In het Cultureel Café van zondag 24 september was burgemeester Peter Noordanus de hoofdgast, waar hij een uur werd geïnterviewd door journalist Toine van Corven. Peter Noordanus, die over precies een week oud-burgemeester is, liet zich hierbij kritisch uit over de gevestigde, culturele elite en de aandacht die op cultureel gebied uitgaat naar de verkeerde dingen.
“Culturele makers moeten ook ondernemend maken” zei hij, waarbij hij als positief voorbeeld museum De Pont aanhaalde. “Toen Hendrik Driessen 25 jaar geleden begon, was het een leeg museum en nu is het een schatkist vol bijzondere dingen.”
De kritiek van Peter Noordanus hierbij was vooral gericht op de gemeente Tilburg zelf, die tot enkele jaren geleden nooit de moeite heeft genomen om ervoor te zorgen dat de buitenruimte voor De Pont bij het museum paste. Hij hoopt dat met de komst van de sculptuur van Anish Kapoor er meer aandacht zal zijn voor het plein voor De Pont en dat er in de toekomst meer sculpturen bij zullen komen.
Een ander positief voorbeeld die hij noemde was Cinecitta. Ondernemer Paul Vermee heeft enkele jaren geleden het monumentale pand in de Willem II-straat volledig gerenoveerd, uitgebreid en er opnieuw een bioscoop voor arthouse films in gevestigd. Peter Noordanus: “Iemand die zijn nek durft uit te steken, daar moet je waardering voor opbrengen en als het dan dreigt mis te gaan, dan spring je bij.”
Peter Noordanus benadrukte enkele keren dat Tilburg veel meer aandacht moet vestigen op jonge makers in de culturele sector. “Zorg dat jonge makers zich kunnen ontplooien, zorg voor startbudgetten, zorg voor die nieuwe generatie makers. Zorg voor plekken waar jonge makers kunnen maken.” is zijn belangrijkste boodschap voor de culturele sector in Tilburg.
Over de bezuinigingen op cultuur was Peter Noordanus eveneens zeer uitgesproken: “Misschien is het je ontgaan, maar de hele publieke sector had het de afgelopen jaren lastig. De Halbe Zijlstra bezuinigingen, die konden wij zelf niet pareren. Maar als Tilburg hebben we niet bezuinigd op cultuur.” Hierbij plaatste hij direct een kanttekening: “Het culturele klimaat moet niet van subsidie afhangen maar van initiatieven. En eerlijk gezegd heb ik de afgelopen zeven jaar niet veel leed gezien. Wel een wat ingedutte culturele elite, waar best wel wat meer peper in mag.”
Vanuit het publiek werd de vraag gesteld waarom Tilburg geen aandacht heeft voor De Stijl, de stroming die nu 100 jaar bestaat.
Peter Noordanus: “De aandacht voor De Stijl hier in Tilburg verwondert me. Er is één pandje dat gerelateerd is aan De Stijl. Ik ben er nooit voor gaan lopen.” Waarmee hij aangaf dat hij er het nut niet van inzag om er moeite voor te doen. Hij vervolgde: “Het is hetzelfde als met de claim op Van Gogh, die heb ik altijd wat ridicuul gevonden. In het Tekenlokaal is nooit echt de loop erin gekomen. Doe waar je goed in bent. Tilburg is goed in de autonome makers zie zeggen “dit wil ik maken” en dan gaan ze ervoor. En als je die nou de ruimte geeft, dan hoeft de nieuwe Van Gogh niet meer naar de Provence toe maar dan zit die lekker naast het Textielmuseum waar een prachtig gebouw staat waar al 10 jaar niets mee gebeurt.”