De schrijvers Ellen Deckwitz, Stephan Enter en Asha Karami zijn genomineerd voor de E. du Perronprijs 2019. De prijs wordt toegekend aan schrijvers, kunstenaars of instellingen die met een cultuuruiting in brede zin een bijdrage leveren aan een inclusieve samenleving.
Als de Corona-situatie het toestaat zal de uitreiking plaats vinden op donderdagavond 16 april 2020 in de LocHal in Tilburg. Dan houdt ook Maxim Februari de negende E. du Perronlezing met als titel ‘E. du Perron en de pseudo-identiteiten’.
Over de genomineerden schreef de jury:
Ellen Deckwitz ‒ Hogere Natuurkunde (Uitgeverij Pluim)
“Op een avond begon je te hijgen, greep naar je borst en riep dat je moest blijven ademen omdat ze anders hadden gewonnen.” Deze openingszin leidt een fascinerende en onheilspellende dichtbundel in, waarin verschillende genres, stemmen en stemmingen met elkaar worden verweven.
Aan het woord is een kleindochter die de stem van haar grootmoeder (1921-2014) laat klinken en haar ervaringen in de oorlog in Nederlands-Indië onder woorden probeert te brengen. Dat levensverhaal werd alleen in flarden verteld, in snippers overgeleverd. Dergelijke details geven een indruk van de overlevingsdrift van de grootmoeder als klein meisje, en van het pantser dat zij op latere leeftijd om zich heen heeft opgetrokken.
De kleindochter verweeft haar stem met die van de ander en geeft ook een perspectief op de dochter/moeder (geboren in 1952) die tussen hen in staat. Zij houdt zich buiten het verhaal en overleeft door juist niet te vragen naar waar de pijn vandaan komt. Deckwitz schreef een indrukwekkende dichtbundel die laat zien hoe volgende generaties getekend worden door een land van herkomst dat in oorlog raakte en werd verwoest. Het leed en de veerkracht, soms ingewikkeld met elkaar verbonden, blijven bestaan ook in volgende generaties.
Stephan Enter ‒ Pastorale (Uitgeverij Van Oorschot)
De roman Pastorale neemt ons mee naar de jaren tachtig, naar een fictief dorp, Brevendal, in het midden van Nederland. Het ene deel van het dorp is christelijk, de “Goede Herder en Zijn Kudde”, in het andere deel wonen “Ambonezen” die proberen de cultuur die ze verloren zijn vast te houden.
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een broer en zus, opgegroeid in een oude familie met een groot en verwaarloosd landgoed. De roman laat zien hoe verschillende groepen naast elkaar leven, hoe stereotypische perspectieven van kracht zijn, en ook hoe de grenzen tussen de ene en de andere groep poreus blijken te zijn.
Deze roman overtuigt omdat de beschrijvingen precies en gedetailleerd zijn, en er subtiel inzicht wordt geboden in de psychologie van de scholier Oscar, verliefd op een Moluks meisje, en zijn zus Louise, die een gesjeesde student is en onzeker over haar toekomst. Goede intenties hebben niet altijd een positief effect, mensen vatten uitspraken en ideeën vaak anders op dan werd bedoeld, en zo worden levens in de provincie geschilderd die veranderen en toch ook hetzelfde blijven. De roman is Perronesk in de veelzijdigheid van personages en in de dialogen waaruit uiteenlopende opvattingen naar voren komen.
De meerstemmigheid van de roman wordt niet alleen bereikt door het aanvoeren van verschillende personages, maar zit ook in het hoofd van de enkeling, die haar eigen positie scherp probeert te krijgen: “Die stem – hadden andere mensen die ook? Hadden alle andere mensen die ook? En wat was ze, die stem – was je die zelf, of niet, of niet helemaal, of was je die alleen op momenten waarop je je niet van jezelf bewust was?” Pastorale is intellectueel, literair en uitermate boeiend.
Asha Karami ‒ Godface (Uitgeverij De Bezige Bij)
Godface biedt veelzijdige, levendige, geestige en ook vaak verontrustende gedichten. Deze poëzie gaat over van alles, van schuldsanering tot Suikerfeest, van liposuctie tot Aviko-ovenfriet. Maar bovenal gaat deze poëzie over taal en hoe die als banaal en verheven instrument ingezet kan worden om dagelijkse beelden en ervaringen uit te drukken. Blog post discours en lyriek vermengen zich in absurde beschrijvingen: “ik ben geboren met twee vagina’s / en ik geloof niet in deuren / dit is al mijn derde dood en ik ben nog maar in mijn dertig.” De dichterlijke stem orkestreert het geheel, terwijl zij ook steeds verschillende perspectieven biedt en stemmingen oproept. Er is een sterke thematiek van verschil tussen culturen, groepen, werelden, een verschil dat volledig normaal wordt bevonden. Du Perron zei ooit dat zijn gewone bestaan zonder literatuur onbevredigd zou zijn. Die inzet lezen we ook hier: van alles is literatuur te maken en alles is te dragen omdat het in poëzie uitdrukking kan krijgen. De dichter is tegendraads en scherp analytisch. Dit is poëzie zonder diepzinnigheid of traagheid. Rauw en levendig, en daarmee bestendig in een tijd waarin alles op social media gezegd kan worden, zonder dat daar inzicht te vinden is: “de overweldigende zekerheid / van een ondanks alle zichtbare veranderingen / permanent onzichtbaar onderliggend landschap.”