Een supporter van Oranje ben ik niet. Nooit geweest. Dat kwam door mijn Feyenoordtic. Oftewel, een Feyenoorder gaat niet juichen voor een team waar slechts Ajacieden en PSV’ers in spelen. Daarbij, ik ben al jaren gek van Brazilië. Meer uitleg is overbodig.
Nu ik alweer zeven jaar in Brazilië woon en het WK 2010 gaat beginnen, denk ik aan 1994. Het WK in de Verenigde Staten, waar Brazilië op 17 juli de vijfde wereldtitel won in een saaie finale tegen Italië. Maar eerst was er die kwartfinale op 9 juli in de Cotton Bowl in Dallas. Brazilië tegen Oranje. Met Feyenoordkeeper Ed de Goey (dat wel) in de goal. Met een Oranje dat bestond uit louter op zijn retour zijnde vedetten. Wouters, Van Vossen, Rijkaard. Brazilië met Romário, Bebeto en Dunga. Andere koek. Oranje kwam terug na een 2-0-achterstand. Maar het was het jongetje met het babyface dat in de 36ste minuut van de tweede helft de beslissende 3-2 scoorde.
Enorme fout van De Goey (dat wel). Wat deed dat jongetje, luisterend naar de naam Bebeto? Hij stormde naar de zijlijn en juichde alsof hij een baby wiegde. Geflankeerd door Mazinho en Romário. Waarom? Het was een eerbetoon aan zijn net geboren derde kindje, luisterend naar de naam Matheus.
Wat heeft het met Tilburg te maken? Alles. Want dat WK heb ik gevolgd op de Korte Heuvel. Bij Polly Magoo en Uitstad (nu Studio). Uitpuffen en indrinken bij Weemoed, de mooiste kroeg van de stad. En met een piepklein Braziliaans sjaaltje om de nek. Want het was wel de bedoeling dat Brazilië won en Oranje niet. Het was druk op de Korte Heuvel. Veel studenten, maar ook Tilburgers kwamen, uitgedost in oranje, naar televisieschermen in de kroegen kijken. Ik heb me ingehouden na de treffer van Bebeto. Ik dorst niet te juichen. Maar voldoening was er op die 9de juli. Mocht het zover komen, dat Oranje en Brazilië elkaar weer tegenkomen op het veld in Zuid-Afrika, dan zal ik zonder meer terugdenken aan de Korte Heuvel. En aan Tilburg. En ook even dat gebaar van Bebeto maken. Nu durf ik het.