Bouwers van de Tilburg Maquette – Deel 1
Cees van den Hoek is op vrijdag 16 juni 2017 de eerste (groot)vader die zich enthousiast aanmeldt als maquettebouwer voor de Tilburg Maquette. Deze maquette staat in een hoek op de eerste verdieping van de bibliotheek aan het Koningsplein, op een speciaal gebouwde tafel van drie bij drie meter. Er omheen staan kasten met boeken over Tilburg.
Terwijl de overige bezoekers dames zijn, die een bouwpakketje komen ophalen voor hun vader, man, zwager of grootvader, is Cees van den Hoek zelf gekomen. “Ik ben door mijn vrouw gestuurd” vertelt hij opgewekt, “zij had het in de krant gelezen en zei dat het echt iets voor mij zou zijn.”
Cees van den Hoek is geboren in de Korvel in 1935 en zijn eerste keus is dan ook om een stukje van de Korvel na te bouwen. Helaas, de Korvel paste niet meer op de maquettetafel en zal moeten wachten tot de tafel kan worden uitgebreid. Cees zit vol verhalen over Tilburg en hij vertelt graag, terwijl hij nadenkt over welk stukje Tilburg hij dan zou willen nabouwen.
“Ik ben begonnen met het bouwen van maquettes in 1968, want toen moest ik wel 11 weken in het ziekenhuis blijven. En ik verveelde me enorm, ik moest iets te doen hebben. Toen heeft de hoofdverpleegster, die toentertijd ook mijn buurmeisje was, een maquette voor me meegenomen. Die kwam van die winkel in de Noordstraat, daar hadden ze er heel veel. En nadat ik uit het ziekenhuis kwam, ging ik daar steeds weer een nieuwe uitzoeken.”[Arrow, gesloten in november 2013 – red.]
Stadsmuseum Tilburg werkt met vrijwilligers aan de bouw van een maquette van Tilburg. Uitgangspunt is Tilburg in de jaren ‘50 op een schaal van 1:1.000. In 2015 begon Tilburger en modelbouwer Ruud Cleverens met dit ambitieuze werk. In enkele maanden had hij een deel van Tilburg-Oost gereed. Ruud Cleverens overleed in 2016. Sinds juni 2016 wordt vrijwel dagelijks verder gewerkt in de maquettebouwplaats op de eerste etage van de bibliotheek.
Als cadeau voor vaderdag kon iedereen op 16 en 17 juni 2017 een gratis een bouwpakketje ophalen voor zijn of haar (groot)vader, om hiermee één huizenblok van de maquette te bouwen.
En wanneer de maquettebouwers hun werk komen inleveren, geeft Stadsmuseum Tilburg ‘tegoedbonnen’ uit voor Tilburgs zomervermaak, zoals een ijsje, deelname aan een wandeling van de Stadsgidserij of bezoek aan een zwembad.
“Vanaf toen ben ik maquettes blijven bouwen. En ik heb ze allemaal weggegeven, want ik hoefde ze niet te hebben, het ging me alleen om het maken van de maquettes. En later ben ik ook klokken gaan restaureren, voor een horlogezaak die toen op de Bisschop Zwijsenstraat zat.”
“Die klokken kwamen uit Frankrijk en hadden soms jarenlang in een schuur of in een stal gelegen, tussen het stro. Soms zaten de muizennesten er nog in! En die maakte ik weer als nieuw. Van de radertjes waren soms tandjes afgebroken, die waren van koper, en zo klein…” Cees van den Hoek duidt tussen duim en wijsvinger een ruimte van twee millimeter aan. “Dan maakte ik uit koper een nieuw radertandje en soldeerde die erop. En dan werkte zo’n klok weer. Die Franse klokken waren toen erg geliefd. En ik deed het voor mijn plezier.”
Cees van den Heuvel bekijkt nog eens de maquette op tafel en besluit uiteindelijk om voor het huizenblok te kiezen dat omsloten wordt door de Gerard van Swietenlaan, Reinier de Graafstraat, Pauwstraat en de Gerard de Bondtstraat. “Dat is vlakbij het oude Sint Elisabethziekenhuis, en dus vlakbij de plek waar ik begonnen ben met maquettes bouwen.”
Het is de bedoeling dat de maquettebouwers ook zelf onderzoeken hoe de huizen er uitzagen in 1954. Bijvoorbeeld door informatie en oude foto’s op te zoeken op internet. Cees van den Hoek vindt dat wel wat ingewikkeld. “Maar deze huizen hoef ik helemaal niet op te zoeken op internet, want deze staan er al sinds 1939!” zegt hij opgetogen. “En ik ga regelmatig samen met mijn vrouw een wandelingetje maken, dus dan lopen we er gewoon een keer naartoe en kijk ik heel goed hoe de huizen eruit zien.”