Stinkvinger

Wie ons goed kent weet dat wij een langgekoesterde droom hebben: het schrijven van een ultiem kinder- avonturenboek. Een boek dat verslonden wordt van de bovenbouw van de basisschool tot de brugpubers van het middelbaar onderwijs.

Noem ons de ploeterende, zelfkastijdende, cultureel verantwoorde wijsneuzen die zich in een kroeg “schrijver” noemen, zonder ooit 1 letter op papier te hebben gezet. Dat zijn wij. Tot nu! Want het idee is geboren. Kinderboekenweek 2013, here we cum!

Broedertwist zal in één adem genoemd worden met Annie M.G., Roald zal zich realiseren dat toen hij de GVR schreef, hij aan ons dacht en Blok zal met een palmblad in zijn handen verkoeling bieden als wij op onze strandbedden liggen. Beau van Erven Doorens zal een vechtpartij ontketenen op het boekenbal omdat een passant onze naam besmeurt, Harry Mulisch zit nu in het eeuwige naast de telefoon om ons te woord te kunnen staan en Kremer maakt een herdruk genaamd “Broedertwist Jan Kremer”.

Carnaval zit er aan te komen. Iedere carnavalsvierder is bekend met het fenomeen. Vaak worden ze zelfs met carnaval geboren.

Waar hebben we het over? We hebben het over kleine wezentjes. Noem het een soort van parasiet, die zich bevindt aan het menselijk (overwegend mannelijk) lichaam.

Een wezen met een eigen wil. A mind of it’s own. Vaak zijn z’n acties dan ook niet verwijtbaar aan zijn gastheer.

Bij voorkeur bevindt dit beestje zich in warme, ietwat vochtige holletjes. Nu zijn natuurlijke habitat zich juist niet bevindt in een holte of vergelijkbare opening. Gaat deze parasiet, soms wat obsessief, op zoek naar een plekje.

Zonder de nodige alcohol durft dit wezen zich amper te richten naar zijn slachtoffer.

Met carnaval is dit alles anders, dan durft het alles.. Gevoed door het goudblonde lef en de nodige kruidenbitter is deze parasiet tot alles in staat!

Hij openbaart zich pas voor het eerst echt gedurende de puberteit van zijn gastheer. Tijdens de eerste ontluikende kalverliefde.

Geconfronteerd met koude, kille steegjes zoekt hij zijn eerste ingang, die hij als uitweg ziet.

Hij wordt al weleens eerder opgemerkt, veelal tijdens het toiletbezoek, maar ouders (en vooral de moeder) van de gastheer proberen dit fenomeen op alle mogelijke manieren te negeren.

Dit is ook de reden waarom het “trek eens aan mijn vinger-mechanisme” ons volwassen mannen niet in dank wordt afgenomen.

Nu met de dalende temperatuur en de stijgende Elfstedenkoorts, hij wordt immers wild van termen waar men het over een “vlakke opening” heeft, is onze vriend niet meer te houden en wringt dit fenomeen zich uit alle macht naar warmere oorden!

Maar de Stinkvinger, daar hebben we het immers over, is tot méér in staat. Hij neemt zijn gastheer mee en maakt deze medeplichtig aan zijn daden. Na het vergrijp wordt de gastheer geïnfecteerd met een zekere vorm van triomfantelijkheid, een gevoel van onaantastbaarheid en durft de gastheer de Stinkvinger onder de neuzen van nietsvermoedende kennissen, vrienden of voorbijgangers te plaatsen. De vinger is los en hij stinkt. Gevaarlijk wezen hoor, die Stinkvinger.

Zo’n Stinkvinger maakt meer kapot dan je lief is, om over de rooie snor nog maar te zwijgen!

We zoeken nog een illustrator die veel aan de verbeelding over kan laten!

Here we cum. Dat klinkt dan weer een beetje als zelfbevlekking. En van Stinkvinger en volwassen plakkerige hand. Chapeau!

Geef een reactie