Koning Willem Alexander heeft nog geen tien stappen in de Spoorzone gezet of een Tilburgse stadsduif laat een dikke flats vallen die de vorst midden op de rug treft. Een vieze vlek op het prachtig diepblauwe colbert blijft achter De camera’s van de publieke omroep brengen het schitterend in beeld. Die zijn deze dag, op de 50-ste verjaardag van de koning, dan ook met 100 camera’s alom aanwezig in Tilburg.
Koningin Maxima lacht. “Dat is een poepje van een ‘paloma’. Zeven jaren geluk, liefje”, fluistert ze haar gemaal toe.
Willem Alexander kan slechts lachen als een boer met kiespijn. “Ontvangt u al uw gasten op deze manier”, vraagt hij burgemeester Peter Noordanus.
De burgemeester weet zich heel even geen houding te geven. Moet hij nu serieus antwoorden, of zich met een grap van dit incident ontdoen? “Het spijt me”, besluit hij. “De duiven beginnen in Tilburg net zo’n groot probleem te worden als de meeuwen aan uw kust”, zegt de burgervader. “We krijgen alleen last van de dierenbeschermers als we hard optreden. Verder dan een verbod op voeren, komen we niet.”
“Mijn grootvader zou er anders wel raad mee hebben geweten”, moppert de koning.
Als het gezelschap vanaf het Stekelenburgplein verder wandelt, richting de festiviteiten, is het koningin Maxima die plotseling halt houdt.
“Wat ruik ik toch”, vraagt ze aan Noordanus.
De burgervader doet alsof hij gek is.
“Het is een wel heel penetrante geur”, gaat ze door.
“Ja, mamma”, zegt nu ook Alexia. “Het is net of ze hier ergens soep aan het koken zijn. Maar dan wel heel erg vieze soep.”
“Getver”, valt Ariane haar adellijke zus bij. “Ik hoop dat het niet bij zo’n stom koningsdagspel hoort.”
Het Tilburgse gevolg schaamt zich opnieuw de ogen uit het hoofd.
Hoe uit te leggen dat deze geur al vijftig jaar door een fabriek op een industrieterrein in Tilburg Noord met grote regelmaat wordt uitgestort over de stad. Net vandaag staat de wind weer eens uit die richting.
De koning ruikt het nu ook.
“Inderdaad ja, schat. Het ruikt inderdaad naar de veel te ver doorgekookte soep van oma Juliana. Het is nog net geen spruitjeslucht.”
Noordanus kan zich niet opnieuw aan de discussie tussen het vorstenpaar onttrekken als de koning zich met een vragende blik naar hem wendt.
Hij schraapt zijn keel, voelt zich wederom verlegen met de situatie. ”Het is een probleem met de geurfilters van een geur- en smaakstoffenfabriek”, bekent hij. “Die maken parfums, maar ook dit soort luchten”, legt hij voorzichtig uit.
“Dus echt soep!”, lacht Willem Alexander, en hij buigt zich met een brede grijns naar Maxima.
“Ik een poepjasje, jij een soepjurk!”