Miel Blok is Tilburger en auteur. Zijn debuutroman met CD en applicatie, ‘Arie-Wubbo, de ultieme roadmovie (op papier)‘ kwam uit op 15 oktober van dit jaar. Hij heeft een wekelijkse column op Tilburgers.nl. Daarnaast is hij eigenaar van communicatiebureau ‘t Schrijfblok
Zoveel en zo vaak mogelijk probeer ik tijd te maken voor de leuke dingen in het leven. Om even te ontsnappen aan het Grote Moeten. Omdat de boog niet altijd gespannen kan staan. Om niet door te slaan, probeer ik die leuke dingen vaak te zoeken in onschuldig tijdverdrijf. Muziekje, een filmpje, een biertje… Zo goed als alles is geschikt. Af en toe bega ik een misstap. Vorige week zelfs een behoorlijk ernstige. Ik trof een wolf in schaapskleren toen ik afleiding zocht. Wordfeud! Nu, een dag of acht later, lijken de gevolgen bijna niet meer te overzien.
Een klein beetje jaloers was ik wel. Op al die mensen die digitaal tegen elkaar zaten te Scrabbelen. Maar ja, wat moest ik? Ik bel met een BlackBerry. En die lust geen Wordfeud. Een plek aan de zijlijn was mijn deel en dat kon ik maar moeilijk verkroppen. Thuis bedelde ik op gezette tijden of ik een woordje mocht spelen. Iedereen vertelde me dat het een verslavend spel is. Maar ja, wat doe je eraan? De onbereikbare appels in de boom zien er altijd het lekkerst uit. Ik wilde meer! En daar was ‘ie ineens… El Salvador! Een iPad. Het apparaat waarmee ik zomaar ook bovenuit de boom kon gaan plukken.
Ik speelde me een ongeluk, tegen iedereen die wilde. Alles om me heen leek niet meer te bestaan. Het was alsof ik net als Dorothy naar een andere wereld was geblazen. Een wereld die bestond uit letters en woordwaarden. Ongeduldig beet ik op mijn nagels terwijl ik wachtte op een tegenstander die een zet moest doen. Werken? Eten? Douchen? Een sociaal leven? Ja, doei! Daar had ik allemaal geen tijd meer voor. Binnen een dag was ik ‘hooked’. Het ergste? Ik was me ervan bewust. Van tevoren al. Wordfeud was een drug die ik zelf had uitgekozen.
Nu, een ruime week later, ben ik niets meer en niets minder dan een junk. Ik vertel mezelf dat het feit dat ik het zo open toegeef, de eerste stap is richting herstel. “Hallo, ik ben Miel. En ik ben verslaafd aan Scrabble op mijn iPad.” Het blijft stil… Nergens een collectief “Hallo, Miel” te horen. Mijn weg terug omhoog wordt een eenzame, zoveel is duidelijk. Ik heb hulp nodig. Maar hoe? En waar? Drie scenario’s zijn al door mijn hoofd gegaan. De Jellinek, uiteraard. Voor al uw verslavingen! Zelfs addictieve gamers kunnen er terecht. Tegen Wordfeud hebben ze helaas nog geen recept, de sukkelaars. Is dat nou inspringen op actuele behoeften van junkies?
Ik heb nagedacht over een bus achter station Tilburg CS. Eens per week zou ik daar dan terecht moeten kunnen voor een uurtje Scrabble op een houten bord. Niet helemaal het echte werk, maar wellicht iets minder schadelijk voor me. Uiteraard zou mijn wekelijkse dosis minder worden naarmate de tijd verstrijkt. Steeds een paar minuten korter Scrabbelen. Totdat het uit mijn systeem is. Ook geen reële gedachte. De gemeente is veel te druk met plannen maken (en opnieuw maken en opnieuw maken en opnieuw maken…) voor de Spoorzone. Daar is ongetwijfeld geen plaats voor een Wordfeud Bus.
Een psycholoog dan. De allerlaatste der oplossingen. Het idee alleen al beangstigt me enorm. Ik zie mezelf al zitten, op een net iets te comfortabele bank. Een bank die zo lekker zit, dat je eigenlijk al weet dat er een dikke vette python onder het gras moet zitten. Je moet gaan vertellen over je jeugd. Over je moeder en alles wat er vroeger mis is gegaan. Zo’n verslaving komt natuurlijk ergens aan. “Toe maar, Miel. Vertel het allemaal maar aan dokter WordFreud.” Waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen? Het was zelfs een bewuste keus, dat Wordfeud. Op een dag wist ik het: ik word verslaafd!