Van 17 tot en met 27 juli is een groep van 30 personen samen op reis gegaan naar Srebrenica en Potočari in Bosnië en Herzegovina, 20 jaar na de val van de enclave en de genocide waarbij meer dan 8000 mensen het leven lieten. De reis werd georganiseerd door PortAgora, Centrum voor Europese Samenwerking in Tilburg. Het reisgezelschap, waarvan een deel van de leden elkaar nog niet kende, bestond uit een aantal kleinere groepen met elk een eigen reden om aan de reis deel te nemen.
Een groep musici, waaronder de Tilburgse Hind Hakki, Robin Haijes (student aan de Rockacademie) en Sanae Casita en band reisde mee in het kader van een uitwisseling. Enkele weken eerder bracht de uit Srebrenica afkomstige band Afera, die onder haar leden twee Bosniërs en twee Serviërs telt, een bezoek aan Tilburg en speelde onder andere op het Mundial Festival. De Tilburgse musici hebben op hun beurt opgetreden tijdens het eerste Srebrenica Wave Festival, dat werd georganiseerd om mensen van verschillende nationaliteiten bijeen te brengen en te verbinden via muziek. Filmmaker Jurgen Enneman reisde mee om dit vast te leggen.
Enkele vrijwilligers van PortAgora reisden mee, om deel te nemen aan het zomerkamp, dat jaarlijks georganiseerd wordt door PortAgora-partner IFS-Emmaus. Het kamp, dat dit jaar voor de 10de keer werd gehouden, vindt plaats in Potočari, waar IFS-Emmaus een internaat runt voor kinderen uit de regio. Deze kinderen wonen in de bergen in de regio, wat het erg moeilijk maakt om naar school te gaan. De vestiging van IFS-Emmaus maakt het mogelijk dat kinderen tijdens schoolweken in Potočari kunnen verblijven, overnachten, begeleiding krijgen en naar school gaan. In de weekeinden en schoolvakanties gaan de kinderen naar huis. Tijdens het zomerkamp, waarbij ruim 100 vrijwilligers uit heel Europa vrijwilligerswerk komen doen, worden diverse workshops gegeven waaraan iedereen kan meedoen.
Een bijzondere groep in het reisgezelschap werd gevormd door zeven veteranen waaronder verschillende onder Dutchbat hebben gediend, waarvan enkelen nog nooit naar Srebrenica waren teruggekeerd sinds de val van de enclave in 1995. Voor hen was de reis erg confronterend en emotioneel, doordat vele vragen nooit zijn beantwoord, terwijl de publieke opinie voor het merendeel de beschuldigende vinger naar hen wijst. Een van de hoogtepunten voor de veteranen was de ontmoeting met de “moeders van Srebrenica” aan een dialoogtafel afgelopen zaterdag. Ward Hopstaken, Prisca van der Mullen, Marcel van Esch en Paul van Esch volgden de veteranen ten behoeve van een te maken documentaire. David Oranje en Jules Calis hebben als ‘embedded’ journalisten de gehele reis meebeleefd met de veteranen en publiceren hierover op zaterdag 1 augustus in het Brabants Dagblad en BN de Stem.
De VPRO heeft op 5 juli 2015 een documentaire uitgezonden welke een nieuw licht laat schijnen op de gebeurtenissen in juli 1995: ‘2doc: waarom Srebrenica moest vallen’.
Voor de documentaire filmden de makers oud-minister Joris Voorhoeve die nog altijd worstelt met de val van Srebrenica. Hij sprak op zijn reis met onderzoekers en overlevenden. Zowel voor hen als voor de oud-bewindsman blijft de belangrijkste vraag: waarom kwam er geen luchtsteun in de vroege ochtend van 11 juli 1995 toen de massamoord nog voorkomen had kunnen worden? (Bron: VPRO)
Drie redactieleden van Tilburgers.nl reisden mee en zullen gedurende deze zomer meerdere artikelen publiceren.
Recente reacties