Adres: : Hoefstraat 199
Architect: A.A.J. Margry (architecten bureau)
Opdrachtgever: J. Grewen
Ontwerp: –
Realisatie: 1911-1913
Status: Rijksmonument
De R.K. ANTONIUS VAN PADUAKERK is gebouwd in 1911-1913 naar ontwerp van architectenbureau Margry uit Rotterdam. Waarschijnlijk was architect A.A.J. Margry verantwoordelijk voor het ontwerp. Het is een van de Antoniuskerken die Margry in opdracht van de Rotterdamse havenbaron Grewen bouwde en die daarom naar de patroonheilige van deze weldoener werden genoemd. Stilistisch vormt de kerk een overgang tussen het neoromaans en neobyzantijns. Het grote gebouw is aan een ovaal plein gesitueerd, waarop diverse straten uitkomen. De aanblik van de omgeving wordt bepaald door veelal relatief lage, eenvoudig vormgegeven bebouwing, waardoor de kerk een extra nadrukkelijk accent vormt.
De driebeukige kruiskerk geeft zijn geheimen niet direct prijs. De gevel is ontoegankelijk en oogt vanwege het front, dat door twee traptorens wordt geflankeerd, als een middeleeuwse verdedigingskerk. De drielichten, dobbelsteenkapitelen, rondboogfriezen en zijbeuken behoren tot de neoromaanse vormentaal. Aan de zijkant van de kerk is zichtbaar dat het middenschip zeer ruim van opzet is en dat zich in het midden van de kerk, op de zogenaamde viering, een grote koepel bevindt. In het exterieur is rond deze koepel decoratief tegelwerk aangebracht. De grote koepel rust op vier penditieven en heeft een bovenlicht. In de apsis zijn smalle, hoge gebrandschilderde ramen geplaatst van E. Löhrer en E. Mengelberg.
Het merendeel der schilderingen is vanaf 1925 vervaardigd door H. Sensen uit Kevelaer. In de schelp van de absis afbeeldingen van de Genadestoel, Johannes verheerlijkt het Lam, Johannes op Patmos en Johannes de Doper. Boven de triomfboog zijn onder meer heiligen afgebeeld die het Lam vereren. Verder zijn er uit de eerste periode veel non-figuratieve schilderingen met gestileerde florale patronen. De schilderingen in de koepel dateren uit 1939 met onder meer Antonius van Padua en Elisabeth van Thüringen. De schilderingen van Kees Mandos op de orgelwand zijn aangebracht in 1950. Tot het gebouw zelf behoren ook de glas-in-loodramen, waaronder de in 1913 door E. Löhrer vervaardigde ramen voor de Mariakapel, koor en bij Maria- en Jozefaltaar. E. Mengelberg leverde in 1920 een raam voor de doopkapel. Tot de kerkinventaris behoren verder het hoogaltaar uit 1913 en de altaren van St. Anna (1919) en St. Jozef (1925). Deze natuurstenen altaren werden geleverd door het atelier van J.P. Maas en Zonen uit Haarlem. De kruiswegstaties stammen uit 1939-1942 en zijn vervaardigd uit opalineglas door Ninaber van Eyben. In 2002 is de kerk verkocht aan een glaskunstenaar.
(met dank aan Cast en reliwiki)