Wethouder Marjo Frenk overleeft WMO-discussie

Tijdens één van de vele schorsingen van de raadsvergadering overleggen raadsleden binnen hun partijfracties hoe het verder moet met de WMO en met wethouder Marjo Frenk.

Op maandagavond 4 juli 2011 tijdens de laatste raadsvergadering voor het zomerreces stond opnieuw het nieuwe WMO-beleid (Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de wet die regelt dat mensen hulp krijgen die ze nodig hebben) ter discussie.

Tijdens de bespreking in de commissie ‘Maatschappij’ van maandag 9 mei was er onder alle fracties al ongerustheid over het beleid dat wethouder Marjo Frenk (GroenLinks) had opgesteld. De belangrijkste zorg daarbij is, dat veel van het nieuwe WMO-beleid leunt op vrijwilligers, waarbij nog erg onduidelijk is waar die vrijwilligers dan vandaan gehaald gaan worden en ook is nog onduidelijk hoe de organisatie dan in elkaar zal zitten. Met name het CDA maakt zich ook zorgen over mensen die niet zelf kunnen aangeven dat ze hulp nodig hebben, zoals bijvoorbeeld drugsverslaafden of mensen met een psychische aandoening.

Deze ongerustheid was de aanleiding dat tijdens de raadsvergadering van 23 mei een motie werd aangenomen, waarin de wethouder de opdracht kreeg van de gemeenteraad om met een aanvulling op haar WMO-beleid te komen, waarin zij beter beschrijft hoe zij deze problemen wil aanpassen. In de raadsvergadering van gisteravond werd het resultaat besproken en de raadsleden waren opnieuw niet tevreden over het resultaat. Willem Bongaards (PvdA): “We zijn niet tevreden met de aanpassingen in de kadernota. We willen meer helderheid.” Peter van Gool (D66): “Er zijn meer aanvullingen nodig, de nota is niet hoe die zou moeten zijn.” Cecile Franssen (VVD): We zijn nog steeds ontevreden over de organisatie structuur. We zouden het op prijs stellen als het advies van WMO-adviesraad wordt meegenomen, zoals we al eerder hebben gezegd. Oppositiepartijen SP en Trots namen hierop hun kans om aan de positie van wethouder Marjo Frenk te tornen en suggereerden dat een motie van afkeuring (Trots) of zelfs een motie van wantrouwen (SP) ingebracht moesten worden, liefst door de coalitiepartijen.

Wethouder Marjo Frenk verweerde zich door te zeggen dat er in twee wijken een proef (pilot) aan de gang is met het nieuwe WMO-beleid en dat ze met verdere uitwerking van de opdracht wilde wachten tot die ‘pilots’ een resultaat hadden opgeleverd en ze een beter plan kon bedenken.

Hierop volgde de ene schorsing na de andere, waarin raadsleden overlegden binnen hun fracties over wat hoe het nou verder moest. Uiteindelijk bleken de coalitiepartijen er niet veel voor te voelen om zo vlak voor het zomerreces de GroenLinks wethouder naar huis te sturen en daarmee het college aan het wankelen te brengen. Daarbij leek het idee om dan maar na het zomerreces verder te praten over de WMO de beste oplossing, al waren de oppositiepartijen het hier duidelijk niet mee eens. Joost van Puijenbroek (Trots): “Deze gang van zaken verdient geen schoonheidsprijs. De kadernota WMO is onvoldoende, nu krijgen we aanvulling op aanvulling. We slaan een pleefiguur als we dit in de stad moeten uitleggen.” Bart van de Camp: “Dit is niet de eerste keer, voor deze wethouder. De wethouder gaat voor de derde keer aan het werk om eindelijk te voldoen aan de eis van de raad. Ik ben zeer betreurd hierover.” Nell Schoenmakers (VSP): Triest dat het zo loopt voor zo’n dossier dat voor zoveel mensen heel belangrijk is. We kunnen ons hier niet in vinden. Ik vind dat de wethouder haar consequenties moet trekken.”

Wethouder Marjo Frenk, duidelijk opgelucht dat ze toch net geen motie van afkeuring voor de kiezen kreeg, besloot met: “Het is een complex traject en we blijven hierover in contact. De WMO zal altijd een gespreksonderwerp blijven in de raad.”

Geef een reactie