Het zijn de kiezers die bij de gemeenteraadsverkiezingen geen gebruik hebben gemaakt van hun recht om op een kandidaat volksvertegenwoordiger te stemmen. Tilburgers die niet de moeite hebben genomen om naar een van de vele stembussen te gaan.
Om wat voor reden dan ook. Men bleef massaal thuis.
Want ze lieten niets van zich horen, die vele honderden ‘betrokken burgers’, die een referendum hadden gewild over de plannen met Wijkevoort. En al helemaal niet degenen die steeds maar roepen ‘dat het toch niks uitmaakt’ als je gaat stemmen. Burgers voor wie politieke partijen het vuur uit de sloffen lopen om een wijkgebouw voor elkaar te krijgen in bijvoorbeeld Tilburg Zuid. Ze bleven weg. Het levert de politieke partij geen zetel meer op, sterker nog: juist zij verloren aanhang. En toch bleef die partij blij dat hun inzet voor een buurthuis resultaat opleverde, voor de bewoners.
Vlak voor de verkiezingen van vorige week stond in een landelijke krant een prachtige ode aan al die mensen die voor hun medeburgers in de gemeenteraad plaats willen nemen en al die burgerraadsleden die dat representatiewerk tegen een vrijwilligersvergoeding doen. Die (burger)raadsleden verdienden het diepste respect, vond de journalist. Want ‘je doet het toch nooit goed’ is hun ervaring. ‘Je ziet ze nooit’ is vaak het verwijt.
Een raadslid is in de regel iemand die naast een baan, een hobby, een opleiding, een huishouden en een familie de inwoners van zijn gemeente tracht te vertegenwoordigen. Zo goed en zo kwaad als dat gaat, met vaak beperkte informatie omdat ambtenaren ten stadhuize nu eenmaal altijd een grote voorsprong hebben wat betreft achtergrondkennis.
Het is in Tilburg een functie die talloze uren kost. Hier ben je de meeste maandagen vanaf 10 uur ’s morgens ‘de klos’ tot vaak diep in de nacht. Daarna volgt op dinsdag bij alle partijen een fractieoverleg en met een volle raadsagenda kan het voorkomen dat je ook op donderdag nog eens aan bak mag.
Tussendoor zijn er werkbezoeken, allerlei instellingen en organisaties willen regelmatig een raadslid ‘bijpraten’, wijken zien graag politieke partijen opdraven voor buurtinspectie of koffiegesprekken. Sportclubs of visverenigingen willen plannen toelichten, op tijden dat het hen uitkomt. Om het ‘werkschema’ compleet te maken: ze moeten ook alle stukken lezen en beoordelen en vervolgens de vergaderingen voorbereiden.
Het zijn dus geen doorsnee medeburgers die zich verkiesbaar stellen. En voor het geld doen de meesten het al helemaal niet. Een burgerraadslid ontvangt per maand een kleine vrijwilligersvergoeding, een gekozen raadslid dient meestal uren bij zijn werkgever in te leveren vanwege zijn politieke klus.
En als dank?
Als dank staan niezers en niesters klaar die straks opnieuw zullen roepen dat ‘je ze alleen maar in verkiezingstijd ziet’. Feitelijk zouden onze lokale volksvertegenwoordigers voor de lol de boel eens een keer moeten omdraaien en antwoorden: ‘waar blijven jullie, na die 4 jaar?’
Immers, zestig procent van de Tilburgse stemgerechtigden laat dus gemakshalve, ondanks alle ludieke en dringende oproepen, zelfs bij verkiezingen helemaal niets van zich horen. Dat kan betekenen dat meer dan de helft van alle Tilburgers instemt met het gevoerde beleid, hoewel ik dat na de vele kilometers die ik de afgelopen vier jaar als burgerraadslid op de fiets en te voet door onze gemeente heb afgelegd ernstig durf te betwijfelen.
Niezers en niesters hebben de ergerlijke gewoonte ook mensen in hun directe omgeving te besmetten met hun vermeende klachten, ook op internet waart regelmatig hun nare virus rond. Gelukkig weerhoudt dit soort aandoeningen ook de komende vier jaar er de tientallen idealisten die zitting nemen in de nieuwe Tilburgse raad niet van weer hun stinkende best te doen voor onze lokale democratie.
Ook als ze niet immuun zijn.
5 reacties
Voeg die van jou toe →Hans toch, Tine toch. Ga nu niet zitten fitten op die foute arrogante burger die maar niet wil zien hoe hard jullie werken/hebben gewerkt in de raad, maar wel overal een mening over heeft en vervolgens niet gaat stemmen.
Ik snap jullie teleurstelling over de lage opkomst, maar beschouw die alsjeblieft niet als dom blind zijn voor jullie harde werken. Dat jullie hard werken heb je overduidelijk gemaakt, Hans. Dat niet gaan stemmen overeenkomt met politici arrogant de nek aankijken, die onderbouwing zou ik weleens willen lezen, Tine.
In plaats van op jullie, door hard werken versleten zetel neerkijken op het domme volk dat er niets van begrijpt (oké, dat staat er niet, maar die indruk bleef bij mij achter), zou een heldere analyse waarom mensen nauwelijks meer stemmen binnen dit belegen systeem dat bestaat vanaf 1918, meer op zijn plaats zijn. Dat geeft ook ruimte om de hand in eigen boezem te steken, na te denken over het systeem en of je daarin conformistisch wilt functioneren. Het boek ‘Tegen verkiezingen’ van David van Reybrouck geeft een aardige aanzet voor zo’n analyse.
Solidaire groet.
De PvdA is inderdaad aan de winnende hand geweest. Andere partijen, zoals SP en ONS hebben die beloning niet gehad. Een systeem als bij onze zuiderburen? Als je je daar registreert als kiezen moet je inderdaad gaan stemmen op straffe van een boete. Dat zou moeten werken, alleen registreert lang niet iedereen zich en worden zelden boetes uitgedeeld.
Maar de opkomst is er wel hoger, en ook het politieke debat is feller. Dat lijkt vooral een oorzaak denk ik.
Ik begrijp je reactie niet Anne. De PvdA hoort met 3 zetels bij de winnende partijen. Hans vindt het terecht heel zorgelijk en frustrerend dat raadsleden dag in dag uit zich het vuur uit de sloffen lopen en als de burger dan gevraagd wordt om een keuze te maken ze met de nek worden aangekeken. Beetje arrogant van die burger toch ?
Triest inderdaad. Riskant misschien, maar het zou interessant zijn om te zien wat er gebeurt als in Nederland, gelijk aan België, een verplichting bestond om te stemmen, op straffe van een hoge boete.
Er kon dit jaar verdorie op drie dagen (!) worden gestemd en nog komt een zo hoog percentage niet.
Ik ben benieuwd naar uw gedachten over bovenstaand idee….
“Om wat voor reden dan ook. Men bleef massaal thuis.
Want ze lieten niets van zich horen, die vele honderden ‘betrokken burgers’, die een referendum hadden gewild over de plannen met Wijkevoort. En al helemaal niet degenen die steeds maar roepen ‘dat het toch niks uitmaakt’ als je gaat stemmen. Burgers voor wie politieke partijen het vuur uit de sloffen lopen om een wijkgebouw voor elkaar te krijgen in bijvoorbeeld Tilburg Zuid. Ze bleven weg. Het levert de politieke partij geen zetel meer op, sterker nog: juist zij verloren aanhang. En toch bleef die partij blij dat hun inzet voor een buurthuis resultaat opleverde, voor de bewoners”.
Waar haal jij die feiten vandaan? Ik vind het nogal een verkeerde bewering en inzicht. Ik lees vooral jouw teleurstelling voor de uitslag van de PvdA