Tilburgse kermis: Dagboek van een kwartjes-raper (8)

Gastbijdrage: Ko de Laat. Dichter en schrijver: Over een oeroude traditie, kwartjesrapen op de kermis.

Ruim een uur vroeger vandaag. Maar dat dachten ze bij het BAT ook. Wanneer ik het Koningsplein betreed, hoor ik alweer het vertrouwde oorwurmgeluid van hun wagentjes en hun blowers.

En waar ik op andere dagen tussen acht en negen door honderden meters lange routes van plastic bekers en andere gribus moest waden, vind ik nu een tamelijk tot zeer keurig schoongeveegde route voor me. Prijzenswaardig, zo’n vroegtijdige schoonmaak, maar ik vrees voor mijn raap- en schraaptocht het ergste.

Deze vrees lijkt gegrond. Op het Piusplein begint de teller pas te lopen bij een schamele stuiver. Zoals bijna elke dag wel met een stuiver begint. Als een soort aanmoediging. Maar van dat gevoel is weinig meer over als ik de hele Heuvelring al van voor naar achter heb gehad. En weinig hoopvol richting Besterdring schuifel.

Waar, zoals ik al eerder vertelde, zelden wat te halen valt. Een voorschot nemend op de moedeloosheid waaraan ik al lopende ten prooi verwacht te vallen, betreed ik met zeer lage verwachtingen het spookgedeelte van de kwartjesraaproute, dat doorgaans al het enthousiasme over het eerder opgescharrelde kapitaal minstens neutraliseert en vaker nog geheel teniet doet. Maar bij de ijssalon vind ik een bijna antiquarisch muntstukje van 1 cent, alsmede een hele euro, die ik met mijn schraapstokje vrij makkelijk vanachter een hekwerk vandaan kan harken.
De vaste Besterd-ronde levert verder, bijna traditiegetrouw, niks op . Maar die ene euro was al te mooi en te bovengemiddeld om waar te zijn. En als ik op de terugweg bij de hamburger en zwijngebraad-stand alsnog een weinig gangbaar muntje van 2 cent vind, beschouw ik dat al bijna als ’n bonus naar Besterd-begrippen. Maar als ik dan ook nog bij Die Test-Strecke mijn tweede euro van deze dag ontdek, kan ik alleen maar een tevreden mens zijn. Het leven zit vol kleine verrassingen, tot in de Besterdse Blut-zone toe.

De totaalopbrengst is inmiddels € 8, 73. Ik kon er bij bepaalde supermarkten al brood, boter en beleg van kopen, maar d’r kan nu ook nog wel ’n bakje rijstpudding van ’n obscuur Duits merk bij. Misschien wel twee.

Morgen meer. Hopelijk.

Geef een reactie