“Miel Blok is Tilburger en auteur van het boek ‘Ik ben mijn beste vriend‘. Hij heeft een wekelijkse column op Tilburgers.nl. Daarnaast is hij eigenaar van communicatiebureau ’t Schrijfblok. “
Schrijvers hebben de naam en het imago van stoffige mensen die zichzelf opsluiten op een zolderkamer. Bij beperkt licht en met een overdaad een drank en sigaretten schrijven ze hun verhaal. HUN eigen verhaal. Het is een proces van schuren en schaven. Net zo lang tot de juiste woorden in de juiste volgorde staan. Wat de buitenwereld vindt van de schrijver zijn creatie, vindt hij van ondergeschikt belang. Zolang de recensies maar lovend zijn. Misschien is het tijd om eens iets aan dat beeld te doen. Laat ik met mezelf beginnen. Ik daag iedereen uit om zijn of haar mening te geven. Over deze wekelijkse pagina vol tekst, bijvoorbeeld. Input van de lezer. Om een einde te maken aan de schrijver als einzelgänger.
In meer dan een half jaar tijd, heb ik inmiddels een redelijke rits aan tips voorbij horen komen. Opvallend vaak van beschonken mensen aan de toog van kroegen in het Tilburgse. Wat doet een mens op zo’n moment met die al dan niet opbouwende kritiek? Ik laat het altijd een beetje afhangen van de toestand van de spreker. En van wat hij of zij drinkt. Een pilsje? Dan luister ik zonder meer. Een dubbele trappist? Dan ligt het aan het tijdstip. Een hele avond vol lekkere tripeltjes? Dat gaat me te ver. Dan praat de spreker na verloop van tijd – logisch – met een driedubbele tong. Dan kom ik bij een volgende gelegenheid liever even terug op de gegeven aanwijzing. Mocht hij het zich dan nog herinneren, dan behandel ik de tip alsnog als had ik gehoord van iemand die gewone pilsjes dronk. Een heel simpel en overzichtelijk systeem.
De tips die ik zoal heb gekregen. Laat ik ze eens onder elkaar zetten. Te beginnen met de meest vernietigende. En meest gehoorde. Da’s dan wel weer jammer. “Ik vind de teksten te lang.” Een beetje een dooddoener. Alsof je naar het Rijksmuseum gaat en bij het verlaten van het pand tegen iemand zegt dat je De Nachtwacht mooi vond, maar een beetje te groot. Maar goed. Ik luister naar kritiek. Moet een column korter zijn om beter te worden? Kan ik voortaan volstaan met vijf steekwoorden en gebruiken jullie verder je fantasie? Hoeveel woorden leest een mens graag? Normaal gesproken gebruik ik er zo’n 700. Om mezelf de ruimte te geven om de broodnodige, al dan niet nuttige verbanden te leggen.
Tip twee. Neem een rol aan als columnist. Daar kan ik iets mee! Tot nu toe heb ik mezelf altijd de rol gegeven van de verbaasde omstander die de gebeurtenissen in Tilburg aanziet en er het zijne van denkt. Om vervolgens met goed bedoelde, wereldverbeterende aanbevelingen of alternatieven te komen. Waarom? Nou, simpel eigenlijk… Dat voelde gewoon het prettigst. Zie jij liever een andere rol? Laat het me gewoon weten. Het einde van de schrijver als einzelgänger. Dat betekent natuurlijk dat ik open sta voor suggesties. Niet uit armoede, maar gewoon om het beeld dat mensen over de schrijvende medemens hebben, wat bij te stellen. Vandaag heb ik mezelf dan ook een andere rol toebedeeld als columnist. Die van pionier.
“Je moet sterk eindigen.” Dat klonk als een open garagedeur. Een column moet sterk eindigen. Nogal wiedes, toch? Anders zou er wel ‘Nachtkaars’ bovenaan de stukjes staan. Maar goed. Ik sta open voor kritiek en suggesties. In het kader van ‘het nieuwe schrijven’. Dus daarom: wat denk je, tot nu toe? Nachtkaars of sterk? Je ziet het… De schrijver van tegenwoordig is niet bang om zichzelf kwetsbaar op te stellen. Ik heb zelfs niet eens een zolderkamer. Binnen roken doe ik zo weinig mogelijk en drinken tijdens het schrijven al helemaal niet. Dat is vooral uit praktische overwegingen. Mijn vingers vinden de juiste toetsen op het bord niet meer na wat drank. Dan weet ik niet hoe het begin van een verhaal eruit komt te zien. En eigenlijk al helemaal niet of ik het eind wel haal…
De laatste. De alinea’s moesten korter. Ik heb eigenlijk nooit geweten dat lezers zo gek zijn op witregels. Je zou toch denken dat een regel met letters meer vertelt over het verhaal, dan een lijn met vooral heel veel niets. Maar goed. Deze tip heb ik al aangenomen. Wil jij als lezer nog meer regels met niets? Of juist minder? Heb je nog andere ideeën of suggesties? De klant is zo goed als koning bij de column op Tilburgers.nl! Mooi, toch? Zet ze gewoon onder dit stukje. Lekker openbaar. Het liefst zonder driedubbele tong geschreven. Het einde van de schrijver als einzelgänger. Ik weet niet of andere krabbelaars me dankbaar zullen zijn. Maar weet je wat? Daar heb ik een beetje lak aan. Tussen de drank en de sigaretten door, zitten ze toch allemaal maar te verwelken op hun zolderkamertje.
1 reactie
Voeg die van jou toe →Mooie bank Miel! 😉