Het Refugee Team Tilburg (RTT) is een vrijwilligersteam van Tilburgse vluchtelingen met een verblijfsvergunning (statushouders).
Het Refugee Team Tilburg is een initiatief van de provincie Noord Brabant, gemeente Tilburg, de sociale onderneming More2Win in samenwerking met Brabant Sport en City Marketing Tilburg. Dit Team is in november 2016 opgericht tijdens de Warandeloop.
In het Refugee Team Tilburg werken de vluchtelingen mee als vrijwilliger bij diverse sportevenementen zoals ook afgelopen zondag 28 mei 2017 bij de eerste Marathon van Tilburg.
Deze sportevenementen zijn enorm geholpen met de extra helpende handen en de statushouders doen allerhande werkervaring op. Daarnaast komen de leden van het Refugee Team op deze manier in contact met mede-Tilburgers en maken ze kennis met de Nederlandse werkmentaliteit. De statushouders die tijdens het evenement laten zien gemotiveerd te zijn en toe te zijn aan de stap naar werk, worden na afloop gekoppeld aan het lokale bedrijfsleven dat als sponsor of leverancier betrokken is bij het evenement.
In opdracht van de gemeente Tilburg begeleidt More2Win hen naar werk, zodat zij mee kunnen doen in de stad, op eigen benen kunnen staan en niet meer afhankelijk zijn van een uitkering. De aanpak blijkt succesvol. Zo hebben afgelopen week vijf vluchtelingen een e-learning gevolgd tot verkeersregelaar bij het Tilburgse bedrijf Maas Traffic en zijn zij vervolgens aan het werk gegaan bij een evenement in Utrecht.
Directeur Olav Maas is enthousiast: “Ik vind het belangrijk om deze doelgroep een kans te bieden. Daarbij zag ik dat het ook waardevol was voor mijn andere medewerkers om met vluchtelingen als collega’s in contact te komen.”
De gemeente Tilburg investeert in maatregelen voor vluchtelingen die in Tilburg komen wonen, zodat zij een gelijke startpositie hebben in de maatschappij. Door deze vluchtelingen in het eerste jaar extra begeleiding te bieden en te investeren in integratie, werk of opleiding is de kans op economische zelfstandigheid groter dan zonder deze begeleiding. Zij missen immers kennis over de Nederlandse taal, samenleving, onderwijs en de arbeidsmarkt. Na een jaar stromen statushouders door naar de reguliere dienstverlening voor werk en integratie.
