Shakespeares halffabricaat

We zien hem nog wel eens in de kroeg. Voorheen Variété en Swinge bij Dinge, nu Extase en Cul de Sac. Met veel bravoure geleidt hij een glas in slow motion naar zijn lippen. Iedereen moest immers de mogelijkheid hebben gekregen om te zien dat hij whisky drinkt.

Zijn haardos verraadt wellicht dat hij niet dagelijks een bezoek brengt aan zijn badkamer, maar zeker niet dat hij al een jaar of 30 dezelfde pose aanneemt in elke kroeg die de eer heeft hem als gast te mogen ontvangen.

Hij had het zo mooi uitgekiend. Voor zijn 40e zou de wereld definitief aan zijn voeten liggen.

Heel zijn jeugd stond ook in het teken van die ene droom. In zijn omgeving hoorde je al niet anders: ‘Hij zou een grote worden’.

Alle ingrediënten waren dan ook aanwezig: de lust, het verlangen, the looks, het gebrek aan discipline en het drama. Het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat de eerste Edison uitgereikt werd, snel gevolgd door een Grammy.

Opleidingen of scholing? Daar zou hij zich niet aan wagen. Bij het leven op de straat zou hij alle kennis vergaren om een lang en succesvol leven tegemoet te kunnen zien.

Niet gespeend van risico’s uiteraard. Het moest immers met vallen en opstaan gebeuren. Daar hoort natuurlijk verneveling van één of ander middel bij, want ‘verslaving verwerft status’ is zijn stellige overtuiging.

Het was een eenzaam leven als pseudo- rocker hoor, want ook een vriendin past niet in het Rock´n Roll plaatje die hij zichzelf zo voorspiegelt, laat staan kinderen!

Maar het kon niet anders. Als die trein, die tourbus of vliegtuig zich zou melden, dan moest hij zich zonder ballast in het avontuur kunnen storten. Het zou ook alleen maar rommel geven met alle verleidingen die op de loer lagen.
Omdat iedere muzikant ergens moest beginnen, had ook hij een beginpunt bedacht. ‘We beginnen klein, we beginnen op Pinkpop’, daarna zou hij wel verder kijken.

Madison Square Garden, daar moet hij zijn hoogtepunt gaan bereiken. Met Keith Richards aan zijn zijde. Op het podium samen pielend op de gitaar, backstage in de ene hand een fles en aan de andere hand een vrouw.

Als tussenstap even in de soos en nog even bij de ouders wonen, een hypotheek of huur is uiteindelijk een kostenpost dat je niet zomaar kan vergeten en vanuit Amerika geld overmaken is niet het eerste dat je doet  als je in de namiddag wakker wordt met een kater.

Dat dit allemaal niet zou gebeuren zat niet in zijn planning, zijn plan was immers waterdicht en daarom had hij ook geen plan b bedacht. ‘Hoeren, snoeren en touren’, dat was zijn motto.

Inmiddels zijn de kleuren van zijn tatoeages vervaagd, splitsen het haar dat hij nog heeft zich voortaan in de grijze kleur en kleurt zijn huid grauw van het zinloos geweld dat hij zijn lichaam vele tientallen jaren heeft aangedaan.

Daar staat hij dan, onze rocker: de kroeg zijn “stage”, de drinkbroeders zijn publiek en zijn aloude verhalen zijn act. Verwijzend naar Shakespeare zonder het zelf in de gaten te hebben.

Het geluid in 013 is bagger en alle muziek die zijn smaak niet is, is per definitie kut en niet rock ´n roll, om nog maar te zwijgen over volkszangers of muziek uit Volendam!

De rocker… Één heel klein aspect zijn we vergeten. Het ontbreekt ons aan talent.

Geef een reactie