Er zijn van die wijken, of stadsdelen, waar je zelden of nooit komt. Wijken in je eigen stad waar je gewoonlijk niks te zoeken heb en er derhalve geen reden is om er naartoe te gaanjè.
Fatima is voor mij zo’n wijk. Ik kwam er tot nog toe nooit. Maar vandaag wel, want ik ga op visite bij Cees van den Hoek en zijn vrouw Wil. Cees van den Hoek bouwt mee aan de Stadsmaquette van Tilburg. De maquette is sinds 11 juli 2017 verhuisd van de bibliotheek aan het Koningsplein naar MFA Het Spoor in de Schaepmanstraat. We hebben elkaar al een maand niet meer gesproken, want hij was door zijn knie gegaan nadat we de vorige keer op kinderkrukjes hadden gezeten, die voor hem veel te laag waren.
* Cees van den Hoek bouwt mee aan de Tilburg Maquette – 21 juni 2017
* Johan van Broekhoven onderzoekt zijn wijk – 23 juni 2017
* Cees van den Hoek: Het was de beste tijd van mijn leven – 28 juni 2017
* Johan bij de workshop maquette bouwen – 3 juli 2017
* Binnenstad van Tilburg gaat verhuizen “over de lèèn” – 5 juli 2017
Cees heeft me zijn adres opgegeven en ik heb nog echt goed gekeken op Google Maps. Maar ter plekke weet ik het niet meer: was het nou een zijstraat van de Ridderstraat, of toch van de Burchtstraat? Gelukkig kom ik een dame tegen met een hondje, meestal een teken dat iemand in de buurt woont. Het kloptjè.
“Oh, ik woon hier al 30 jaar” zegt ze en ze begint me de weg te wijzen. “Hier in, dan de eerste links, dan helemaal uitrijden en aan het einde rechts.” Ik bedank haar en volg haar aanwijzingen op, maar kom niet in de straat die ik zoek. Ik gok nog een paar zijstraten, mis, en vraag het opnieuw aan een wijkbewoner. “Ja… eh, ja ik woon hier al best lang, maar die straat? Ja ergens bij de bakker, maar ik weet het niet zo precies.”
Tijd voor een goed idee, want ik ben inmiddels al veel te laat! Dus, ik vraag het aan de bakker! Maar bij een bakker loop je niet naar binnen zonder iets te kopen en ik bestel eerst een klein maar fijn aardbeientaartje. “Kan ik u nog ergens mee helpen?” “Ja hoor, kunt u mij de weg wijzen?” “Ja natuurlijk! Dat is de eerste straat hier om de hoek.” Hartelijk dank!
Cees van den Hoek vindt eigenlijk dat ik het niet had moeten doen, taart meenemen. Ik leg hem uit dat het echt niet anders kon. Wil van den Hoek schuift even later ook aan met thee, en de taart in stukken op bordjes. “Ja zegt ze, dat heb ik nog steeds wel eens, dat ik een wijk niet ken en de weg niet weet.” Ik noem Oud-Noord, want daar heb ik gewoond. “Oh, daar ben ik een vreemde, in Oud-Noord. Ik kom daar nóóit!” “En de Reeshof dan, twee van de kinderen wonen er, maar anders zou ik er ook nooit komen.” vult Cees aan.
“En hoe gaat het met de maquette?” probeer ik, want daar kom ik eigenlijk ook voor. “Tja, ik wil die graag afmaken.” Begint Cees, “maar nou heb ik ontdekt dat de huizen aan de Reinier de Graafstraat helemaal geen puntdak hebben, hoewel dat aan de voorkant wel zo lijkt.” Hij klapt zijn laptop open en in Windows 10 tovert hij de foto’s tevoorschijn die hij onlangs heeft gemaakt. “Kijk, ik heb een foto van de zijkant van die huizen en de bovenkant van die daken is plat!”
Ik mag mee naar zijn schuur waar hij een volledige werkplaats heeft ingericht. Daar ligt ook het stukje maquette dat Cees voor Vaderdag had gekregen. “Die rij huizen moet ik er weer af zien te krijgen, maar ik weet nog niet hoe.” Dan laat hij zien wat hij heeft gemaakt: een langwerpig stukje hout met de juiste dakvorm. “Bij Het Spoor hadden ze deze ook wel, profiel nummer 15, maar die was op. Dus nu heb ik die zelf maar gemaakt.” Samen verzinnen we, dat hij misschien de verkeerde huisjes van het karton kan afsnijden en dat hij dan het kaveltje op een nieuw stukje dun karton kan plakken. “Dat moet wel kunnen lukken, ik denk dat ik het zo maar ga doen, want ik wil het echt af hebben, en daarna wil ik het kavel gaan doen die ernaast ligt, want die hoort bij dezelfde straten.”
Cees is opgetogen en zal me bellen als hij het naar MFA Het Spoor gaat brengen.
Recente reacties