatie van de archieven van Kessels. Nooit een gebrek aan waardering voor het verleden. Maar het is wel verleden tijd. Al heel lang.
Zie bv mijn artikel dat ik schreef na de inventarisatie van het archief van alle fabrieken van Kessels. http://www.historietilburg.nl/tijdschrift/10.4/346.htm

Geef een reactie