Gebouw 88 in de Spoorzone is op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Dat heeft het college besloten op dinsdag 7 februari 2017.
Het pand is op de monumentenlijst geplaatst vanwege de grote cultuurhistorische waarde. Binnen de spoorzone neemt Gebouw 88 een speciale plaats in door de bijzondere bouw en constructie. Door plaatsing op de monumentenlijst wordt waardevol erfgoed beter beschermd.
Het was ook één van de eisen van de provincie Noord- Brabant om te gaan samenwerken. Het college legt dit nader uit: “Met de provincie Noord Brabant is een Samenwerkings-overeenkomst voor de herontwikkeling van de Spoorzone afgesloten. Een van de onderwerpen van deze overeenkomst is de principe toekenning door de Provincie van een bijdrage voor behoud en herontwikkeling van het cultuurhistorisch waardevolle complex. Een van de voorwaarden voor het daadwerkelijk verkrijgen van de toegezegde bijdrage voor
de te behouden gebouwen is dat deze de formele status van gemeentelijk monument hebben. Met de aanwijzing van Gebouw 88 wordt daaraan voldaan.”
De renovatie van het gebouw start in april 2017. Deze wordt uitgevoerd door ontwikkelaar en bouwer Van der Weegen die ook eigenaar is Gebouw 88.
In het gebouw komen ruimtes waar starters, zzp-ers en kleine ondernemingen kunnen werken, elkaar ontmoeten en samenwerken. Het is de bedoeling dat het pand eind 2017 wordt opgeleverd. De komende weken starten voorbereidende werkzaamheden, zoals het saneren van het asbest. Het nieuwe gebouw is ontworpen door architect Ed Bergers.
Complexbeschrijving NS Werkplaats (zie ook link:)
Het complex van de NS Werkplaats ligt in het centrum van Tilburg, ten noorden van spoorlijn en station, ten westen van het NS Plein, ten oosten van de Fraterstraat en grotendeels ten zuiden van de Burgemeester Brokxlaan. Twee kleine ensembles liggen ten noorden van de Burgemeester Brokxlaan. Vanaf 1860 werd de spoorlijn Breda-Tilburg-Maastricht aangelegd. In 1867 volgde in Tilburg een eerste aanbesteding voor een uitgebreide werkplaats op een van de gemeente gekocht, groot perceel.
Gestart werd met de bouw van een magazijn en een werkplaats voor locomotieven. In de decennia daarna komt de transversale werkplaats van de grond. De oudste gebouwen zijn in hoofdzaak van het transversale type met een al dan niet centraal gelegen hal waarin een rolwageninstallatie was geplaatst voor het ‘overdwars’ verplaatsen van de rijtuigen.
Het gehele complex kent diverse bouwfasen (vanaf 1865 tot 2010) en omvat een groot aantal met elkaar samenhangende gebouwen en een samenbindende infrastructuur. In de noordwestelijke hoek van het terrein werd in 1867 het eerste gebouw gerealiseerd, een bergplaats voor hout en bouwmaterialen (Gebouw 41). Kort daarna werd in 1869 de koperslagerij gebouwd (Gebouw 76).
Van de bebouwing uit ca. 1870 resteren nog delen van de eerste locomotiefstelplaats en wagenmakerij (Gebouw 90 waaronder Koepelhal). In 1902 werden aan de oostzijde van het terrein een schrijnwerkerij en wagenmakerij (Gebouwen 92 & 95) opgetrokken inclusief een transversaal geplaatste rolwageninstallatie, grotendeels onder sheddaken. Gebouw 70 kent bouwfasen vanaf de beginperiode tot midden 20e eeuw. Opvallend is de in 1921 verhoogde constructie in het middendeel. De hierboven genoemde onderdelen zijn overwegend opgetrokken in baksteen en getoogde gietijzeren vensters met een kleine roedenverdeling.
In de jaren ’30 werden ten westen van de toenmalige hoofdbebouwing van de werkplaats vervangende nieuwbouw en uitbreidingen gerealiseerd. In 1929 werd een draaischijf (bij Gebouw 46) geplaatst. In 1933 werden de oude locomotievenstelplaats vervangen en kwamen de nieuwe locomotiefstelplaats en ketelmakerij gereed (Gebouwen 60 & 68). In 1937 werd bij de draaischijf een vrijstaande polygonale locomotiefloods (Gebouw 46) opgetrokken. In hetzelfde jaar kwam een nieuwe, inmiddels verdwenen wielendraaierij (Gebouw 44) tot stand. De gebouwen uit de jaren ’30 werden hoofdzakelijk opgetrokken in stalen vakwerk met baksteen- en glasvulling. Ook in de tweede helft van de 20e eeuw is de werkplaats verder gemoderniseerd en zijn nieuwe gebouwen en uitbreidingen gerealiseerd die kenmerkend zijn voor de naoorlogse periode, waaronder een ruimte voor het testen van motoren, een ketelhuis en een medisch centrum.
Meer is hier te lezen.