Gastbijdrage van JACE van de Ven
Obama heeft het vorig jaar in Berlijn bij de viering van de 25-jarige val van de muur nog gezegd. Met trots! ‘Onze normen hebben gewonnen’. Met andere woorden: de wereld is van ons, kapitalisten.
Wat dat met de dreigende sluiting van de Pollepel te maken heeft? Nou, veel. Sinds de val van de muur zijn wij in Nederland nóg meer op gaan kijken naar de vrije jongens uit Amerika, dat grote land wier normen gewonnen hebben. We doen hier alles na wat zij ons voordoen. Fast food consumeren, auto’s leasen en bankiers hoge bonussen geven bijvoorbeeld. En op het gebied van ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken kopiëren we de Amerikanen ook al te graag. Maar in dat machtigste land ter wereld is één op de vijf mensen aangewezen op ondersteuning door voedselbanken. Bij ons is dat percentage gelukkig nog belangrijk lager. Maar we zijn bezig aan een ferme inhaalrace. Vorig jaar groeide in Nederland volgens het CBS al één op de negen jongeren op onder de armoedegrens en was één op de vier alleenstaande moeders met kind aangewezen op voedselhulp. In totaal lijdt in Nederland één op de dertien mensen armoe. Proficiat, we hebben het als het voorbeeldland, dat we zelf denken te zijn, ver gebracht.
Hoe het mogelijk is dat in landen die al meer dan tweehonderd jaar vrijheid, gelijkheid en broederschap zeggen na te streven, steeds meer voedselbanken nodig zijn? Omdat we niet vrij zijn. We hebben ons te schikken naar de wil van de machtigste bedrijven en banken, óók onze regeringen. Gelijk zijn we al helemaal niet. Ons liberaal kapitalisme gaat uit van een gelijkheid als in George Orwel’s ‘Animal Farm’. Daarin zijn alle dieren gelijk, maar de varkens meer gelijk dan anderen. Kunst om te ontdekken wie in onze maatschappij de varkens zijn. Door het voorbeeld dat zij geven, wordt het ook steeds minder met de broederschap. Dit jaar bijvoorbeeld is er een enorme overschot aan appels en peren, de meeste fruittelers willen die echter niet ter beschikking van voedselbanken stellen als het rijk hen niet schadeloos stelt.
Solidariteit en mededogen, het zijn ouderwetse begrippen geworden. Onder aanvoering van het zegevierend kapitalisme zijn de, wat heet, maatschappelijk geslaagden onder ons, de meer dan anderen gelijke varkens van de wereld geworden. We ( ik zeg met opzet we) liggen in de hemelse modder achter een imaginair hek en doen ons te goed. En al wie op dat hek klopt voor toegang, wordt knorrig de deur gewezen, want net als het land is ook de welvaart van ons en die hoef je niet te delen, omdat jij toevallig het geluk gehad hebt om erin geboren te zijn en een ander niet.
De afgelopen decennia heeft idealisme plaatsgemaakt voor cynisme. Daarbij heeft de moderne technologie een mate van individualisme teweeg gebracht die de wereld nooit eerder heeft gekend. In Nederland voelt één op de vier mensen zich regelmatig eenzaam, en is één op de tien aanwijsbaar totaal alleen en verlaten. Eenzame mensen verkommeren psychisch en fysiek. Niet alleen is het aantal zelfmoorden onder hen hoger, maar ze leven sowieso korter. Omdat ze niet meer de moeite nemen goed te eten, omdat ze zich het liefst verstoppen voor de armoe, die vaak met eenzaamheid samen gaat. Omdat ze de noodzakelijke medische verzorging niet meer kunnen betalen. En ga zo maar door. We laten hen over aan hun lot.
Meer dan honderdduizend jaar geleden ontwikkelden bepaalde primaten zich tot mens. Het is heel moeilijk aan te wijzen, wanneer precies het moment is waarop je in de evolutie kunt spreken over de eerste mensen. Maar ik meen te weten dat als één van de maatstaven het feit wordt gehanteerd of de soortgenoten van deze mensen of nog dieren, voor elkaar gezorgd hebben. Bijvoorbeeld dat kan worden aangetoond dat ze na hun dood begraven zijn of gecremeerd. En dat dat bijvoorbeeld samenging met het overdekken van zo’n dood lichaam met bloemen of andere geschenken. Kortom, als aangetoond kan worden, dat je iets om elkaar geeft, pas dan ben je volgens de wetenschap een mens.
Afgezet tegen die gedachte wil ik de dreigende sluiting van De Pollepel plaatsen, terwijl ik ouderwetse woorden als mededogen en solidariteit in mijn mond neem. Terwijl ik weet dat één op de dertien in Nederland levende mensen te weinig heeft om rond te komen. Terwijl ik het tot me laat doordringen dat één op de tien landgenoten in problematische eenzaamheid doorbrengt. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat de wereld en alles wat zij voorbrengt van ons allemaal zou moeten zijn en niet alleen vooral van de varkens.
Laat de sluiting van De Pollepel vooralsnog niet doorgaan, maar bekijk juist hoe de instantie in deze verschrikkelijke tijden een nog passendere rol in onze samenleving zou kunnen spelen. Vernieuw het instituut van binnenuit, houd het eerlijk en transparant en laat het samen met ons eenzaamheid en armoe bestrijden. Laten we zorgzaam zijn voor elkaar. Laat ons geen varken zijn, maar mens.
© 2015 JACE van de Ven
Wat is “social innovation” meer dan solidariteit? En “participatie” meer dan mededogen? De moderne tijd vlucht in onbegrijpelijke termen voor eenvoudige begrippen om maar te laten zien dat het wiel telkens opnieuw uitgevonden kan worden!
http://youtu.be/KqDjUGuRwNw
Opname Tom Pijnenburg.