Sociaal Noodfonds vult gat in wetgeving WWB

In de week voor kerst 2011 heeft de Eerste Kamer in Den Haag de nieuwe Wet Werken naar Vermogen aangenomen, die ook wel de Wet Werk en Bijstand (WWB) wordt genoemd. Hierin staat het volledig nieuwe beleid vastgelegd voor mensen die van een minimuminkomen moeten rondkomen en weinig kansen hebben op werk, maar ook werkende armen, mensen met een erg laag betaalde baan.

De gemeente die deze wet moet uitvoeren, heeft daarin nog maar weinig mogelijkheden om zelf mensen te helpen. Zo is het nu bij wet verboden om mensen financieel te steunen, die meer dan 110% van het minimum inkomen verdienen. Tot nu toe mochten mensen worden geholpen die tot 120% van het minimum hebben.

Ook gaat er veel veranderen voor volwassenen die een huishouden delen. Zo krijgen de ouders van meerderjarige kinderen, die werk hebben en thuis wonen, geen bijstand meer. Ook als het gaat om mensen die een uitkering krijgen omdat ze niet kunnen werken wegens ziekte, of omdat ze voor een ziek familielid zorgen. De gezinnen die dat treft verliezen hiermee in een keer een derde tot de helft van het inkomen. In Tilburg treft dit 200 tot 300 gezinnen.

Tijdens de begrotingsvergadering in november 2011 was deze wet nog in de maak, maar dat er mensen in de problemen zouden komen, was op dat moment al voorzien. Daarom heeft de gemeenteraad toen besloten om een Sociaal Noodfonds op te richten met een budget van €750.000,- om hulp te bieden aan mensen die door de bezuinigingen ernstig in financiele problemen komen. Echter, nu de wet is ingevoerd, blijkt dat de gemeente geen extra steun aan mensen mag bieden.

Daarom wordt voor dit Sociaal Noodfonds een aparte stichting opgericht en gaat het werk uitgevoerd worden door de Twern, de organisatie voor maatschappelijk werk in Tilburg. De voorzitter van de stichting wordt oud-minister Ernst Hirsch-Ballin. De Twern gaat het Noodfonds uitvoeren omdat deze organisatie goed op de hoogte is van waar de nood het hoogst is en goed contact heeft met de mensen waarvoor het is bedoeld. Bovendien, doordat het Sociaal Noodfonds buiten de gemeente wordt geplaatst, zijn er al ondernemers en organisaties opgestaan in de stad die ook financieel aan het fonds willen gaan bijdragen, waardoor er meer mensen geholpen kunnen worden. Op deze manier kunnen mensen die ernstig in financiele problemen raken toch geholpen worden, zonder dat de gemeente de wet overtreedt.

In de vergadering van de commissie ‘Maatschappij’ van deze middag ontstond nog even een flinke discussie tussen de raadsleden over dit fonds, waarbij Trots-vertegenwoordiger Joost van Puijenbroek het niet kon laten om het een “links doekje voor het bloeden” te noemen dat beslist eenmalig moest blijven voor 2012 en zeker niet moest blijven doorgaan in opvolgende jaren. Daar stond hij echter vrij alleen in, want PvdA, SP en GroenLinks hielden de deur open voor een vervolg als dat in de toekomst nodig mocht blijken.

 

Geef een reactie