Het college van B&W komt met een nieuw beleid voor de detailhandel in de stad. Niet zozeer omdat de oude visie al aan vervanging toe was, maar om grote winkels aan de rand van de stad mogelijk te maken, zoals een XL-supermarkt op Stappegoor. Deze staat als enige met name genoemd in de nieuwe detailhandelsvisie. Andere argumenten zijn de opkomst van e-commerce: winkelen via internet en ‘funshoppen’: winkelen als beleving, een dagje uit. Volgens de visie van de gemeente worden winkels gemiddeld steeds groter, qua vloeroppervlak, maar ontstaan tegelijkertijd meer speciaalzaken in de Binnenstad. Daarbij wordt de Binnenstad als het belangrijkste winkelgebied gezien en als trekpleister voor bezoekers van buiten Tilburg.
Frans van Aarle, ondernemer aan de Korvelseweg en voorzitter van OFT (Ondernemers Federatie Tilburg) kwam de commissie toespreken en was minder te spreken over de nieuwe visie. Door de voortdurende economische crisis zijn veel MKB-ondernemers in zwaar weer terecht gekomen en neemt de koopkracht van mensen af. Steeds meer winkelruimtes staan leeg. Het toestaan van een XL-supermarkt aan de rand van de stad, zoals op Stappegoor, is volgens hem gelegenheidspolitiek, waarop het bestaande detailhandelsbeleid moet worden aangepast. Ook ontbreken er een sterkte-zwakte analyse van de Tilburgse detailhandel en een duidelijke toekomstvisie. Ten slotte zou de OFT een concept-visie worden gestuurd, zo hadden de ambtenaren van de gemeente hem beloofd.
Maar wethouder Erik de Ridder zag dat heel anders: “Deze nota is gevoelige materie. Ik heb ervoor gewaakt om het te vroeg te delen. Ik wil niet dat een advies of inbreng van de ondernemers een eigen leven gaat leiden. Veel ondernemers wilden verdergaande inbreng, en er is vele malen overleg geweest. De concept-nota heb ik nog nooit aan iemand toegezegd, want ik wilde de discussie eerst in het college voeren. De bijeenkomst die gepland was voor de conceptvisie was niet met ons afgesproken en ben ik ook niet van plan geweest. Ik sta voor deze keuze, dus van mij geen mea culpa.”
De meeste raadsleden waren hiervan niet zo onder de indruk en maakten zich vooral zorgen over de Binnenstad en het wel of niet uitbreiden van het aantal vierkante meters winkeloppervlak en het al dan niet verdwijnen van buurtwinkelcentra. Paulus Oerlemans, GroenLinks: “Sturing is lastig op vrij ondernemerschap. Ook de consument is tweeslachtig. Consumenten zeggen dat ze kleine detailhandel willen, maar gaan wel winkelen bij grote supers en op internet. In de nota wordt gekozen voor groot-winkelbedrijven en e-commerce, dat wordt duidelijk door de nadruk die daar op ligt. Buurtwinkelcentra hebben ook een maatschappelijke functie. Er zullen buurtwinkelcentra verdwijnen en daar moeten we mee leven, maar laten we dat organisch ontstaan of gaan we kiezen?”
Rebecca Pol, PvT, plaatste de nodige vraagtekens: “Bewust partijen niet betrekken is een andere keuze dan we gewend zijn. Wat zijn de argumenten dat deze nota te gevoelig ligt? Is er in tussentijd nu wel ruimte voor overleg? Belangrijk om juist wel te praten met mensen uit de stad die er verstand van hebben. Hoe kan het dat de indruk is ontstaan bij de OFT dat er overleg over het concept zou komen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat ondernemers weten waar ze aan toe zijn?” Joost van Huijgevoort, DAT, sloot zich aan bij Frans van Aarle: “Dit is gelegenheidsbeleid en geen evenwichtige nota. Ik mis het basismateriaal. De wereld begint en eindigt niet bij het college. Tegen.” Corrie Laming, SP: “Tegen de visie, want een stuk waarin de XL-supermarkt op Stappegoor een zegen wordt genoemd, daar kunnen we het niet mee eens zijn.”
Kortom, de voor- en tegenstanders schaarden zich langs dezelfde lijnen als op 4 december 2012, toen besloten werd om de plannen voor Nieuw-Stappegoor door te laten gaan. Op 24 juni neemt de gemeenteraad een besluit over het detailhandelsbeleid.
Recente reacties