Roma Mirando; vier generaties zielsmuziek

Koninklijk Zigeunerorkest Roma Mirando

Maandag 28 mei, de tweede dag van het International Gipsy Festival in Tilburg, is ook het Koninklijk Zigeunerorkest Roma Mirando weer van de partij. Een Gipsy Festival kan niet bestaan zonder de traditionele klanken van deze Nederlandse familie uit Arnhem. Aan het eind van deze warme Pinkstermiddag spraken we met Roma, Nello, Nadino en Bieno Mirando.

Roma vertelt: “Deze jongens zijn de vierde Mirando-generatie. Mijn grootvader kwam in de jaren ’30 in Nederland, de familie komt oorspronkelijk uit Oostenrijk en Duitsland. In Nederland sloeg onze muziek meteen goed aan en Prins Bernard en Juliana waren fans van ons, zij kenden onze muziek al van optredens in Baden-Baden in Duitsland en zij hebben ons toen het predicaat ‘Koninklijk’ gegeven. We hebben een eigen stijl, de Mirando-stijl is een mix van traditionele Hongaarse, Armeense en Roemeense zigeunermuziek.”

Bieno, Nadino en Nello Mirando

Bieno, de jongste musicus in het orkest, is acht jaar en hij vertelt: “Ik speel al gitaar sinds ik een jaar was. Ik vind het heel leuk om op te treden.” Roma vult aan: “Bieno heeft heel veel talent, hij gaat al mee sinds hij vijf was en speelt op heel hoog niveau.” Nadino: “Hij speelt met ons mee en leert door te luisteren en ons na te spelen.” Nello: “Dat geldt voor ons allemaal. We gebruiken nooit bladmuziek, maar spelen en leren van elkaar.” Roma: “We geven wel eens workshops en master-classes en dan vragen mensen altijd waar de bladmuziek is. Maar die hebben we dus niet, want onze muziek komt uit het hart. Dan vragen ze “Hoe moeten we het dan leren?!””

Roma vervolgt: “In Arnhem hebben we sinds drieënhalf jaar onze eigen muziekschool. De leerlingen, nu 24, zijn voor het grootste deel familieleden, studeren elke dag en krijgen twee à drie keer per week les. De muziekopleiding is gratis want dat is bij ons de traditie. Je mag geen geld vragen voor lesgeven. Maar alleen leerlingen met talent en die bereid zijn om de muziek op de eerste plaats te stellen, zijn welkom. Het is zielsmuziek en discipline is belangrijk, dat moeten ze heel jong leren. Je kunt ook niet een jaar de studie laten verslonzen, dan kun je ons hoge niveau nooit meer oppakken.” Nadino: “Samen muziek maken en van elkaar leren is het leukste wat er is.”

Roma blikt terug: “Ik begon met viool spelen toen ik vijf jaar was. Maar vroeger was het wel anders. Mijn moeder kreeg gewoon toestemming van mijn lagere school dat ik vier maanden lang mee mocht op toernee. Dat is nu ondenkbaar. Maar ook konden we van de muziek leven, nu is dat niet meer zo zeker. Ik vind het belangrijk dat mijn jongens naast de muziek ook een studie doen waar ze later ander werk mee kunnen vinden. Maar natuurlijk hoop ik dat zij de traditie voort zetten en later de muziek overdragen op hun kinderen, de volgende generatie.” Nello, grappend: “Dat doe ik zeker, ik wil er tien!” Roma besluit: “En dan hoop ik dat wij oudjes, mijn broer Djangela en ik, nog een tijd mee mogen spelen!”

 

Geef een reactie