Schurende kunst en ondernemerschap onverenigbaar? – Schrijver Anton Dautzenberg maakt gehakt van BKKC

Gastbijdrage van Toine van Corven

Kunstenaars die ‘schuren’ moeten niet piepen als ze weinig geld verdienen. Dat vindt directeur Chris van Koppen van het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur (BKKC), een door de Provincie gefinancierd instituut ter versterking van de Brabantse kunst en cultuur. Tijdens een tweegesprek met schrijver Anton Dautzenberg hield de directeur de auteur voor dat die er “te veel principes” op na zou houden. Van Koppen doelde op de kwestie Martijn, de verguisde intussen verboden pedofielenvereniging waar Dautzenberg zich enkele jaren geleden als statement bij aanmeldde, waarna hij prompt opdrachtgevers verloor.

Het tweegesprek, niet speciaal over Dautzenberg zelf, maar over de rol van het BKKC in het algemeen, vond zaterdagavond plaats tijdens een speciale aflevering van Het Cultureel Café in het kader van Tilburg voor Cultuurnacht. Kunstenaars met “te veel principes” hoeven bij het BKKC niet op steun te rekenen, zoveel werd wel duidelijk. Dat het juist de taak is van een kunstenaar om te schuren en controverses bloot te leggen, gaat er bij het BKKC niet in. Althans, zulke kunstenaars steunen, daarvan is geen sprake.

Geldverslindend en weinig effectief

Anton Dautzenberg

Maar ook anderszins, zo legde Dautzenberg bloot, komen kunstenaars – toch de doelgroep van het BKKC – er bij het instituut bekaaid af. Dautzenberg had het financieel jaarverslag 2015 van BKKC bestudeerd en confronteerde Van Koppen met enkele cijfers: zo is het BKKC, buiten andere overhead, jaarlijks ruim 2 miljoen euro aan (soms vorstelijke) salarissen kwijt en 340.000 euro aan huisvesting, geld dat dus niet bij de Brabantse kunst(enaars) en cultuur terechtkomt, waar veel kunstenaars op een houtje moeten bijten. En als er dan bijvoorbeeld bij de gemeente Tilburg om steun bij het Cultuurfonds wordt aangeklopt moeten kunstenaars daar aan zoveel voorwaarden voldoen (zoals: geen winst maken!) en is de procedure zo complex, dat slechts weinigen ertoe in staat zijn of aan toekomen. Het BKKC, zo bleek zaterdag pijnlijk tijdens het tweegesprek, zit erbij en kijkt ernaar, althans grijpt tot nu toe niet in.

Ontluisterend

20150824-bkkc-brabant-spoorlaanGaandeweg het gesprek schetste Dautzenberg een door Van Koppen nauwelijks weersproken ontluisterend beeld van het BKKC als zijnde een sterk bureaucratische geldverslindende strijkstok-laag tussen aan de ene kant subsidieverstrekker de Provincie en aan de andere kant kunstenaars die weinig of niets van al dat subsidiegeld merken. Kunstenaars zijn vooral ook ondernemers, luidt het adagium en dat betekent volgens het BKKC dat verstandige ondernemers er niet alleen goed aan doen hun eigen ruiten niet in te gooien door er “te veel principes” op na te houden, maar dat ze gewoon moeten zorgen dat debet en credit kloppen.

Echter, terwijl het BKKC van kunstenaars dus cultureel ondernemerschap verlangt, brengt de organisatie daar zelf weinig van terecht, rekende Dautzenberg Van Koppen fijntjes voor. Dat zit zo: naast het geld dat het BKKC van de provincie krijgt toevertrouwd ter versterking van de Brabantse cultuur, runt het BKKC voor eigen rekening een Kennisinstituut. De lasten van dit instituut bedroegen in 2015 454.000 euro; de baten die ertegenover stonden beliepen 237.000 euro. Dautzenberg tegen Van Koppen: “U maakt dus verlies op uw kernactiviteit”.

Het leek de BKKC-directeur allemaal niet te deren. Voor eigen rekening: ja. Voor eigen risico: nee. Van Koppen had zich slecht voorbereid. Veel cijfers uit het eigen jaarverslag bleek hij niet te kennen. De hoge salariskosten pareerde hij met de opmerking dat het BKKC “zich nu eenmaal aan de CAO moet houden”. Dat er veel meer vrouwen bij zijn organisatie werken dan mannen en dat die mannen op fulltime basis aanzienlijk, namelijk gemiddeld 1500 euro bruto per maand, méér verdienen dan de vrouwen, het was hem onbekend.

Van Koppen is ‘his masters voice’. Nooit een mening, braaf zijn bazen dienend door te streven naar gelijkgeschakelde ‘kunst’. Weet niet waar hij het bangst voor moet zijn: het verlies van zijn dikbetaalde baan of kunstenaars met principes. Maar bang is hij.

Een niet verrassend artikel over een kunstinstituut dat naar mijn ervaring reproduceerbaar is voor veel andere instituten (CBK Zeeland) welke gemeenschapsgeld omzetten in charme activiteiten onder het motto kunst. Daarbij de professionele kunstenaars ontkennen in hun provincie die feitelijk het bestaansrecht zijn van deze instituties. Deze instituties zijn veelal opgericht door de provincie het is hun ” kind” en dat laat je niet stikken.

Wat een achterhaald argument van zo’n directeur. Dit is werkelijk een aanfluiting voor het Brabants “Kennis”centrum Kunst en Cultuur.

Tsja,

De ene oplichter interviewt de andere… Dautzenberg, een man wiens principes niet verder reiken dan ‘Media-aandacht! Media-aandacht!’ versus kunstluis nummer dertien uit het dozijn. Boeiend!

Het is inmiddels wel zo dat de meeste kunstenaar werkzaam zijn elders, en KUNST als hun hobby hebben, of dat normaal is?
Dat weet ik niet, wel als ik hierboven lees hoeveel geld het allemaal mag kosten! Raar is het overigens dat Dhr. van Koppen totaal niet op de hoogte is/was.

Het BKKC komt voort uit de Tilburgse Kunst Stichting.
Directeur en adjunct dienden te worden geliquideerd met hun stichting, inmiddels na jaren machtiger dan de gemeente als het over kunst gaat.
Wethouder Wilbert van Herwijnen kent de miljoenen,
laat hem met herr Dautzenberg een gesprek aangaan,
over de hoed en de rand en dat soort dingen….
Wel effe doorpraten over de centjes deze ronde,
en dan delen door pakweg 1500 echte kunstenaars,
in muziek, dans, beeldende kunst, noem het,
interessant voor alle Tilburgers.

Als het houden van een twee varkens,Vlekkie en Spekkie, in de Factoriumtuin door beeldenkunstenaar Tineke Schuurmans, overigens ook een van de sprekers gisterenavond, door BKKC als kunst wordt verheven.

Dan weet je waar je als schurend en niet commercieel denkende “Vincent van Gogh” (RIP) staat bij dit cultuurinstituut.

Totaal overbodig instituut voor kunstenaars, werkelijk een perfecte witwasserij van subsidiegeld voor eigen zakken.
De provincie zou zich kapot moeten schamen dat ze dit stelletje misbruikers laten voortbestaan zonder ook maar een enkele controle. Bah!

Wie is er in Tilburg ook alweer de wethouder van Cultuur en dus tevens mede verantwoordelijk voor zulke ongenuanceerde uitspraken van een van haar belangrijke BKKC onderdanen?

Misschien was deze opmerking van directeur Chris van Koppen van het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur (BKKC) slechts alleen gericht aan het adres van de regelmatig in opspraak geraakte schrijver Anton Dautzenberg. Of dacht Chris met de uitspraak “Kunstenaars die ‘schuren’ moeten niet piepen als ze weinig geld verdienen.” een ludieke verbinding te leggen naar de ‘Quit500’ (Glossy voor en door de armen) waar Anton een van de geestelijk vaders van is.

In beide opdrachten slaat Chris volkomen de plank mis en ben ik met saxofonist Paul van Kemenade eens. Dit soort ongepaste uitspraken zijn van geen enkel niveau.

Laten we hopen dat dit niet de opdrachten zijn die Chris van het nieuwe liberaal cultuur beleidsmedewerkers mee krijgen. En dat het juist de taak is van een kunstenaar om te schuren en controverses bloot te leggen. Anders begint het hier bij BKKC in Tilburg aardig op de Kultuurkamer te lijken

O ja nu weet ik het weer Wethouder van Cultuur in Tilburg is Marcelle Henderiks, ben benieuwd wat deze D66 wethouder hier van zal vinden.

We wisten t al maar de bezem zou er bij het BKKC eens fors doorheen moeten, komt iig de kunstenaars ten goede….’Kunstenaars die ‘schuren’ moeten niet piepen als ze weinig geld verdienen’ man man man, wat een niveau….

Geef een reactie